line
ombudsman eu kritisch over invloed tabakslobby op commissie-1

Ombudsman EU blijft kritisch over invloed tabakslobby op Commissie

donderdag 11 april 2024

De Europese Ombudsman, Emily O’Reilly, volhardt in haar kritiek op de Europese Commissie. Uit haar onderzoeken blijkt dat het EU-bestuur te weinig doet om beïnvloeding door de tabakslobby tegen te gaan. Ontmoetingen moeten tot een minimum worden beperkt, publiek bekend zijn en er moet een volledig verslag van worden gemaakt.

Door de webredactie

Om geld te verdienen zal de tabaksindustrie erop inzetten dat mensen blijven roken. Zo schetst de Europese Ombudsman Emily O’Reilly de belangen van de tabakssector in een artikel voor Social Europe. Een groot deel van het werk van de Europese Ombudsman bestaat uit onderzoek naar de manier waarop bedrijven en organisaties invloed uitoefenen op het EU-bestuur. Tweemaal deed O’Reilly onderzoek naar welke maatregelen de Europese Commissie neemt om ervoor te zorgen dat interacties met de tabaksindustrie transparant en in overeenstemming zijn met het bekende artikel 5.3 van de WHO Framework Convention on Tobacco Control (FCTC).

De lidstaten van de EU die bij het verdrag zijn aangesloten, zijn volgens dat artikel verplicht hun gezondheidsbeleid te beschermen tegen de belangen van de tabakssector (fabrikanten, importeurs en distributie) en tegen ingehuurde lobbyisten. Het betekent dat deze overheden hun gehele “interactie met de tabaksindustrie moeten beperken tot wat strikt noodzakelijk is voor een effectieve regulering”, aldus de Ombudsman. Als er ontmoetingen zijn met tabakslobbyisten, moet dit transparant gebeuren, dient het publiek hierover te worden geïnformeerd en moet er nauwgezet verslag van worden gedaan.

Commissie-breed beleid ontbreekt

Na haar eerste onderzoek, in 2016, deed de Ombudsman de aanbeveling aan het EU-departement van Volksgezondheid om alle interacties met de tabaksindustrie en de verslagen daarvan pro-actief openbaar te maken. “Helaas” weigerde de Europese Commissie om deze normen “over de hele linie toe te passen”, schrijft O’Reilly. Het betekende dat alle andere departementen en diensten alleen de vergaderingen met de allerhoogste ambtenaren stelselmatig documenteerden. De lagere ambtenaren in die departementen, zoals de beleidsmakers die juist vaak verantwoordelijk zijn voor het opstellen van wetten, zijn niet verplicht om hun bijeenkomsten met de tabaksindustrie te melden.

“Gezien het feit dat degenen die besluiten nemen, vertrouwen op de expertise en inbreng van degenen die voor hen werken, vind ik het verbijsterend dat de commissie denkt dat ontmoetingen tussen deze medewerkers en tabakslobbyisten niet onder haar transparantieverplichtingen vallen”, aldus O’Reilly.

Belastingen en Douane vormt uitzondering

Er is ook goed nieuws. Het departmenent Belastingen en Douane heeft inmiddels wel een pro-actief transparantiebeleid dat voor alle contacten van medewerkers met tabakslobbyisten geldt. “Het is een welkome ontwikkeling”, stelt O’Reilly. Maar uit haar laatste onderzoek blijkt ook dat de commissie weigert deze transparantienormen verplicht te stellen voor de gehele organisatie. Terwijl de afgelopen jaren de EU-departementen Handel, Interne markt, Milieu en Transport en het Anti-Fraude-Bureau ook ontmoetingen met tabakslobbyisten hadden.

Verslaglegging voorwaarde voor transparantie

Uit het laatste onderzoek van O’Reilly blijkt ook dat van een aantal recente ontmoetingen met tabakslobbyisten geen notulen zijn. Van andere bijeenkomsten is geen ‘betekenisvol verslag’ gemaakt, maar slechts een korte samenvatting van het algemene gespreksonderwerp en de verklaringen van de medewerkers van de Europese Commissie.

“Goede verslaglegging is een voorwaarde voor transparantie”, aldus O’Reilly. Burgers en organisaties kunnen daarmee controleren of het EU-bestuur zijn afspraken nakomt. “Het is zeer teleurstellend”, stelt de Ombudsman, dat er “geen nauwgezette notulen zijn van alle bijeenkomsten van de commissie” met personen die de belangen behartigen van de tabaksindustrie.

Alleen noodzakelijke contacten

Openheid is niet de enige vereiste. “Ontmoetingen met tabakslobbyisten moeten strikt tot een minimum worden beperkt”, schrijft O’Reilly. Haar onderzoek toont echter aan dat de Europese Commissie geen procedures of regels heeft om te bepalen of ontmoetingen met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie wel nodig zijn. “Deze moeten ontwikkeld worden en consistent toegepast worden door alle departementen en diensten van de commissie”, adviseert O’Reilly.

De Europese Commissie heeft wel toegezegd “dat ze haar blootstelling aan het lobbywerk van de tabaksindustrie nu verder zal beoordelen”, schrijft O’Reilly, die erop aangedrongen heeft dat ambtenaren later dit jaar over de voortgang rapporteren.

Wake-up call

“Mijn bevindingen zouden moeten dienen als wake-up call voor de commissie als het gaat om het beperken van de kwaadaardige effecten van de tabakslobby op het publieke beleid”, schrijft O’Reilly. Want het gaat niet louter om hogere normen voor transparantie en verantwoording. Het welbevinden en zelfs de levens van vele Europeanen zijn in het geding. “Roken is altijd gevaarlijk en vaak dodelijk”, aldus O’Reilly. Volgens de Europese Commissie zelf is tabaksgebruik “de belangrijkste oorzaak van voortijdige sterfte” in de EU. Bijna 700.000 Europeanen overlijden jaarlijks door roken. Ook meerokers worden ziek en gaan dood.

O’Reilly: “Als het EU-bestuur het beschermen van mensen tegen de gevaarlijke gevolgen van tabaksgebruik serieus neemt, moet het ervoor zorgen dat het over alomvattende procedures beschikt om zijn besluitvorming tegen ongepaste beïnvloeding te beschermen.”

De oproep van O’Reilly is nu extra relevant, want de nicotinelobby is de messen aan het slijpen, vooruitlopend op de herziening van zowel de Tabaksproductenrichtlijn als de Tabaksaccijnzenrichtlijn, die volgend jaar wordt verwacht.

tags:  tabaksaccijns | nicotinelobby | tabakslobby | transparantie | FCTC-verdrag | Europese tabaksrichtlijn | Europese Commissie | Ombudsman