Tabaksindustrie gebruikt nieuwe lobbytruc om overheid te verleiden tot contact
vrijdag 25 maart 2016
UPDATE 30 maart 2016
De vers opgerichte Taskforce Naleving Leeftijdsgrens Tabak (TNLT) is een samenwerking van brancheverenigingen van tabaksverkopers die erop uit zijn regelmatig te overleggen met de overheid. Een nieuwe lobbyclub dus, mede bestuurd en betaald door de tabaksindustrie. Zij wil een 'onafhankelijk' onderzoek naar de handhaving van de leeftijdsgrens bij tabak inzetten om de band met de overheid aan te halen.
Door de webredactie
"De naleving van de leeftijdsgrens van 18 jaar moet beter!" staat op de website van de Taskforce Naleving Leeftijdsgrens Tabak (TNLT). Een lovenswaardig streven van een stuurgroep die door verschillende brancheverenigingen van tabaksverkopers is opgericht om ervoor te zorgen dat hun leden de leeftijdsgrens van 18 jaar voor de aanschaf van tabak beter gaan respecteren dan tot nog toe is gebeurd.
Nederland kent ruim 30.000 verkooppunten voor tabak en volgens het laatste door de overheid aan Bureau Nuchter uitbestede onderzoek, blijkt dat een gemiddelde van slechts 27,4% van die verkooppunten géén tabak verkoopt aan minderjarigen. Jongeren kunnen dus bij driekwart van de verkooppunten wél terecht. Staatssecretaris Van Rijn zei daar zeer teleurgesteld over te zijn en eiste juli 2015 verbetering van de branche. Hij gaf ze daarvoor een extra jaar de tijd.
Lobbyclub
Nu er ruim een half jaar is verstreken, blijkt dat de branche van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om een nieuwe lobbyclub op te richten, vermomd als een 'onafhankelijke stuurgroep': de Taskforce Naleving Leeftijdsgrens Tabak.
Brancheverenigingen NSO (tabaksdetailhandels), Bèta (benzinestations), Bovag (ook voor benzinestations), VNPI (de petroleumindustrie wederom voor benzinestations) hebben volgens de website de handen ineengestoken. De branchevereniging voor de supermarkten CBL doet niet mee aan de Taskforce en volgt een eigen traject, al is onduidelijk wat daarmee wordt bedoeld.
De Taskforce laat, zo staat er, 'onafhankelijk onderzoek' doen. Dat wordt uitgevoerd onderzoeksbureau Panteia, een conglomeraat aan onderzoeksbureaus dat voor allerlei ministeries heeft gewerkt, dat ook voor Bovag nog heeft uitgezocht wat de maatschappelijke gevolgen van accijnsverhoging op diesel en lpg betekenen (antwoord: nadelig voor de benzinestations).
Aangekondigd onderzoek
Uit het allereerste onderzoeksrapport van de Taskforce blijkt dat de naleving van de leeftijdsgrens onder tabaksverkopers al een stuk beter is dan toen Bureau Nuchter er onderzoek naar deed. Opvallend in het rapport is dat al precies is aangekondigd wanneer tabaksverkopers een zogenaamde mysterieshopper in hun winkel kunnen verwachten. De eerste mysterieshoppers kwamen in november-december 2015. De tweede ronde zal januari-februari plaatsvinden en de derde ronde in maart-april, staat in het rapport (pagina 4) Kortom: als de winkeliers nu even beter willen opletten voor de controleurs, komen er goede cijfers uit en zijn ze er na april weer vanaf. Het is zoiets als een agent in uniform bij een stoplicht zetten en dan te concluderen dat het wel meevalt met het door rood rijden.
Lobbybureau Eppa
Er is meer aan de hand met de Taskforce. Het adres dat op de website staat vermeld komt zeer bekend voor: op het Prinses Margrietplantsoen 93 te Den Haag bevindt zich namelijk lobbybureau Eppa, hét lobbybureau van de tabaksindustrie. Een van Eppa's partners is Willem Jan Roelofs, ex-voorzitter en nog altijd secretaris van de Stichting Sigarettenindustrie, waarin drie van de vier grote op Nederlandse bodem opererende tabaksfabrikanten in zijn samengebracht. Wie het bijgevoegde nummer van de Taskforce belt, krijgt een Eppa-telefoniste aan de lijn.
'Onafhankelijke' voorzitter
De Taskforce vermeldt op haar website ook dat ze een 'onafhankelijke voorzitter' heeft aangesteld, al blijft die verder naamloos. We moeten de Taskforce dus maar op hun woord geloven. Pas als we de maart-editie van het tijdschrift Tabak&Gemak in handen krijgen, een uitgave van de NSO die aan al haar leden wordt gestuurd, wordt duidelijk dat de voorzitter Gerard de Vries heet. In een interview vertelt hij wat hij allemaal wil bereiken.
