‘Prijsregulering voor sigaretten vermindert tabaksgebruik’
woensdag 30 maart 2022
Een prijsplafond voor sigaretten zou kunnen voorkomen dat tabaksfabrikanten sigaretten ondanks accijnsverhogingen goedkoop houden. Dat blijkt uit onderzoek in het VK door de Universiteit van Bath.
Door de webredactie
We weten dat accijnsverhoging een van de effectiefste manieren is om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken, maar ondanks regelmatige accijnsverhogingen lukt het de tabaksindustrie in het Verenigd Koninkrijk rokers te behoeden voor de volledige impact daarvan. Dat doet ze door de prijs van sommige merken laag te houden, en de accijns te compenseren met prijsverhogingen op de premiummerken. Dit betekent dat er momenteel in het VK een grote variatie is in de prijs van sigaretten, een verschil van maximaal 5 pond (omgerekend 5,92 euro) per pakje tussen de goedkoopste merken (11,55 euro) en de duurste (17,36 euro).
Een wettelijke voorgeschreven maximumprijs zou betekenen dat er gestandaardiseerde prijzen voor sigaretten zijn, waardoor accijnsverhoging effectiever is, zo blijkt uit onderzoek van de School of Management and Tobacco Control Research Group van de Universiteit van Bath, gepubliceerd in Tobacco Control. De onderzoekers roepen de Britse regering daarom op een prijsplafond mee te nemen in het tabaksbestrijdingsplan dat momenteel wordt ontwikkeld. Het plan heeft als doel het VK in 2030 rookvrij te maken.
Laat regelgever tabaksprijs bepalen
Dr. Rob Branston van de Universiteit van Bath, een van de onderzoekers, legt de maatregel uit in een interview in Eurekalert: “Een prijsplafond betekent dat de regelgever, in plaats van de industrie zelf, de tabaksprijzen bepaalt. Dit soort prijsregulering kennen we van nutsbedrijven, waar concurrentie ontbreekt door de aard van de industrie (denk aan energie- en waterleveranciers). Bij de tabaksindustrie ontbreekt ook concurrentie, omdat een klein aantal internationale bedrijven de markt domineert, wat een duidelijke economische rechtvaardiging biedt voor prijsregulering.”
In dit verband verwijzen de onderzoekers naar een recent, zeer uitgebreid overzicht van de WHO van fiscale instrumenten om tabaksgebruik te ontmoedigen en te voorkomen, gebaseerd op een analyse onder ruim 150 landen.
Trucjes van tabaksbedrijven
De tabaksaccijns is in het VK al een van de hoogste ter wereld en vormt dus een aanzienlijk deel van de winkelprijs van tabak. Maar het belastingtarief verschilt, blijkt uit eerder onderzoek van de Universiteit van Bath. Shagtabak wordt bijvoorbeeld met een lager tarief belast dan sigaretten. Daarnaast hebben tabaksbedrijven verschillende trucjes om goedkope merken voor prijsgevoelige klanten goedkoop te houden. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) omvatten deze het aanleggen van voorraden (bijvoorbeeld overproductie vóór een belastingverhoging); kleine veranderingen van bepaalde aspecten van een product, zoals het gewicht of de grootte, zodat het in een lagere belastingschijf valt; aanbiedingen; en het spreiden van belastingkosten over verschillende tabaksproducten.
Voor de roker gaat het vooral om de prijs van zijn rokertje. Dus voor de beoogde ontmoediging, en vooral om te voorkomen dat jongeren beginnen te roken, is het van belang dat de prijs omhooggaat. Hogere accijns is daartoe een middel, maar blijkt niet voldoende. Tabaksfabrikanten hebben nu te veel mogelijkheden om de effecten van extra accijns op de prijs te ontlopen.
Prijsstrategieën effectief aanpakken
Met de invoering van een prijsplafond zou de prijs van een pakje sigaretten gebaseerd zijn op de productiekosten, waardoor de staat de winstmarge van de tabaksindustrie kan bepalen. De prijzen zouden dan alleen nog veranderen als de accijns of het prijsplafond worden aangepast.
Dr. Branston voegt toe: “Landen zoals het VK, met een sterke regelgevingstraditie, zouden het voortouw kunnen nemen in de prijsregulering van sigaretten. Daarnaast zou internationale samenwerking tussen landen de regelgevende capaciteit kunnen versterken, door bijvoorbeeld kosten te verlagen door het delen van analyses. Zo kunnen we prijsstrategieën van de tabaksindustrie om roken goedkoop te houden effectief aanpakken.”
Het onderzoek pleit eigenlijk voor een volledige regulering van tabaksprijzen, dus zowel een minimum- als een maximumprijs. Het doel: voorkomen dat tabaksfabrikanten met prijsdifferentiatie hun winst en het aantal (nieuwe) rokers proberen te maximaliseren.
Wat is de les voor Nederland?
Anders dan het VK is Nederland gebonden aan EU-wetgeving inzake tabaksprijzen. EU-wetgeving verbiedt een maximumprijs voor tabaksproducten (artikel 15 lid 2 van de tabaksaccijnsrichtlijn). Het is op dit moment onduidelijk in hoeverre dat ook het geval is voor een minimumprijs, de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie is wat dit betreft niet eenduidig. Daar staat tegenover dat het binnen de EU veel lastiger is om bijvoorbeeld door vermindering van het aantal sigaretten per pakje of tabak in een sigaret de effecten van accijnsverhoging op de prijs te ontlopen.
Maar het is duidelijk dat hogere accijns alleen niet voldoende is. De onderzoekers benadrukken dat tabaksfabrikanten alle ruimte van prijsdifferentiatie benutten om de verkoop van tabak te bevorderen, met name onder jongeren. Prijsregulering is een geschikt middel om deze weg af te snijden. Dit in combinatie met een stringent vergunningstelsel voor tabaksverkoop, waar het onderzoek ook voor pleit.
tags: prijsplafond | Europees Hof | tabaksprijs | tabaksregelgeving | accijnsverhoging | onderzoek