
EC krijgt bij zitting EU Hof opdracht sjoemelsigaret aan te pakken
maandag 17 maart 2025
De Europese Commissie moet in actie komen om de sjoemelsigaret aan banden te leggen. Dat was de teneur bij de zitting van het Europees Hof van Justitie in de handhavingszaak die Rookpreventie Jeugd in 2019 begon. De advocaat-generaal deelt op 10 juli zijn conclusie.
Door de webredactie
“Zou het niet schandalig zijn als het Hof ambtshalve de geldigheid van artikel 4, lid 1 zou onderzoeken”, vroeg vicepresident Von Danwitz van het Europees Hof van Justitie tot ieders verrassing aan het eind van de zitting op 10 maart in de handhavingszaak rond de sjoemelsigaret. De vicepresident zag in het eerdere arrest van het Hof in deze zaak, toen in antwoord op prejudiciële vragen van de rechtbank Rotterdam, een duidelijke oproep aan de Europese Commissie om een tegenspraak in de Europese regelgeving op te lossen. Waarom zou het Hof daar nu dan een beslissing over moeten nemen?
Die tegenstrijdigheid zit hem precies in de kern van het voorliggende juridische vraagstuk, namelijk of de norm van 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide in de emissies van sigaretten (artikel 3, lid 1 van de Tabaksproductenrichtlijn [TPD]) gemeten kan worden met een andere meetmethode dan de ISO-methode die wordt voorgeschreven in artikel 4, lid 1 van de TPD.
Die ISO-methode geeft, zo is door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wetenschappelijk vastgesteld, een schromelijke onderschatting van wat een roker werkelijk binnenkrijgt. Deze verkeerde meting wordt veroorzaakt door kleine gaatjes in de filters van sigaretten, waardoor in een testomgeving schone lucht zich met de sigarettenrook kan vermengen. Rokers sluiten deze gaatjes af met hun vingers en lippen, waardoor ze minder verdunde rook inademen. Ook de frequentie en het volume van de trekjes zijn niet vergelijkbaar met het werkelijke gedrag van de roker.
Rookpreventie Jeugd vroeg daarom de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om handhavend op te treden met gebruikmaking van een alternatieve meetmethode, bijvoorbeeld de WHO-Intense-methode. De NVWA stelde zich te moeten houden aan de wettelijk voorgeschreven ISO-methode, maar in het vervolg van de procedure werd vastgesteld dat, omdat deze methode niet in het Publicatieblad van de EU is gepubliceerd en burgers de inhoud ervan dus niet kunnen kennen, de ISO-methode niet aan burgers kan worden tegengeworpen. En daar zit hem nu de tegenstrijdigheid die in het vorige arrest van het Hof werd blootgelegd. Want enerzijds kunnen burgers eisen dat aan de 10-1-10-norm wordt voldaan en anderzijds zijn de tabaksfabrikanten wel gebonden aan de ISO-methode.
Oproep aan de Commissie
De vraag van de vicepresident verraste duidelijk ook het advocatenteam van de Europese Commissie, dat bijna een minuut nodig had voor overleg, voordat het antwoord kwam. “Wij zagen inderdaad precies die spanning in de laatste punten van het arrest”, zei de advocaat namens de Commissie. “Vandaag horen wij dat het een duidelijke oproep is aan de Commissie en wij luisteren naar die oproep. Er is op dit moment een evaluatie bezig en we beloven dat we daar goed naar kijken en het kritisch tegen het licht houden. Maar we zouden het te ver vinden gaan als dat nu ex officio tot nietigverklaring van artikel 4, lid 1 leidt. Dat is helemaal niet een vraag die aan de orde is in de nationale procedure.”
Wat heeft voorrang: gezondheid of meetmethode?
In zijn pleidooi namens Rookpreventie Jeugd stelde advocaat Jacques Sluysmans dat de hele procedure in de kern draait om wat voorrang moet krijgen: de volksgezondheid, in het bijzonder van de jeugd, aan de ene kant of het vasthouden aan een meetmethode die in de Europese wet is vastgelegd anderzijds. “Het wrange daarbij is dat die meetmethode tot oogmerk heeft te controleren of de tabaksindustrie de maximale emissies aan teer, nicotine en koolmonoxide naleeft, zulks met het oog op een betere bescherming van de volksgezondheid. Ook die meetmethode moet dus de volksgezondheid dienen.”
