Kamervragen over misstanden in de rookstophulp
vrijdag 07 februari 2020
Rookverslaving is een ernstige ziekte en de vele slachtoffers daarvan hebben recht op goed georganiseerde en kwalitatief hoogwaardige hulpverlening. Maar daar ontbreekt het aan. Henk van Gerven stelde er Kamervragen over nadat Reporter Radio en eerder TabakNee er aandacht voor vroegen.
Door Frits van Dam
Met elke nieuwe aankondiging van plekken die rookvrij worden – vorige week nog de stations – groeit de druk op rokers om te stoppen met roken. Je mag, als het zo doorgaat, binnenkort in de publieke ruimte nergens meer roken en als Clean Air Nederland haar zin krijgt, wordt het rokers steeds moeilijker gemaakt en worden rokers die anderen hinderen zelfs strafrechtelijk aangepakt.
Beunhazen
Dat is nogal wat, zeker als daar geen adequate hulpverlening tegenover staat. Roken is een ernstige verslaving waar velen slechts met toewijding en deskundige begeleiding van af kunnen komen. Recente berichtgeving door TabakNee en Reporter Radio maakte echter duidelijk dat de kwaliteit van de rookstophulp in Nederland veel te wensen overlaat. Inzicht in de kwaliteit van de geboden rookstopzorg is er vrijwel niet, succespercentages worden veelal gegenereerd door de rookstopcoaches zelf, zijn oncontroleerbaar en weinig betrouwbaar. Beunhazen hebben vrij spel. Je kan in een paar dagdelen zonder probleem rookstopcoach worden. Sommige aanbieders schrijven zelfs niet ongevaarlijke medicijnen voor zonder dat een arts de persoon die wil stoppen ziet en diens medische voorgeschiedenis kent.
Kamervragen
Na deze verontrustende berichten besloot Tweede Kamerlid Henk van Geven (SP) hierover vragen te stellen aan staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid). Van Gerven wil van de staatssecretaris weten wat hij van de berichtgeving vindt, of hij de misstanden erkent en wat hij eraan denkt te gaan doen. Hieronder de vragen.
1. Wat is uw reactie op het bericht ‘Reporter Radio kritisch over rookstophulp’?
2. Klopt het dat van de ongeveer drie miljoen mensen, ouder dan 18 jaar, die roken, 22% van de bevolking, dus ruim een derde, in het afgelopen jaar een serieuze poging heeft gedaan om te stoppen met roken? Is de organisatie van de rookstopzorg wel toegerust om de enorme aantallen potentiele rookstoppers op te vangen? Kunt u uw antwoord toelichten?
3. Wat is uw reactie op de uitspraak van verslavingsarts Van de Graaf: “De rookstopcoachwereld is een grote brij van een paar duizend mensen, waarvan je als roker niet weet of je wel krijgt waar je recht op hebt”?
4. Klopt het dat er onvoldoende zicht is op de organisatie van de zorg bij stoppen met roken? Kunt u uw antwoord toelichten?
5. Is, sinds de zorgverzekeraars het stoppen met roken vergoeden, het opgenomen zijn in de contractering door zorgverzekeraars voldoende of is het een minimale eis dat iemand ingeschreven staat in het Kwaliteitsregister?
6. Heeft u zicht op de kwaliteit van coaches in het Kwaliteitsregister? Is een opleiding van drie of vier dagen volgens u voldoende om de persoon die wil stoppen, te ondersteunen bij het stoppen met roken?
7. Vindt u het acceptabel dat medicijnen (bijvoorbeeld Champix of nortriptyline) worden voorgeschreven zonder dat een arts de persoon ooit heeft gezien, zonder dat medicatiegeschiedenis voldoende duidelijk is en zonder dat er adequate begeleiding plaatsvindt? Zo nee, wat gaat u ondernemen tegen stoppen-met-roken-coaches die in het Kwaliteitsregister staan, die zonder tussenkomst van een arts dergelijke middelen voorschrijven en versturen per post?
8. Hoe wordt gecontroleerd of ingeschrevene in het Kwaliteitsregister bewezen effectieve methoden gebruikt?
9. Wat is uw reactie op de opmerking van mevrouw De Kleijn dat er geen controle is op de coaches? En wat is uw reactie op de constatering dat dit onder andere veroorzaakt wordt door onvoldoende capaciteit van het Kwaliteitsregister? Bent u van mening dat meer capaciteit bij het Kwaliteitsregister nodig is, ook gezien het grote volksgezondheidsbelang én aangezien stoppen met roken een van de drie thema’s is van uw Preventieakkoord?
9 (2). Bent u van mening dat de verzekeraars er verstandig aan doen om bij de vergoeding van rookstopcoaches niet af te gaan op succespercentages zoals gegenereerd door de rookstopcoaches zelf, die oncontroleerbaar en weinig betrouwbaar lijken te zijn?
10. Is het niet raadzaam dat zij stringente opleidingseisen stellen aan rookstopcoaches en die handhaven, waarbij gedacht moet worden aan een BIG-registratie? Zijn hun werkzaamheden niet goed te vergelijken met de post-HBO-opleidingen voor verpleegkundigen tot diabetes-, long-, hart- en vaatverpleegkundige. Past een verpleegkundig specialist ‘rookverslaving’ niet goed binnen een dergelijk rijtje?
11. Bent u van mening dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ook toezicht zou moeten houden op deze coaches? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ligt dan een BIG-registratie als voorwaarde om als coach te mogen werken niet voor de hand?
12. Op welke wijze houdt de IGJ op dit moment toezicht op het Kwaliteitsregister, de voorschrijvers van geneesmiddelen of de betrokken artsen?
tags: medicijnen | Kwaliteitsregister | rookstopcoaches | stoppen met roken | rookverslaving | kamervragen