Trimbos-instituut en Amsterdam-UMC pleiten nu ook voor vergunningstelsel voor tabaksverkoop
maandag 22 februari 2021
Wetenschappelijk onderzoek van Amsterdam UMC en het Trimbos-instituut naar de invoering van vergunningstelsels voor tabaksverkoop in Europa laat zien dat dit een effectief instrument is voor tabaksontmoediging. In een opiniestuk in Trouw geven de onderzoekers daarvoor de argumenten, die al langere tijd ook door Rookpreventie Jeugd worden aangevoerd.
Door de webredactie
Rookpreventie Jeugd (RPJ) pleit al jaren voor het invoeren van een vergunningstelsel voor tabaksproducten. Dat is immers een hele effectieve manier om grip te krijgen op de hoeveelheid verkooppunten. Uit onderzoek van SEO bleek vorig jaar dat Nederland ruim 16.000 tabaksverkooppunten telt. Eerdere schattingen vielen hoger uit, maar er is consensus dat er zo’n 1.600 tabaksspeciaalzaken zijn. De grote hoeveelheid verkooppunten maakt dat het nu moeilijk te controleren is of alle verkopers zich aan de leeftijdsgrens van 18 jaar houden. Begin deze maand bleek nog maar weer eens dat meer dan de helft van de jongeren die proberen tabaksproducten te kopen, daarin slagen. Maar als het aantal verkooppunten middels een vergunningstelsel wordt teruggebracht tot tabaksspeciaalzaken, dan wordt de controle en de handhaving ineens veel haalbaarder.
Steun in de rug
In een opiniestuk in Trouw stellen Mirte Kuipers, onderzoeker aan het Amsterdam UMC, en Marc Willemsen van het Trimbos-instituut dat de invoering van zo’n vergunningstelsel veel kan opleveren in het tegengaan van jeugdroken. Hun pleidooi is een steun in de rug voor Rookpreventie Jeugd.
Het stuk volgt op een wetenschappelijk onderzoek dat Kuipers en Willemsen met Paulien Nuyts en Anton Kunst, beiden net als Kuipers verbonden aan de afdeling Sociale Geneeskunde van het Amsterdam UMC, hebben gedaan naar vergunningstelsels voor tabaksverkoop in Europa, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Tobacco Control.
Op termijn inperken
In Trouw pleitten zij voor een vergunningstelsel, omdat het een effectieve manier is om te voorkomen dat tabaksverkooppunten te dicht bij scholen liggen of zich concentreren in achterstandswijken. “Verder kan de overheid het aantal vergunningen op termijn inperken, zodat de verkoop gefaseerd wordt teruggebracht.”
Daarnaast kan het stelsel een antwoord zijn op de vrees dat ondernemers, inclusief de moederbedrijven van supermarkten, met nieuwe winkels in het gat springen dat de supermarkten zullen achterlaten als zij verplicht met tabaksverkoop moeten stoppen in 2024. Zo’n herschikking zou het probleem slechts verplaatsen en niet oplossen, redeneren Kuipers en Willemsen. Maar met een vergunningstelsel krijgt de overheid daar wel vat op.
Handhaving
“Een vergunningstelsel maakt het ook gemakkelijker het bestaande tabaksbeleid te handhaven, zoals het verbod op de verkoop aan minderjarigen en op het uitstallen van en reclame maken voor tabak”, zijn Willemsen en Kuipers het met Rookpreventie Jeugd eens. “Het motiveert verkopers zich aan regelgeving te houden; bij overtredingen kunnen ze hun vergunning verliezen.”
Verder wijzen ze erop dat er steeds meer wetenschappelijk bewijs is dat een vergunningstelsel bij kan dragen om het roken door jongeren te ontmoedigen: “Dit is aangetoond in Californië, waar het invoeren van strengere vergunningseisen werd geëvalueerd. Het strookt bovendien met bewijs uit studies die laten zien dat jongeren die in buurten wonen met weinig tabaksverkooppunten minder risico lopen om te beginnen met roken.”
Verkeerd signaal?
Kuipers en Willemsen reageren op de aarzeling die staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid) in een Kamerdebat over preventie op 1 februari uitte over een vergunningstelsel, omdat een vergunning als een brevet van goedkeuring door de overheid voor de verkoop van tabak zou kunnen worden opgevat. “Maar met een vergunningstelsel laat de overheid juist zien dat zij de situatie van vrije verkoop tegengaat en meer grip krijgt op het aantal verkooppunten”, stellen zij. “Als ze duidelijk communiceert over doelen en argumenten voor invoering van een vergunningstelsel, zal ze daar zeker veel draagvlak voor vinden in de samenleving.”
Sterker nog, dat draagvlak is er. Uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij dat in september 2020 is gepubliceerd, blijkt dat 63 procent van de Nederlanders vindt dat er minder tabaksverkooppunten moeten komen om roken écht te ontmoedigen. Een vergunningstelsel bewerkstelligt die vermindering.
Finland
Kuipers en Willemsen wijzen ook nog op andere Europese landen waar al met succes zo’n stelsel is ingevoerd, zoals in Finland in 2009. “Het aantal verkooppunten is daar aanzienlijk gedaald en er is, net als in Nederland, veel maatschappelijke steun om kinderen te beschermen tegen de gevaren van tabak.”
Finland wil in 2030 een rookvrije generatie bereiken, tien jaar eerder dan in Nederland. Nederland kan zijn doel dus zelfs aanscherpen en eerder een rookvrije generatie bewerkstelligen als het een vergunningstelsel invoert. Ieder jaar overlijden er immers nog altijd ruim 20.000 mensen aan de gevolgen van roken. Hoe sneller er wordt ingegrepen, hoe sneller de volksgezondheid vooruitgaat.
WHO-protocol
Staatssecretaris Blokhuis heeft bovendien een extra stok achter de deur om vaart te maken met de invoering van een vergunningstelsel, omdat de Nederlandse overheid in juli 2020 het 61e land werd dat het Protocol to Eliminate Illicit Trade in Tobacco Products van de WHO ratificeerde. Interessant aan het protocol is dat in artikel 6.2 is opgenomen dat alle partijen zich ervoor zullen inspannen om een vergunningstelsel voor tabaksverkoop in te voeren. Hoe eerder Blokhuis daarmee begint, hoe meer jongeren beschermd zullen worden tegen een langdurige, hardnekkige en dodelijke verslaving.
tags: Rookpreventie Jeugd | vergunningstelsel | handhaving | staatssecretaris | inperking verkooppunten