Vasthouden aan de ISO-methode, die volgens het onderzoek van het RIVM duidelijk tekortschiet, gaat dus in tegen de bescherming van de volksgezondheid. Vandaar dat Rookpreventie Jeugd in de woorden van Sluysmans “meent dat het belang van die volksgezondheid, en de gezondheid van de jeugd in het bijzonder, het belang van het vasthouden aan een specifieke meetmethode verre overstijgt.”
‘Richtlijn is alleen voor harmonisatie’
De tabaksindustrie stelde zich, niet verrassend, juist op het standpunt dat de 10-1-10-norm en de meetmethode in de Tabaksproductenrichtlijn louter zijn bedoeld ter harmonisatie van de eisen waaraan tabaksproducten in de hele Europese Unie moeten voldoen. Het primaire doel van de richtlijn is het bevorderen van de interne markt, stelde de advocaat van Philip Morris. Van een gezondheidsdoel kan geen sprake zijn, meende hij, omdat sigaretten, ongeacht het maximumemissieniveau dat eraan gesteld wordt, altijd schadelijk voor de gezondheid zijn. Daarbij kan geen enkele meetmethode het menselijk rookgedrag nabootsen, wat betekent dat die methodes slechts technische hulpmiddelen zijn om een norm voor de interne markt te kunnen stellen. Bovendien, stelde de advocaat, zijn de gestelde emissienormen en de meetmethode onlosmakelijk met elkaar verbonden, wat betekent dat bij een andere meetmethode ook andere emissienormen horen.
‘Nederland wil wel, maar kan niet’
De advocaat die Nederland vertegenwoordigde hield het Hof voor dat Nederland voorstander is van gebruik van een meetmethode die beter het werkelijke rookgedrag van consumenten benadert, maar daar ondanks de eerdere uitspraak van het Hof in deze zaak nog niet toe over kan gaan. De Nederlandse overheid wil enerzijds voldoen aan de eis van Rookpreventie Jeugd, maar kan anderzijds de in de wet voorgeschreven meetmethode niet buiten beschouwing laten. Dat zou indruisen tegen de rechtszekerheid voor de tabaksfabrikanten. In haar pleidooi riep de advocaat daarom de Europese Commissie op om gebruik te maken van de mogelijkheid die de richtlijn biedt om de meetmethode te wijzigen.
De advocaat van de Europese Commissie meende ook dat het niet zo kan zijn dat individuele lidstaten de voorgeschreven meetmethode opzijschuiven en voor een andere methode kiezen. Hoe nobel de motieven van Rookpreventie Jeugd ook mogen zijn, besloot zij, het niet publiceren van de ISO-normen in het Publicatieblad van de EU kan geen reden zijn om een andere meetmethode toe te passen.
Een sigaret is geen wierrookstaafje
Verschillende rechters stelden in het tweede deel van de zitting enkele vragen over specifieke onderdelen van de zaak. Op een vraag over de betekenis van de omschrijving ‘bij gebruik zoals beoogd’ van een sigaret voor de keuze van de ene of de andere methode, antwoordde Sluysmans dat daarmee niet uitsluitend op het verbranden van een sigaret wordt gedoeld. Dat is de uitleg die de tabaksindustrie eraan wil geven, maar Sluysmans betoogde dat een sigaret niet slechts als een wierrookstaafje wordt verbrand. Beoogd gebruik slaat op het roken van een sigaret die daarbij op een of andere manier tussen de vingers naar de mond wordt gebracht.
In antwoord op andere vragen liet de Europese Commissie weten dat in de onderhavige regelgeving steeds een balans moet worden gezocht tussen de volksgezondheid en eisen die de interne markt waarborgen. Als de volksgezondheid zou prevaleren dan zouden de maximumemissiewaarden op nul moeten worden gesteld. ‘Dat kan niet’, stelde de advocaat. Maar zij zei wel het ‘zeer eens’ te zijn met het standpunt van Nederland dat artikel 4, lid 1 over de te hanteren meetmethode geamendeerd zou moeten worden. Maar dan wel via de geëigende weg, dus via de Europese wetgever (de Raad of het Europees Parlement), dan wel via de gedelegeerde bevoegdheid die de Commissie op dit punt heeft.
Toen moest het bommetje dat de vicepresident onder de hele discussie leek te leggen nog komen. De advocaat-generaal zal op 10 juli zijn conclusie in deze zaak bekendmaken.
De hele zitting is terug te kijken op curia.europa.eu (C-155/24).
tags: WHO Intense | ISO-methode | tnco | nvwa | Rookpreventie Jeugd | tabaksindustrie | Europese Commissie | Europees Hof | rechtszaak | sjoemelsigaret