Hoe de tabaksindustrie haar hachje probeert te redden
maandag 21 januari 2019
Waarom zet de tabaksindustrie en masse in op de ontwikkeling van allerlei Nieuwe Nicotine Producerende Rookproducten (NNPR) die minder schadelijk zouden zijn voor de gebruiker? Het gaat hierbij om de tabakloze elektrische sigaret in al zijn varianten én de smeltsigaret, waarin tabak niet verbrand wordt maar verhit.
Door de Webredactie
Is het uit bezorgdheid voor de gezondheid van de roker? Of is het omdat ze daar een mogelijkheid in zien om hun afkalvende markt traditionele sigarettenmarkt te redden, hun omzetten op peil en hun aandeelhouders tevredente houden? De vraag stellen is hem beantwoorden: de tabaksindustrie heeft zich nooit iets gelegen laten liggen aan de gezondheid van de roker, dus het moet wel het bewaken van hun omzet zijn.
Geraffineerd
In een artikel in het gezaghebbend tijdschrift American Journal of Public Health analyseren Mathers en anderen de NNPR. Zij onderzochten het acquisitiebeleid van de vier grootste tabaksfabrikanten (Philip Morris, BAT, JTI en Imperial Tobacco) in de periode 2010 tot 2018. Zij kwamen tot de conclusie dat de investering in bedrijven die e-sigaretten produceren en de ontwikkeling van smeltsigaretten vooral bedoeld is om hun ‘gewone’ tabaksverkoop in stand te houden. Ze laten zien hoe de vier grootste tabaksfabrikanten op een geraffineerde wijze de lokale markten infiltreren en daarbij zoveel mogelijk regelgeving ontduiken, gebruikmakend van verschillen in regelgeving tussen verschillende landen.
Weinig bewijs
Er is weinig bewijs, zeggen Mathers en collega’s, dat de tabaksindustrie wil stoppen met de productie van de traditionele sigaret. TabakNee publiceerde hier eerder ook al over. In tegendeel, de tabaksindustrie is op een uiterst agressieve wijze bezig haar producten te marketen en probeert alle regelgeving zoveel mogelijk te frustreren. NNPR dienen vooral één doel: het bevorderen van de verkoop van gewone sigaretten en niet om een minder schadelijk product dan conventionele sigaretten op de markt te zetten. Als voorbeeld geven zij de door Philip Morris in het leven geroepen ‘Stichting voor een Rookvrije Wereld’, die na de ontwikkeling van de IQOS is opgestart. Met deze stichting probeert Philip Morris onderzoek en politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Kwalijke reputatie
Mathers is de ontwikkeling van NNPR’s een poging van de tabaksindustrie om hun kwalijke reputatie op te vijzelen. Door NNPR’s op de markt te zetten wordt het politieke debat verwaterd en wordt de aandacht van effectieve anti-tabaksmaatregelen weggenomen.
FCTC
Tenslotte waarschuwen Mathers e.a. er voor dat NNPR’s gebruikt kunnen worden om onder het FCTC verdrag artikel 5.3 uit te komen, waarin geregeld wordt dat de tabaksindustrie weg moet blijven van het gezondheidsbeleid van de overheid. De tabaksindustrie zal immers naar voren brengen dat zij nu producten op de markt zetten die duidelijk minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan de conventionele sigaret en dat zij dus recht hebben mee te praten over het nationale gezondheidsbeleid. Het is overigens nog nooit bewezen of de gezondheidswinst zo groot is als de tabaksindustrie beweert en of de smeltsigaret uiteindelijk niet net zo schadelijk zal blijken te zijn als de gewone sigaret. In het FCTC verdrag zouden dus ook de NNPR moeten worden opgenomen.
Mathers en collega’s besluiten met een oproep aan de politiek om oplettend te zijn en goed te kijken naar de verborgen agenda’s die de tabaksindustrie heeft bij het op de markt zetten van NNPR's.