Milieu- en antirookstrijders vinden elkaar in de strijd tegen sigaretfilter
woensdag 20 oktober 2021
De filters van sigaretten zitten vol met microplastics, die als zwerfafval het milieu vervuilen. Milieuorganisaties willen een verbod op de filter. Rookpreventie Jeugd (RPJ) haakt hier met liefde bij aan. “Het filter is een intrinsiek waardeloos product”, zegt Wanda de Kanter van RPJ.
Door de webredactie
Het filter is medeplichtig aan de sjoemelsigaret, die journalist Joop Bouma in 2019 zo scherp fileerde en waaraan Arjen Lubach nog een spraakmakende uitzending wijdde. “Het filter is van het begin af aan misbruikt door de tabaksindustrie om schijnveiligheid te creëren”, zegt Wanda de Kanter, longarts en voorzitter van Rookpreventie Jeugd. In 1950 werd duidelijk dat roken longkanker veroorzaakt. Toen werd het filter bedacht, na de sigaret de grootste fraude ooit. “Met een filter zouden er minder kankerverwekkende stoffen geïnhaleerd worden, wat niet waar is. Het is een frauduleuze uitvinding gebleken.”
In zijn boek Golden Holocaust (2011) gaat wetenschapshistoricus Robert N. Proctor uitgebreid in op deze fraude. “‘Filters’ zijn niets meer en niets minder dan een gimmick”, schrijft hij. “De belangrijkste conclusie is dat de ‘filters’ aan sigaretten geen echte filters zijn in de eerlijke uitleg van dat begrip. Giftige stoffen hopen zich op in zo’n hulpmiddel, maar vervluchtigen zodra de sigaret verder wordt gerookt. Wat niet anders is dan bij ‘ongefilterde’ sigaretten.”
Proctor beschrijft ook hoe het hoofd onderzoek van R.J. Reynolds, Claude Teague, in 1953 een filter ontwierp dat tijdens het roken langzaam verkleurt om de roker de indruk te geven dat er schadelijke stoffen worden tegengehouden. Dit alles leidt De Kanter tot de simpele constatering: “Het filter is een intrinsiek waardeloos product.”
Daarnaast zijn de vele microplastics in de filters en de vervuilende werking in het milieu haar een doorn in het oog. De Kanter: “Dit is het stuk waar we al heel lang aandacht voor proberen te vragen. De WHO ook. Maar niemand van GroenLinks of van een andere groepering lijkt het te interesseren. Ondertussen doen de supermarkten de plastic zakjes en de rietjes in de ban, maar over de filters hoor je niemand, terwijl dat een grotere vervuiler is.”
De vervuiler gaat betalen
De tien meest op stranden gevonden wegwerpplastics vormen samen 43 procent van het zwerfafval in zee. Peuken behoren tot die toptien. Allerlei organisaties organiseren regelmatig opruimacties waarbij de sigarettenfilter massaal wordt verzameld. Tijdens de jongste opruimactie in augustus van dit jaar werden in vijftien dagen bijna 58.000 peuken opgeruimd. In een kort verleden werden dit soort acties ook door gemeentes gedaan in samenwerking met de tabaksindustrie, terwijl dit niet mag volgens artikel 5.3 van het internationale antirookverdrag FCTC. Voor de tabaksindustrie was dit een manier om hun contacten met wethouders en gemeenten weer op te bouwen. De Kanter: “Zolang er plastic geproduceerd wordt – en dit geldt ook voor filters – kunnen we wel blijven opruimen.”
Vanaf januari 2023 gaat de vervuiler betalen, zo is op Europees niveau vastgelegd in de Single Use Plastics (SUP) richtlijn. Volgens de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) moet onder meer de tabaksindustrie gaan meebetalen aan het inzamelen van afval en het opruimen van sigarettenfilters en aan bewustwordingsmaatregelen voor consumenten.
Plastic vaak niet nodig
Recycling Netwerk Benelux is een van de organisaties die in Brussel heeft gelobbyd voor het verplicht meebetalen van de tabaksindustrie. “We streven er niet naar om alle plastic in de ban te krijgen”, zegt directeur Rob Buurman. “Dat moet per product bekeken worden, maar we willen zo veel mogelijk wegwerpplastic verminderen en vervangen door herbruikbare verpakkingen. In heel veel situaties zijn die plastic verpakkingen namelijk niet nodig. De sigarettenfilter kan bijvoorbeeld volledig in de ban. Dat is een marketinginstrument om meer sigaretten te kunnen verkopen, terwijl die voor de roker echt niet beter is.”
