Staatssecretaris Blokhuis: ‘Rookstophulp moet beter worden georganiseerd’
donderdag 19 maart 2020
Uit zijn antwoorden op Kamervragen van Tweede Kamerlid Henk van Gerven blijkt dat de staatsecretaris erkent dat de rookstopzorg in Nederland moet worden herzien om misstanden en beunhazerij te voorkomen.
Door de webredactie
Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) onderschrijft de constatering dat het kwaliteitsregister Stoppen met Roken moet worden verbeterd. Hij heeft geld vrijgemaakt om die verbeterslag te maken en verkent samen met het Partnership Stop met Roken wat daarvoor nodig is. Blokhuis is ook met zorgverzekeraars in onderhandeling over de criteria op basis waarvan zij de behandelingen van rookstopcoaches vergoeden.
Dat blijkt uit de antwoorden die Blokhuis heeft gegeven op vragen van Tweede Kamerlid Henk van Gerven (SP) over misstanden in de wereld van de rookstopcoaches. In september 2019 berichtte TabakNee hier al over in een uitgebreid artikel. Later baseerde het KRO-NCRV-programma Reporter Radio mede hierop een kritische reportage over de wildgroei in de rookstophulpwereld.
De belangrijkste conclusies daaruit: na een cursus van een paar uur kan men al opgenomen worden in het Kwaliteitsregister als erkend rookstopcoach, grote aanbieders als MediPro, SineFuma en SmokeFree claimen onwaarschijnlijke successen voor hun rookstopcursussen en coach-organisaties schrijven gevaarlijke medicijnen voor zonder dat een arts de roker die wil stoppen heeft gesproken of zijn medische voorgeschiedenis kent.
37 procent doet stoppoging
In reactie op de radio-uitzending stelde Van Gerven hierover Kamervragen aan de staatssecretaris. In zijn antwoorden bevestigt Blokhuis dat 37 procent van de circa 3 miljoen rokers in Nederland per jaar een serieuze stoppoging onderneemt. Van hen maakt 1 op de 20 gebruik van een professionele rookstopbegeleider. Blokhuis vindt dat ‘teleurstellend’ weinig en wil dat aantal omhoog krijgen, wat ook een doelstelling is van het Nationaal Preventieakkoord (NPA).
Blokhuis geeft verslavingsarts Robert van de Graaf gelijk dat de verslavingszorg in Nederland nog onvoldoende toegankelijk is voor rokers die zeer intensieve hulp nodig hebben om te stoppen. Van de Graaf opende onlangs in Assen een polikliniek waar verslavingsartsen rokers helpen bij het stoppen.
Netwerkstructuur
Volgens Blokhuis is er nu onvoldoende zicht op de organisatie van de rookstopzorg in Nederland. Hij schrijft: “De stoppen met roken-zorg vraagt in elke regio een netwerkstructuur waarin alle relevante zorgverleners elkaar weten te vinden en er zowel lichte als intensieve rookstopbegeleiding beschikbaar is. [...] Hoe deze multidisciplinaire zorg ingericht moet worden staat onder andere beschreven in de zorgstandaard Tabaksverslaving 2019. De vorming van deze regionale netwerkstructuren staat nog in de kinderschoenen. Daarom zijn we in samenwerking met het Trimbos-instituut lokale SMR-zorgpaden in 10 verschillende regio’s aan het ontwikkelen.”
Onderzoek naar criteria
Over het kwaliteitsregister Stoppen met Roken dat is opgezet door het Partnership Stop met Roken, een samenwerkingsverband van twintig zorgorganisaties, bevestigt Blokhuis dat zorgverzekeraars de rookstophulp vergoeden van aanbieders die in dat register staan. “Om ingeschreven te staan in het Kwaliteitsregister moet een coach voldoen aan criteria op het gebied van scholing en aantal begeleidingsuren, dus ervaring. Of de huidige criteria voldoende zijn wordt momenteel door een visiegroep onderzocht, waarbij ook wordt gekeken naar de eisen aan rookstopcoaches in het buitenland, waaronder Engeland.”
De staatssecretaris stelt dat steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of rookstopcoaches die in het register staan ingeschreven inderdaad werken volgens bewezen effectieve methodes. Dit gebeurt volgens hem “op basis van de informatie die de ingeschrevenen op hun website plaatsen”.
Verbeterslag is nodig
Dat wekt weinig vertrouwen. Vandaar ook dat Blokhuis moeilijk anders kan dan te schrijven: “Ik ben het eens met de constatering dat het Kwaliteitsregister moet worden verbeterd. Om die reden heb ik een incidentele vergoeding toegekend om een verbeterslag van de Kwaliteitsregister te maken. Samen met het Partnership verken ik wat er nodig is om het register goed te laten werken, uiteraard neem ik hier ook de capaciteitsvraag in mee.”
Toch vindt Blokhuis het niet nodig dat er stringentere opleidingseisen worden gesteld aan rookstopcoaches, bijvoorbeeld via een BIG-registratie. Daarover schrijft hij: “Niet elke roker heeft even intensieve begeleiding nodig. Momenteel wordt er gewerkt aan een onderscheid in verschillende zorgzwaarteprofielen, lopend van zelfhulp tot intensieve begeleiding in de verslavingszorg. In de profielen daartussen past ook licht-intensieve begeleiding, zoals bijvoorbeeld door een doktersassistent. Doktersassistenten hebben geen BIG-registratie, maar zijn vaak uitstekende coaches. Ik ben daarom geen voorstander van om alleen Big-geregistreerden te laten optreden als rookstopcoaches.”
Medicijnen zonder arts
In de uitzending van Reporter Radio werd aangetoond dat sommige rookstopbedrijven medicijnen als Champix en het antidepressivum Nortriptyline voorschrijven zonder dat een arts de roker die wil stoppen zelfs maar heeft gesproken. Blokhuis is daarover helder: “Ik vind het onacceptabel dat medicijnen worden voorgeschreven zonder dat een arts de persoon ooit heeft gezien.” Om vervolgens de regels voor het voorschrijven van medicijnen op een rij te zetten met de vaststelling dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bij overtreding hiervan kan optreden.
De volledige antwoorden van staatssecretaris Blokhuis zijn hier te vinden.
tags: medicijnen | Kwaliteitsregister | rookstopcoaches | stoppen met roken | kamervragen