line
appende straeter-1

Tabakslobbyist appt met Kamerlid tijdens Nicotinee-debat

donderdag 16 januari 2025

Tijdens het debat over Nicotinee op 12 december jl. in de Tweede Kamer had een tabakslobbyist vanaf de publieke tribune via WhatsApp contact met een Kamerlid van de PVV, zo werd onthuld in het radioprogramma Geld of je leven. Bronnen bevestigen dat Jan Hein Sträter (VSK) zijn complimenten stuurde aan Kamerlid Patrick Crijns.

Door de webredactie

“Complimenten. Reguleren is prima, verbieden is de verkeerde weg”, appt Jan Hein Sträter op 12 december vanaf de publieke tribune in de Tweede Kamer aan PVV-Kamerlid Patrick Crijns, direct na diens inbreng in het debat over het burgerinitiatief Nicotinee. In het NPO Radio1-programma Geld of je leven van 8 januari onthulde School of Moral Ambition-fellow Joachim Verheyen hoe een tabakslobbyist tijdens het Nicotinee-debat openlijk zat te appen met de PVV-politicus. TabakNee kon vaststellen dat het hier ging om de directeur van de Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten (VSK). En ook dat er de avond voor het debat al contact was, waarbij Sträter verwees naar de uitzending van Nieuwsuur diezelfde avond waarin hij zijn reactie mocht geven op het burgerinitiatief. Vervolgens wenste hij Crijns voor de volgende dag veel succes.

Lobbyisten in het Moldavisch parlement

In de radio-uitzending vertelt Joachim Verheyen over zijn beweegredenen voor zijn overstap van een goed betaalde baan in de haven van Antwerpen naar een fellowship bij de School of Moral Ambition, die werd opgericht door Rutger Bregman en partners. Als een van de elf fellows op het onderwerp tabaksontmoediging werd hij gedetacheerd bij de antitabaksorganisatie Vital Strategies, wat hem naar Moldavië bracht. Daar was hij een van de insprekers tijdens een hoorzitting in het Moldavische parlement over nieuwe tabakswetgeving.

In de zaal bleken 20 van de 32 aanwezigen vertegenwoordigers van de tabaksindustrie te zijn. Door tussenkomst van de secretaris-generaal van het European Network for Smoking and Tobacco Prevention (ENSP) kregen die tabakslobbyisten geen kans hun zegje te doen. De ENSP-voorman had het secretariaat van het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) van de Wereldgezondheidsorganisatie gevraagd de Moldavische overheid te herinneren aan artikel 5.3 van het verdrag. Dat bepaalt dat bij het verdrag aangesloten overheden moeten voorkomen dat de tabakslobby invloed uitoefent op het tabaksbeleid. Het FCTC-secretariaat had nog eens benadrukt dat dit ook voor parlementariërs geldt.

Parallel met het Nederlandse parlement

In de radio-uitzending zegt Verheyen: “Het is interessant om de parallel met Moldavië te maken. We hadden het daar over tabakslobbyisten in het parlement. Je zou je bijna niet meer kunnen voorstellen dat dat nog kan bij ons, maar ook op 12 december zat er op de tribune een tabakslobbyist tijdens het debat te appen met iemand van de PVV.”

Omdat dit in alle openheid gebeurde, kon worden vastgesteld dat Crijns Sträter de avond tevoren had ingelicht over het voornemen van NSC om met een motie te komen om de tabaksleeftijd te verhogen naar 21 jaar. Vervolgens wenste Sträter Crijns succes voor de volgende dag en opperde hij dat ze elkaar dan misschien nog even zouden zien. De volgende dag appt Sträter zijn complimenten direct na het optreden van Crijns.

PVV herhaalt steeds lobby-argumenten

Dat het contact tussen de tabaksindustrie en de PVV zo direct kan worden aangetoond is niet eerder gezien, maar het is natuurlijk geen nieuws dat de PVV aan de leiband van de tabaksindustrie loopt. In het parlement verwoordt de partij steeds de argumenten van de tabaksproducenten. Tijdens een commissiedebat over Leefstijlpreventie op 16 mei 2024 zei Crijns bijvoorbeeld: “De PVV is tegen zware ingrepen zoals accijnsverhogingen en allerhande verboden. Deze maatregelen schaden niet alleen de economie maar leiden ook tot de toename van illegale handel, smokkelwaar en namaakproducten. Bovendien beperken ze de persoonlijke keuzevrijheid en werken ze vaak averechts.”

In het schriftelijk overleg, begin 2024, naar aanleiding van de wetswijziging waarmee nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten onder de tabakswet worden gebracht, heeft de PVV het over “volwassen rokers [die worden] gestraft met steeds hogere accijnzen, die met name de laagste socio-economische groepen in de samenleving treffen. Alternatieven om van het roken af te komen, zoals e-sigaretten en nicotinezakjes, worden deze groep volwassen rokers ontnomen. Hoe rijmt de regering deze verbodsbepalingen van minder schadelijke producten met de huidige regelgeving rond sigaretten?” En ook: “Deelt de regering de mening dat na het smaakverbod in e-sigaretten te verwachten valt dat consumenten weer beginnen met roken of hun producten over de grens of via de illegale weg zullen verkrijgen?”

