Accijns op e-sigaret op zijn vroegst in 2026
donderdag 26 oktober 2023
Bij overleg met de Kamer liet staatssecretaris Van Rij van Financiën weten dat een verbruiksbelasting op e-sigaretten niet voor 2026 mogelijk is. De Kamer dringt aan op snelheid en lijkt verder in te stemmen met de extra verhoging van de accijns op tabak. Nieuw onderzoek ontkracht de stelling dat de smokkel daardoor zal toenemen.
Door de webredactie
Invoering van een verbruiksbelasting op e-sigaretten kan niet eerder dan 2026. Dat stelde staatssecretaris Van Rij (Financiën, CDA) maandag tijdens een commissiedebat over het Belastingplan 2024. In antwoord op Kamervragen van de VVD, D66, ChristenUnie en CDA had Van Rij vorige week schriftelijk al aangegeven dat invoering van zo’n belasting 18 tot 24 maanden kost en dat die ‘hopelijk’ in 2026 ingevoerd kan worden. “Goede wetgeving vraagt goede voorbereiding”, zei Van Rij nu in het debat. Invoering in 2026 is, gaf hij verder aan, afhankelijk van een snel wetgevingsproces.
D66-Kamerlid Steven van Weyenberg diende woensdag, tijdens het plenaire debat over het Belastingplan, daarom een motie in waarin de regering wordt opgeroepen om voor het zomerreces van 2024 met een wetsvoorstel te komen voor een verbruiksbelasting op e-sigaretten. De motie wordt ondersteund door GroenLinks, ChristenUnie, CDA, VVD, Partij voor de Dieren, SGP, Omtzigt en Van der Laan.
VVD wil tabaksaccijns nog verder verhogen
Ondertussen lijkt de Kamer in te gaan stemmen met de extra verhoging van de accijns op tabak die het kabinet heeft voorgesteld. Sterker nog, VVD en SGP stellen in een amendement voor om de tabaksaccijns nog verder te verhogen, net als de kansspelbelasting, om daarmee een halvering van de voorgestelde accijnsverhoging op alcohol te financieren. Volgens de indieners zal de door het kabinet voorgestelde verhoging met name in grensregio’s “zeer nadelig uitpakken voor de lokale middenstand en de werkgelegenheid die zij bieden”.
Verder diende alleen de PVV een amendement in waarin de verhoging van de tabaksaccijns moet worden teruggedraaid, maar staatssecretaris Van Rij liet al weten dat de voorgestelde dekking daarbij (uit het Stikstoffonds) niet mogelijk is.
Tabakslobby laat van zich horen
De tabaksindustrie probeerde in de afgelopen weken hardnekkig te lobbyen voor het terugdraaien van de extra accijnsverhogingen. Gisteren schreven we over de paniekberichten van de Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten (VSK) over recordaantallen buitenlandse tabaksaankopen na de accijnsverhoging in april van dit jaar. De branchevereniging, waarin British American Tobacco, Japan Tobacco en Imperial Brands zijn verenigd, baseerde zich daarbij op onbetrouwbaar onderzoek door het bureau Kantar.
Philip Morris International probeerde in september al de politiek op andere gedachten te brengen met een brief aan staatssecretaris Van Rij, zijn collega De Vries (Douane, VVD), het Hoofd Accijnzen van het ministerie, minister Yesilgöz (Justitie, VVD) en de Kamercommissies Financiën en Justitie. De brief werd recent door de overheid gepubliceerd in het kader van transparantie over contacten met de tabaksindustrie. Met de brief bood PMI een nieuw rapport van KPMG aan over illegale handel en smokkel van tabakswaren. Van die KPMG-rapporten is echter al jaren bekend dat de inhoud ervan niet te vertrouwen is. Toch besloot PMI zijn aanbiedingsbrief met de hoop dat die inhoud “in de komende discussie over de rijksbegroting wordt meegenomen.”
Alleen PVV hoort de lobby
Uit schriftelijk overleg van Van Rij met de Kamer blijkt dat de argumenten van de tabaksindustrie voornamelijk bij de PVV zijn aangekomen. De partij vroeg de staatsecretaris om nader in te gaan op de verwachte grenseffecten van de voorgestelde accijnsverhoging en of hij kon aangeven wat de verhogingen betekenen voor verschillende inkomensgroepen. Dat laatste kon Van Rij niet, omdat daar geen gegevens over zijn.
Valse beeldvorming over arme rokers
Tegenstanders van de accijnsverhoging betogen vaak dat die vooral arme rokers treffen. In de Volkskrant reageerde directeur Hans Snijder van de Hartstichting op dat argument. Hij noemt het een ‘hardnekkig frame’ dat voor wie het financieel al niet breed heeft, de prijsverhoging van tabak financieel en mentaal harder aankomt. Met deze ‘valse beeldvorming’ hopen partijen volgens Snijder vlak voor de verkiezingen punten te scoren bij rokers met een kleine portemonnee. In werkelijkheid, betoogt Snijder, zeggen deze partijen: “Wij hebben het voor elkaar gekregen dat u tegen een lagere prijs langer verslaafd blijft aan de dure en dodelijke producten van de tabaksindustrie.”
Om rokers echt te helpen moeten de accijnsverhogingen gepaard gaan met goede, gratis rookstophulp, een snellere afbouw van de tabaksverkoop dan nu gepland en, om nieuwe aanwas te voorkomen, invoering van een generatiegebonden verkoopverbod van tabak.
Minder smokkel na accijnsverhoging
Het belangrijkste argument dat de tabaksbedrijven steevast aanvoeren (zie ook hierboven) tegen accijnsverhogingen is de verwachte groei van de illegale handel, smokkel en buitenlandse aankoop van tabak, waardoor de overheid accijnsinkomsten verliest. Onderzoekers van het Institute of Development Studies in Brighton rekenen effectief af met dat idee in een vorige week in Tobacco Control gepubliceerd onderzoek. Zij onderzochten de effecten van een accijnsverhoging in Sierra Leone en vonden dat die het gewenste effect had: de tabaksprijzen gingen omhoog, de accijnsinkomsten ook en het aantal rokers nam af. Tegelijkertijd zagen zij dat de smokkel van tabak niet was toegenomen, maar juist verminderd.
tags: Hartstichting | tabaksaccijns | Tweede Kamer | SES | politiek | staatssecretaris | smokkel | accijnsverhoging | e-sigaret | tabakslobby | onderzoek | accijns