Hij vindt net als De Kanter dat de opruimacties weinig zoden aan de dijk zetten zolang de productie van (micro)plastics doorgaat. “Wat moet nu uiteindelijk je doel zijn? Een actie om zo veel mogelijk peuken op te rapen of de vervuiling definitief de wereld uit? Ik maak overigens wel een uitzondering voor opruimacties waarmee data over de vervuiling worden verzameld of opruimacties die tegelijkertijd aandacht vragen voor scherpe regelgeving. Dan til je een opruimactie naar een hoger niveau.”
Statiegeld op filters
De afspraak is nu dat de tabaksindustrie geld gaat betalen voor het opruimen van de door haarzelf veroorzaakte vervuiling. “Het ministerie mag geen contact met de tabaksindustrie dus zou er een tussenpersoon moeten komen aan wie de tabaksindustrie geld moet overmaken”, zegt De Kanter. “Hoe gaat dit lopen? Al die supermarkten maken goede sier om plastic terug te dringen, terwijl ze miljoenen verdienen aan de verkoop van tabak. Je zou ook kunnen zeggen: hef statiegeld op de filters van sigaretten. Zo’n 10 eurocent per filter bijvoorbeeld. Er zijn allerlei vormen te bedenken.”
Ook Buurman vraagt zich af hoe de nieuwe wetgeving wordt vormgegeven. “Er mogen alleen opruimkosten in rekening gebracht worden. Maar wat zijn die kosten? Met het vegen van grote oppervlakten heb je nog niet alle peuken te pakken die in kieren en gaten vastzitten. Bovendien is het vegen tussen grassprieten erg lastig. Wil je die peuken ook opruimen, dan worden de kosten weer hoger. Worden de kosten vooraf geschat of achteraf berekend? Eigenlijk zou een schatting van de opruimkosten van het aantal peuken dat jaarlijks in het milieu komt gemaakt moeten worden, inclusief voor de peuken die moeilijk te verwijderen zijn. Vervolgens zou er een referentiekost per sigaret moeten worden doorgerekend aan de producenten.”
Nederland voortouw?
Voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is de volledige uitbanning van de sigarettenfilter nog een nieuwe gedachte, zegt Buurman. “Dat is nog niet overwogen, maar ze weten wel dat dit ook andere beleidsterreinen raakt, zoals die van Volksgezondheid en Economische Zaken. En dan krijg je vermoedelijk de standaardreactie: dit moeten we Europees regelen, want vanwege de interne Europese markt zijn landen vaak bang om producten zelf te verbieden. Maar het kan wél wanneer je daar hele zwaarwegende redenen voor hebt. Als je zwaarwegende milieu- of gezondheidsredenen hebt, dan zou je als land wel degelijk een verbod mogen uitvaardigen. Zo heeft Denemarken weleens het voortouw genomen in het verbieden van bisfenol A in babyflesjes, wat een gevaarlijke chemische stof is die bij verwarming in de melk terechtkomt. Na het Deense verbod volgde Europa. Soms heb je dus een land nodig dat Europa verder op het juiste spoor zet. Dus laat Nederland op Europees niveau pleiten voor een verbod, maar het kan daar zelf ook al een eerste stap in zetten.”
Tabaksschadefonds
In het verlengde van de SUP-richtlijn, waarin is afgesproken dat de vervuiler betaalt, raakt De Kanter opnieuw enthousiast over de mogelijkheid om een tabaksverslavingsfonds of -schadefonds op te richten. “Daar staan we nog steeds achter. In het verleden hebben we hiervoor ook gelobbyd, alleen stuitten we toen op weerstand van VWS en de gezondheidsfondsen, die dit idee een ‘aflaat’ noemden. Dat vinden wij niet: de tabaksindustrie kan 1 procent van zijn winst in een tabaksschadefonds storten, waarmee de overheid antirookcampagnes en -programma’s kan financieren. Daar kan de tabaksindustrie niet mee shinen, het is gewoon een vergoeding voor de schade die ze veroorzaken. Nu VWS moet accepteren dat de tabaksfabrikanten moeten gaan meebetalen aan de milieuschade die zij veroorzaken, liggen er voor ons kansen om ook de gezondheidsschade op hen te verhalen. Want deze realiteit is natuurlijk vreemd: geen verplichte bijdrage voor zorgkosten, maar wel voor vieze peuken. Hoe dubbel kan het zijn?”
tags: milieuvervuiling | plastic | peuken | tabaksverslavingsfonds | FCTC