‘Nicotinee is betuttelend en futiel plan’

Ook in het debat over het burgerinitiatief Nicotinee, dat een generatiegebonden verkoopverbod van alle nicotineproducten aan iedereen geboren vanaf 2012 voorstaat, was de stem van de industrie terug te horen in de woorden van Crijns. “Het Nicotinee-initiatief is een betuttelend en futiel plan dat nog meer problemen zal veroorzaken dan oplossen”, zei hij meteen aan het begin van zijn inbreng. Hij noemde het voorstel onuitvoerbaar, een inperking van de keuzevrijheid van toekomstige volwassenen (“vandaag is het nicotine, morgen is het alcohol en overmorgen is het suiker”) en een plan dat averechts zal uitwerken. Een verbod zou immers de vraag naar de ‘verboden vrucht’ alleen maar aanwakkeren en illegale handel bevorderen. “Mensen zullen massaal over de grens kopen. De smokkel zal bloeien en de zwarte markt zal sterker dan ooit worden.”

Nog altijd directe invloed op politiek

Het app-verkeer tussen VSK en PVV laat zien hoe direct de invloed van de tabakslobby in het Nederlandse parlement nog steeds is. Sinds toenmalig staatssecretaris Martin van Rijn (VWS, PvdA) een protocol voor overheidsdienaren opstelde voor de omgang met de tabaksindustrie, is het voor lobbyisten moeilijker, zo niet onmogelijk om ambtenaren op ministeries te spreken. Maar de tabakslobbyisten zijn niet snel uit het veld geslagen, bleek in 2017 uit het WNL-programma Haagse Lobby waarin Arnoud Ongerboer de Visser, directeur Corporate Affairs & Communications bij Japan Tobacco International (JTI) zei: “Het is steeds lastiger om politici te spreken. Maar er zijn ook andere wegen die naar Rome leiden, zo gebruiken wij de andere geijkte public affairs-instrumenten: een e-mail, meedoen aan internetconsultaties. Wij hebben onze legitieme belangen en wij weten ons spel te blijven spelen.”

Kamer claimt eigen verantwoordelijkheid

De discussie of Kamerleden, immers beleidsmakers bij uitstek, niet ook gebonden zijn aan artikel 5.3 van het FCTC-verdrag keert regelmatig terug. In 2019 was het punt aan de orde gesteld in een debat over het Nationaal Preventieakkoord. Twee maanden later kwam het presidium van de Kamer, destijds onder leiding van Khadija Arib, met een standpunt. In de brief wordt gesteld dat de Kamer in de omgang met de tabaksindustrie een ‘eigen verantwoordelijkheid’ heeft.

Arib schrijft: “Eerder heeft het presidium in dit verband opgemerkt dat het voor Kamerleden belangrijk is zich breed te kunnen oriënteren op alle feiten en belangen die betrekking hebben op een maatschappelijk vraagstuk, voordat zij hun standpunt bepalen. Tevens is aangegeven dat het ter voorkoming van de schijn van belangenverstrengeling verstandig is dat Kamerleden transparant zijn over de contacten die zij hebben.”

In 2021 probeerde Volt-Kamerlid Gündoğan via een motie het presidium te verleiden om dit standpunt te herzien. De Kamer ging daar niet in mee na een draai van de CDA-fractie. Vorig jaar herhaalde toenmalig staatssecretaris Maarten van Ooijen het standpunt van Arib in schriftelijke antwoorden op Kamervragen: “Tegelijkertijd heeft de Kamer, binnen de Nederlandse constitutionele verhoudingen, een eigen verantwoordelijkheid voor wat betreft contacten met de tabaksindustrie.”

‘Natuurlijk geldt 5.3 ook voor Kamerleden’

Wanda de Kanter, voorzitter van Rookpreventie Jeugd, die als een van de initiatiefnemers van Nicotinee het debat in de Kamer mocht inleiden, is het hartgrondig oneens met het idee dat Kamerleden niet gebonden zouden zijn aan de bepalingen in het FCTC-verdrag.

“Het is natuurlijk onbestaanbaar dat tabakslobbyisten niet zouden mogen praten met bewindslieden en ambtenaren op ministeries, maar wel invloed kunnen uitoefenen op parlementariërs, die uiteindelijk bepalen of beleid wordt aangenomen of niet”, zegt De Kanter. “Dit voorbeeld, van Crijns die met Sträter appt, laat zien hoe direct de invloed van de lobby op het parlement is. Het is begrijpelijk dat Kamerleden met iedereen willen kunnen praten, maar de Wereldgezondheidsorganisatie heeft niet voor niets een uitzondering gemaakt voor de tabaksindustrie. Dat is immers ook een uitzonderlijke industrie als producent van een hyperverslavend product dat twee van de drie gebruikers ervan vroegtijdig de dood in jaagt. Het is een industrie die jaagt op kinderen die recht hebben op onze bescherming. Deze industrie moet daarom geen enkele invloed kunnen uitoefenen op maatregelen die nodig zijn om kinderen die bescherming te bieden.

“Recent sprak ik met het FCTC-secretariaat, dat zonder enig voorbehoud zegt dat artikel 5.3 ook voor parlementariërs geldt. Daarom is mijn dringende advies aan het huidige presidium van de Kamer om zich te laten informeren door het FCTC-secretariaat.”

tags:  debat | Tweede Kamer | tabakslobby | Nicotinee | VSK | PVV | politiek | FCTC-verdrag