Telegraaf stelt bedrog van de tabaksindustrie aan de kaak
dinsdag 13 november 2018
De Telegraaf wijdde afgelopen zaterdag maar liefst twee hele pagina’s aan het consumentenbedrog van de tabakssector. Het artikel gaat ook over hoe de invloed van de tabaksindustrie steeds verder ingeperkt wordt door internationale wetgeving en de anti-tabaksactivisten én hoe er als het ware een cordon sanitaire rondom de tabakssector gelegd wordt.
Door de webredactie
In een opmerkelijk kritisch artikel in de Financiële Telegraaf onder de titel ‘Tabakslobby stap voor stap uitgerookt’ beschrijven Harry van Gelder en Inge Lengton hoe de tabakssector tientallen jaren het publiek bedroog. Dat ze heel goed wisten dat nicotine uiterst verslavend is én dat dit de reden is dat rokers zoveel moeite hebben om te stoppen. En hoe ze extra stoffen aan de tabak toevoegden om de verslaving beter te doen aanslaan, terwijl de roker onwetend werd gehouden. Bedrog dus. Uitvoerig beschrijven de auteurs verder hoe de tabakssector altijd de juiste personen weet te bereiken om daarmee het tabaksbeleid van de overheid te beïnvloeden. Maar ook hoe de overheid met behulp van internationale regelgeving en met een zetje in de rug van de rechtszaak aangespannen door de Stichting Rookpreventie Jeugd, zich ontworstelde aan de greep van de tabaksindustrie.
FCTC-verdrag
Het gevolg is dat de tabaksindustrie niet meer mag deelnemen aan gespreken over antirookwetgeving. Nederland heeft namelijk een internationaal anti-rookverdrag ondertekend. Dit FCTC-verdrag dat in 2005 is geratificeerd door de Nederlandse regering, bevat een artikel (5.3) waarin staat dat de tabaksindustrie bij het maken van antirookbeleid op afstand gehouden moet worden. Alleen voor technische zaken mag er overlegd worden met de tabaksbranche. Nederland speelde een grote rol bij de tot stand komen van dit verdrag, met Els Borst aan het roer als minister van Volksgezondheid.
In de praktijk bleek dat het FCTC-verdrag niet veel waard was: de tabaksindustrie werd de facto toch bij beleidsbeslissingen betrokken. “Uiteindelijk maakte een rechtszaak, aangespannen door de Stichting Rookpreventie Jeugd, duidelijk dat Nederland bij het ratificeren van het WHO-verdrag voor veel meer had getekend dan velen vermoedden,” schrijft De Telegraaf.
Staatssecretaris Martin van Rijn stelde vervolgens een protocol op waarin stond hoe de centrale- en de lokale overheid om moest gaan met de tabaksindustrie, lees op aangepaste afstand moest houden en ging de deur voor de tabakslobbyisten dicht. Dat werkte.
Doorslaan
Peter van den Driest van Philip Morris mag in het Telegraaf-artikel zijn beklag doen. Volgens hem staat “nergens in het artikel dat je dan helemáál geen contact meer mag hebben.” Volgens de tabakslobbyist was het “een eigen interpretatie van Van Rijn. Nederland is veel strikter dan andere landen.” Philip Morris probeerde met brieven nog enige invloed uit te oefenen. “Maar die worden niet eens meer beantwoord”, klaagt Van den Driest tegen De Telegraaf. “Er zitten louter gelijkgestemden aan tafel. Zo kom je nooit aan een breed gedragen akkoord.” De tabaksindustrie noemt de vergaande anti-rookplannen van staatssecretaris Blokhuis daarom ’een dictaat’.
Tabakswinkeliers
Ook de tabakswinkeliers komen er, tot hun grote woede, bij het ministerie van VWS niet meer in. Lobbyist Bert Bakker (prominent D66-lid) krijgt in de Telegraaf de ruimte om te zeggen dat het stom is dat de tabaksindustrie niet meer welkom is. En VVD’er Erik Ziengs vindt dat “we helemaal doorslaan”. Maar met jaarlijks 20.000 doden als gevolg van een vrij verkrijgbaar consumentenproduct mag je ook wel doorslaan, toch?