De Vries is een oude bekende in de tabakslobby. Hij heeft volgens een kadertje bij het artikel 17 jaar bij Philip Morris gewerkt op de afdelingen Finance en Sales en was daarop directeur van Lekkerland, een van de grootste groothandels voor tabak in Nederland en eigenaar van een flink aantal sigarettenautomaten. Dezelfde automaten die volgens het onderzoek van Bureau Nuchter zo lek als een mandje zijn als het gaat om de naleving van de leeftijdsgrens: 89,9 procent van de automaten leefde die grens niet na.
De Vries heeft als voorzitter van de Stichting Tabaks- en Zoetwarengroothandel Nederland (TZN) contact gehad met Kamerleden over tabak en zit in die hoedanigheid ook met zijn collega's van de NSO, Bovag en Bèta in het Platform Verkooppunten Tabak.
Sinds 1 januari is De Vries opgestapt bij Lekkerland om als 'zelfstandig consultant', lees lobbyist, de boer op te gaan. Maar volgens gegevens van de Kamer van Koophandel is hij nog altijd voorzitter van TZN.
Industrie bestuurt mee
TZN is volgens de website ook betrokken bij de Taskforce, al wordt die niet genoemd in de introtekst over welke partijen erin samenwerken. Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt bovendien dat ook de Vereniging Nederlandse Kerftabakindustrie (de vertegenwoordiger van producenten van shag) en ook Philip Morris Benelux in het bestuur zitten. Bovendien staat op de website van TNLT dat de activiteiten van de Taskforce worden aangestuurd door de voorzitter, een vertegenwoordiging van de NSO en van het benzinekanaal én "een vertegenwoordiging vanuit de tabaksindustrie". De tabaksindustrie heeft dus een stevige vinger in de pap in de Taskforce.
In het eerder genoemde artikel in Tabak&Gemak zegt De Vries dat de Taskforce 1 miljoen euro kost waarvan de tabaksindustrie 70 procent voor haar rekening neemt, de rest komt van de aangesloten brancheverenigingen. De tabaksindustrie betaalt dus ook het leeuwendeel van de kosten van de TNLT.
Contact met overheid
De Vries benadrukt in het artikel dat alle winkeliers echt beter hun best moeten doen en kondigt rondes onderzoek onder de aangesloten leden aan. Maar als hem wordt gevraagd met wie de uitkomsten van dat onderzoek worden gedeeld, laat hij zijn ware lobby-aard zien: "Aan de hand van de onderzoeksrapporten maakt TNLT een eigen verslag. Dat wordt naar Kamerleden gestuurd, maar ook naar het ministerie van VWS. Ook hopen we op regelmatige basis overleg met het ministerie en Kamerleden te hebben, om de voortgang, resultaten en verdere conclusies te kunnen bespreken."
De overheid heeft echter zeer recent een gedeelte op de website van de Rijksoverheid ingericht waarop staat dat ambtenaren een protocol in acht moeten nemen als ze worden benaderd door vertegenwoordigers van de tabaksindustrie. In het door Nederland ondertekende internationale verdrag FCTC staat dat als de overheid gezondheidsbeleid maakt, ze geen contact met de tabaksindustrie of haar vertegenwoordigers mag hebben omdat die een ander belang dan de volksgezondheid nastreven.
Dat het de zogenaamd onafhankelijke De Vries, die zijn inkomen nu genereert uit de tonnen van de tabaksindustrie, met zijn Taskforce niet om de volksgezondheid te doen is, blijkt uit wat hij als nalevingspercentage zegt na te streven. Dat is namelijk niet de 100 procent die noodzakelijk is, omdat het echt heel belangrijk is dat jongeren op geen enkele plek nog aan tabak kunnen komen. Nee, De Vries zegt: "We werken nu naar een percentage toe dat voor ons en de politiek aanvaardbaar is, zodat verdere maatregelen uit kunnen blijven."
Onbeschaamd geeft De Vries in feite toe dat het hem in ieder geval niet gaat om de gezondheid van tieners te beschermen, maar om verdere maatregelen te voorkomen zodat het dividend van de aandeelhouders in tabak zo min mogelijk wordt aangetast.
UPDATE 30 maart 2016: SP-Kamerleden Renske Leijten en Henk van Gerven hebben Kamervragen over de TNLT gesteld. De vragen vindt u hier.
tags: tabakslobby | lobby | tabaksindustrie | leeftijdsgrens