Rookpreventie Jeugd: ‘Bescherm jeugd tegen nicotineverslaving’
maandag 31 juli 2023
Met nieuwe Tweede Kamerverkiezingen op komst, delen maatschappelijke organisaties met politieke partijen hun suggesties voor de verkiezingsprogramma’s. Zo ook Rookpreventie Jeugd, dat pleit voor jaarlijkse accijnsverhogingen, een vergunningstelsel voor tabaksverkoop en de nicotinevrije generatie in een wet.
Door de webredactie
In een schrijven aan de verkiezingsprogrammacommissies van politieke partijen pleit Rookpreventie Jeugd voor verdere aanscherping van het beleid om roken en het gebruik van alternatieven voor de sigaret terug te dringen. De voorstellen van Rookpreventie Jeugd zijn gericht op bescherming van de jeugd. Het streven van de stichting is immers dat er geen nieuwe rokers meer bij komen, zodat roken of het gebruik van alternatieven uiteindelijk uit de samenleving verdwijnt.
Kinderen hebben recht op bescherming
Rookpreventie Jeugd zet zich in voor de bescherming van de jeugd tegen nicotineverslaving in welke vorm dan ook, om de opgroeiende en toekomstige generaties te vrijwaren van ziekten die daar op termijn het gevolg van zijn. Nog altijd sterven jaarlijks 19.000 mensen aan ziekten die het gevolg zijn van roken (COPD, 12 soorten kanker inclusief longkanker, hart- en vaatziekten). Zolang er elk jaar weer nieuwe rokers bij komen, zal het aantal sterfgevallen als gevolg van roken niet afnemen. De meest recente cijfers laten zien dat de prevalentiecijfers onder scholieren van 12 t/m 16 jaar tussen 2019 en 2021 stabiel zijn gebleven. De eerdere daling is gestopt en roken, vapen en het gebruik van nicotinezakjes winnen weer aan populariteit.
Nicotine zorgt voor ernstige verslaving, waar kinderen zich volstrekt niet van bewust zijn wanneer ze gaan experimenteren met sigaretten en andere nicotineproducten. 80 procent van de rokers is voor zijn 18e begonnen. Twee op de drie kinderen die met een sigaret (of vape) experimenteert, wordt een dagelijkse roker. De eerste sigaret of ander nicotineproduct is daarom het enige moment van ‘vrije keuze’ in dit verband. Kinderen hebben het recht om hiertegen beschermd te worden.
Om deze redenen zijn de volgende extra maatregelen nodig:
- Jaarlijkse accijnsverhogingen op tabak en invoeren van accijnsheffingen op alternatieve rookproducten
Een hoge prijs is het meest effectieve instrument om jongeren ervan te weerhouden met nicotineproducten te beginnen. Het gevaar van ernstige grenseffecten blijkt er niet te zijn, bovendien, kinderen smokkelen niet. Berichten in de pers over smokkel en illegale handel zijn meestal te herleiden tot de rapporten van KPMG die in opdracht van de tabaksindustrie zijn gemaakt en daarom niet kunnen worden vertrouwd.
- Invoeren van een vergunningstelsel voor tabaksverkoop
Beschikbaarheid is het tweede effectieve instrument om het beginnen met roken tegen te gaan. Rookpreventie Jeugd pleit voor versnelde afbouw van het aantal verkooppunten, zodat rookwaren al in de komende kabinetsperiode alleen nog bij tabaksspeciaalzaken te verkrijgen zijn. Een vergunningstelsel biedt de overheid het instrument om het aantal en de locaties van winkels te reguleren (niet in de buurt van scholen bijvoorbeeld). Het kan ook de mogelijkheid bieden om bepaalde lokale (dorps)winkels tabaksverkoop toe te staan.
- De nicotinevrije generatie vastgelegd in een wet
De overheid streeft sinds 2018 naar een rookvrije generatie per 2040. De hierboven aangehaalde cijfers over rookprevalentie onder de jeugd laten zien dat hier zonder extra maatregelen niets van terecht gaat komen. Het is daarom noodzaak dat heldere doelen worden vastgelegd in een Wet nicotinevrije generatie. Daarmee kan de leeftijdsgrens voor aankoop van nicotineproducten vanaf een bepaald jaar (bijvoorbeeld 2030) elk jaar met een jaar worden verhoogd. Bestaande rokers worden daar niet door getroffen, terwijl nieuwe generaties worden beschermd tegen een nicotineverslaving.
- Invoeren van apart toezicht op bescherming van kinderen
Elk jaar opnieuw blijkt de leeftijdsgrens voor de aankoop van tabak en vapes op grote schaal te worden genegeerd in verkooppunten voor deze producten. Ondertussen worden jongeren overspoeld met rookpromoties en -beelden op social media en in films en tv-series. De NVWA ontbreekt het aan de capaciteit om hier effectief tegen op te treden. Om op termijn een nicotinevrije generatie mogelijk te maken, is een effectieve handhaving van de bestaande regels nu van cruciaal belang. Er moet daarom een aparte toezichthouder komen die zich richt op de bescherming van kinderen tegen verslaving.
- Opnemen van artikel 5.3 WHO Kaderverdrag in de wet
Inmenging door de tabaksindustrie is de grootste bedreiging voor een effectief tabaksontmoedigingsbeleid. Om die reden is in het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) van de WHO het artikel 5.3 opgenomen, dat de partijen opdraagt invloed van de tabaksindustrie op het beleid uit te sluiten. De rijksoverheid is transparant over haar contacten met de industrie. Toch weten lobbyisten nog altijd ingangen te vinden, bijvoorbeeld in de Tweede Kamer. Een transparantieregister over contacten met lobbyisten van de nicotine-industrie voor alle overheidsorganen is het minste wat zou moeten worden ingesteld. Beter nog: het vastleggen van artikel 5.3 in de wet schept voor iedereen duidelijkheid over hoe men dient om te gaan met lobbyisten van de nicotine-industrie.
- Instellen van een nicotineverslavingsfonds
De maatschappelijke kosten van roken (zorgkosten, verminderde productiviteit) worden geraamd op 33 miljard euro per jaar. Er is dus alles voor te zeggen om de aanstichters daarvan hiervoor aan te slaan via een nicotineverslavingsfonds. Producenten en importeurs van nicotineproducten moet verplicht worden een percentage van hun winst in dat fonds te storten, dat kan worden aangewend om nicotinegebruik tegen te gaan.
Ook KNMG en GGD pleiten voor preventie
Ook de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunde (KNMG) en GGD GHOR vragen de politiek om stevig in te zetten op preventie. De KNMG pleit voor maatregelen “die bijdragen aan een gelijke kans op een leven in gezondheid”. Het dichten van de gezondheidskloof “leidt tot het verbeteren van de volksgezondheid, de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg, en draagt bij aan het verminderen van de druk op de zorg.” De artsenorganisatie pleit onder meer voor het “verankeren van lange termijn gezondheidsdoelen in de wet en het onafhankelijk toezicht op naleving van gestelde doelen en het structureel investeren in leefstijlpreventie.” Roken wordt daarbij niet expliciet genoemd, maar het is bekend dat roken het meeste gezondheidsverlies veroorzaakt en de grootste risicofactor is voor gezondheidsverschillen tussen hoge- en lage-inkomensgroepen.
Om die reden roept GGD GHOR Nederland partijen op om het budget voor preventie te verdubbelen naar 2 procent van de VWS-begroting.
tags: Wet Rookvrije Generatie | nicotineverslaving | politieke partijen | vergunningstelsel | verkiezingsprogramma | politiek | accijnsverhoging