Michiel Krijvenaar: lobbyist voor Philip Morris
donderdag 07 februari 2013
UPDATE 02-03-2018
Michiel Taco Krijvenaar, geboren in 1965 te Amersfoort en van huis uit jurist, is de huislobbyist van Philip Morris. Van 1990 tot 1995 werkt Krijvenaar voor de Tweede Kamerfractie van de VVD. Hij begon als medewerker van het Tweede Kamerlid Broos van Erp. Tot op de dag van vandaag is hij actief in zijn plaatselijke VVD-afdeling en hij roerde zijn mondje op het VVD-congres eind november 2012.
Door de webredactie
Met zijn lobbywerk voor Philip Morris begint hij in 2001, vanuit het consultantsbureau Boer & Croon in Amsterdam. Na zes en een half jaar neemt Philip Morris hem zelf in dienst. Vanaf november 2008 gaat hij via zijn eigen eenmanszaak, genaamd pa-cc.nl, verder met zijn lobbywerk. Voor zover wij weten lobbyt hij nog steeds voor de tabaksindustrie.
Aan de leiband van het hoofdkantoor
Krijvenaar is een lobbyist als alle andere. Met enige regelmaat drinkt hij een glas in Nieuwspoort om te netwerken. Hij benadert politici, ambtenaren en leden van de Tweede Kamer om de belangen van Philip Morris onder de aandacht te brengen. En hij bedenkt natuurlijk bij wie de juiste aanpak en argumenten het beste binnenkomen.
Maar de tactiek die Krijvenaar hanteert, komt niet uit zijn eigen koker: bij Philip Morris wordt het beleid voor alle landen vanuit het hoofdkantoor in New York bepaald. Men verwacht van een pr-medewerker "dat hij loyaal en rechtlijnig de bedrijfsfilosofie omarmt en uitdraagt," schrijft onderzoeksjournalist Joop Bouma in zijn boek Het rookgordijn. De macht van de Nederlandse tabaksindustrie.
Bouma beschrijft hoe Philip Morris (en de andere tabaksfabrikanten) tot eind jaren 90 militante campagnes voerden. Ze zaaiden verwarring en twijfel over de schadelijkheid van roken en meeroken; met de risico's zou het wel meevallen. In juni 1996 plaatste Philip Morris nog een reeks advertenties in kranten met de boodschap dat de schadelijkheid van meeroken niet bewezen zou zijn. Het dagelijks eten van een koekje zou een groter gezondheidsrisico opleveren dan passief roken. Ook het nuttigen van een of twee glazen volle melk en het geregeld gebruik van peper zou gevaarlijker zijn.
Een verstandige en betrouwbare bedrijfstak
Rond de tijd dat Krijvenaar, dan nog vanuit Boer & Kroon, Philip Morris gaat adviseren, start de multinational een nieuwe koers. Die ziet namelijk in dat het de strijd nooit zal kunnen winnen tegen het wetenschappelijk bewijs dat roken uiterst schadelijk is. Het bedrijf wil van het groezelige imago af en zich profileren als een verstandige en betrouwbare bedrijfstak die zijn verantwoordelijkheden kent. Rond die tijd ook stapt Philip Morris uit de Stichting Sigaretten Industrie.
Met de instructies van de big boss uit New York gaat Krijvenaar aan de slag. Overal benadrukt hij dat Philip Morris zich keurig aan de wet- en regelgeving houdt en dat het rookverbod in publieke ruimtes een zaak van de overheid is die Philip Morris respecteert. Jammer, zegt hij, dat de horeca het roken niet zelf heeft kunnen reguleren en dat de overheid moest ingrijpen, waardoor het tot een algeheel rookverbod is gekomen. Dat er in de kleine eenmanscafés dankzij partijgenoot minister Schippers weer mag worden gerookt, is natuurlijk mooi meegenomen.
Bij de ambtenaren moet je wezen
Krijvenaar vertelde ook graag dat de fabriek in Bergen op Zoom voor werkgelegenheid zorgt. Maar dat argument gaat niet meer op, sinds Philip Morris heeft laten weten met de productie in zijn fabriek te gaan stoppen. Een van zijn favoriete grapjes is dat je met twee jaar tabaksaccijns de Betuwelijn hebt terugverdiend. Want de tabaksindustrie levert de staatskas jaarlijks zo'n 2,5 miljard aan accijns op.
In juni 2011 gaf Krijvenaar een interview aan twee studenten voor een scriptie over het besluitvormingsproces rondom de invoering van het rookverbod in de horeca. Dat deed hij op voorwaarde dat het interview nooit openbaar zoud worden. Tegen de studenten zei hij: "Kijk, je hebt contact met beleidsambtenaren. Woordvoerders kunnen niks. En beleidsambtenaren, die schrijven. [...] Feitelijk komt het erop neer: de politici hebben iets in hun hoofd en de ambtenaar moet het gaan uitvoeren en daar moet je dan bij zitten. Ik noem het altijd zo als lobbyist: je moet zitten bij diegene die het witte papier voor zich heeft."
Klik hier om het hele vertrouwelijke gesprek gesprek met Krijvenaar te lezen.
Bovenstaand citaat van Krijvenaar werd in Vrij Nederland gepubliceerd, in het artikel 'Den Haag en de tabak'. Ondanks de letterlijke transcriptie van de bandopname liet Krijvenaar per e-mail aan het weekblad weten dat deze woorden hem in de mond zijn gelegd en niet kloppen. Het zit volgens hem zó: "Het kan nuttig zijn om als belangenorganisatie in het begin van een beleidsvorming in gesprek te zijn (geweest) met beleidsambtenaren, waarna de besluitvorming stapsgewijs naar de (politieke) top van een ministerie gaat en daarna voor de politieke afweging naar de Kamer gaat, waar Kamerleden (de experts: woordvoerders) zich buigen over het beleidsvoornemen met alle politieke instrumenten die ze ter beschikking staan."
Dat Krijvenaar zelden interviews geeft, heeft ook een reden. Een goede lobbyist, vindt hij, gaat onopvallend te werk, zonder geruis en gedoe. Dus als het even kan, geen media erbij. Dat zou alleen maar polariseren.
Vriend met COPD
Genoeg werk aan de winkel, want zijn opdrachtgever heeft nog altijd twee bedreigingen. Eén: de accijnsverhoging, het meest effectieve middel tegen roken. En twee: de antirooklobby, volgens Krijvenaar een goed geoliede machine met mensen die er een "tunnelvisie" op na houden en niet openstaan voor "nuances". Zijn tegenstanders hebben weinig oog voor de economische kant van het verhaal en voor de "consument", die toch ergens zijn "legale product" moet kunnen roken.
Maar ons valt op dat Krijvenaar een blinde vlek heeft voor de gevolgen van zijn product: sterfgevallen en doodzieke mensen. Een vriend van hem die aan de longziekte COPD lijdt, vindt het verschrikkelijk dat Krijvenaar voor Philip Morris lobbyt. Krijvenaar heeft hem moeten beloven niet over zijn lobbywerk te praten. Zelfs als het zó dichtbij komt, in de eigen vriendenkring, lobbyt Krijvenaar onverdroten verder.
Op onze vraag (februari 2018) aan Krijvenaar of hij nog klanten heeft in de tabaksindustrie, antwoordt hij per e-mail: “Van oktober 2007 tot november 2008 ben ik als manager corporate affairs werkzaam geweest voor Philip Morris Holland. Sinds 2011 adviseer ik geen enkel tabaksbedrijf."