3: De sluipwegen van Big Tobacco
Dossier: De tabakslobby in Nederland
maandag 11 maart 2019
Sinds 2002 mag de tabaksindustrie haar producten niet meer aanprijzen in Nederland en werft zij kinderen en jongeren via allerlei slinkse wegen. TabakNee zocht uit hoe.
Door de webredactie
Tabaksfabrikanten proberen jonge mensen tot roken te verleiden via verkoopkanalen zoals studentenverenigingen, studentengala’s en festivals. Zowel Japan Tobacco International (JTI) als haar concurrenten Philip Morris en British American Tobacco kregen het voor elkaar dat hun sigaretten exclusief op bepaalde festivals werden verkocht. Festivalorganisaties ontvingen daar geld voor, en waarschijnlijk nog steeds. Ook worden populaire tv-series en speelfilms, en grootschalige internationale muziekevenementen door tabaksfabrikanten gesponsord.
Influencer marketing
De nieuwe jonge rokers, door de tabaksindustrie replacement smokers genoemd, moeten de overleden rokers vervangen. De tabaksindustrie zet daartoe uiteraard social media in en maakt gebruik van influencer marketing, een van de meest invloedrijke vormen van marketing onder jongeren. Een uitgebreid onderzoek in veertig landen laat zien dat Big Tobacco social media influencers heimelijk betaalt om roken te promoten op Instagram, Facebook en Twitter.
Geen reclameverbod
Er bestaat ook nog een ‘papieren sluiproute’ voor shagtabak: vloeitjes, het papier dat nodig is om shag te rollen. Voor vloeitjes geldt geen reclameverbod, maar reclame voor vloeitjes is natuurlijk reclame voor shag. Rizla en Mascotte, makers van de bekende vloeitjesmerken, staan legaal met hun ‘gezellige dampkringen’ op jongerenfestivals in Nederland en sponsoren onder andere de motorsport.
Kunst
Tot voor kort probeerde de tabaksindustrie via de kunstsector een goed imago op te bouwen. Zo prijkte het logo van tabaksfirma JTI op de website van het Rijksmuseum, omdat zij dit museum sponsorde. Begin 2018 werd bekend dat het sponsorcontract van JTI met het Rijksmuseum sinds september 2017 niet meer is verlengd. Ondanks herhaalde verzoeken van TabakNee wilde het Rijksmuseum niet vertellen waarom. De sponsoring van culturele instellingen als musea is een bewuste strategie, bedoeld om “een goed gevoel onder de culturele elite te kweken”, aldus Stanford-professor Robert N. Proctor in zijn boek Golden Holocaust.
Proctor is wereldwijd de grootste autoriteit op het gebied van de geschiedenis van de tabaksindustrie. Volgens hem proberen sigarettenfabrikanten ook via het financieren van maatschappelijke organisaties hun imago op te poetsen. Een opvallend voorbeeld is de sponsoring door JTI van de Stichting Lezen en Schrijven, een organisatie die is opgericht door prinses Laurentien Brinkhorst.