OCCRP: ‘Philip Morris en British American Tobacco betrokken bij tabakssmokkel in Afrika’
vrijdag 26 maart 2021
Uit twee nieuwe onderzoeken van het Organized Crime and Corruption Reporting Project blijkt dat zowel Philip Morris als British American Tobacco een hand hebben in de tabakssmokkel in Afrika. De bevindingen zijn opmerkelijk omdat de industrie zich regelmatig presenteert als slachtoffer van illegale handel in tabak en dat inzet in haar lobby tegen accijnsverhogingen. De Nederlandse douane laat zich op dit onderwerp zelfs trainen door de tabaksindustrie.
Door de webredactie
Uit onderzoek van het Organized Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) blijkt dat Apollinaire Compaoré uit Burkina Faso niet alleen de vertegenwoordiger van Philip Morris in dat land is, maar ook een van de grootste tabakssmokkelaars van West-Afrika. Met zijn organisatie bedient hij zes landen, van Ivoorkust tot Libië.
Compaoré is een grote naam die toegang heeft tot de president van het land. In 2020 stond hij zelfs op de Jeune Afrique lijst van de honderd meest invloedrijke figuren in Afrika. Hij wordt de ‘boss of bosses’ genoemd omdat hij een heel zakenimperium heeft opgebouwd waarmee hij verzekeringen, telefonie, handel, motorfietsen, loten voor loterijen en dus ook tabak verkoopt.
Gewapende bendes verdienen aan tabakssmokkel
Uit het onderzoek van het OCCRP blijkt dat de miljarden sigaretten die Compaoré door Burkina Faso heen sluist, worden gebruikt om gewapende bendes te financieren die jaarlijks honderden burgers doden. De Marlboro’s die hij via Niger en Mali naar Libië heeft gesmokkeld, hebben er ook voor gezorgd dat er smokkelroutes zijn ontstaan waar beruchte cocaïne- en mensenhandelaren in de Sahel gebruik van maken.
Al eerder is onthuld dat een van Compaorés bedrijven de producten van Philip Morris smokkelde in drie landen. Ook heeft de Verenigde Naties hem als smokkelaar aangewezen. Desondanks blijft Philip Morris van zijn diensten gebruikmaken in Burkina Faso. Waarom het geen afstand doet van de samenwerking met Compaoré is onduidelijk. De tabaksfabrikant wilde niet op de bevindingen van het OCCRP reageren.
British American Tobacco ontregelt Mali
Uit een ander onderzoek van het OCCRP blijkt dat ook British American Tobacco bij smokkel in Afrika is betrokken. Nadat het noorden van Mali in handen kwam van militanten, is BAT boven de vraag uit ongelabelde tabak aan het land gaan leveren, zodat er een overaanbod van moeilijk te traceren tabak ontstond die daarna de zwarte markt op is verdwenen. Uit meerdere interviews, ook met ex-BAT-werknemers, is gebleken dat BAT wist dat die tabak de militanten goed uit zou komen om geld mee te verdienen. Met de verkoop van illegale tabak is de bloedige strijd tussen jihadisten en gewapende milities gefinancierd, waardoor de tabaksmokkel eraan heeft bijgedragen dat het noorden van Mali is uitgegroeid tot een oorlogszone. Uit meerdere interne documenten blijkt ook dat BAT informanten in West-Afrika inhuurde om hen op de hoogte te houden over wat er gesmokkeld werd.
Eerdere verdenkingen betrokkenheid industrie
De onthullingen van het OCCRP komen boven op eerdere verdenkingen dat de tabaksindustrie zelf betrokken is bij tabakssmokkel. “Naar schatting is tweederde van de gesmokkelde sigaretten afkomstig van de tabaksindustrie,” schreven onderzoekers van de Universiteit van Bath in een onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Tobacco Control (2018).
De industrie heeft volgens een rapport van de Wereldbank baat bij de tabakssmokkel omdat illegale sigaretten goedkoper zijn dan legale sigaretten, waardoor rokers makkelijker aan hun waar kunnen blijven komen. Daarmee ondermijnt de industrie de accijnsverhogingen die de overheid invoert om roken te ontmoedigen. Het Trimbos-instituut blijft de overheid niet voor niets adviseren de accijnzen te verhogen, omdat is aangetoond dat daarmee roken het effectiefst ontmoedigd wordt. Maar die effecten worden ongedaan gemaakt als rokers ook goedkoop aan tabak kunnen komen.
Industrie presenteert zich als slachtoffer
De industrie probeert zichzelf voortdurend als slachtoffer van illegale handel te presenteren. Haar argument is dat accijnsverhogingen geen zoden aan de dijk zetten omdat rokers massaal naar landen gaan waar ze goedkopere tabak kunnen kopen, of illegale goedkopere sigaretten aanschaffen. En dat is slecht voor de omzet van de tabaksfirma’s én voor de accijnsinkomsten van de overheid.
Zodra er nieuwe antirookmaatregelen als accijnsverhogingen of plain packaging (het verplicht gestandaardiseerd verpakken van tabaksproducten) worden aangekondigd, stelt de tabaksbranche steevast dat die de illegale handel in tabak alleen maar zullen versterken. Er gaan lobbybrieven naar de ministeries die benadrukken hoe erg de illegale tabakshandel is en dat de overheid dus wel twee keer zou moeten nadenken voor ze haar antirookmaatregelen doorzet. Om te ondersteunen dat de illegale handel de spuigaten uitloopt, stuurt de industrie zelf gefinancierde onwetenschappelijke onderzoeken naar de ministeries. Onafhankelijk onderzoek dat wel peer-reviewed is, laat echter zien dat die smokkelclaims van de industrie overdreven zijn.
Douane krijgt tabakssmokkeltraining van industrie
De bevindingen van het OCCRP zijn belangrijk omdat ze wederom bevestigen dat de tabaksindustrie niet te vertrouwen is en dat de overheid er goed aan doet haar niet op haar blauwe ogen te vertrouwen.
Vooralsnog doet het ministerie van Financiën dat nog wel. In januari 2020 publiceerde TabakNee een artikel over de contacten tussen de industrie en de douane. Toen bleek uit vrijgegeven documenten over 2019 dat tabaksfabrikant Japan Tobacco International de douane tijdens een overleg een training had aangeboden over illegale handel, terwijl nergens duidelijk was of de tabaksindustrie dan ook vertelde over de baat die ze zelf heeft bij die smokkel, én dat er aanwijzingen zijn dat ze zelf smokkelt. Begin dit jaar bleek dat de industrie in 2020 de douane wederom had getraind.
Tegen de verdragen in
De Nederlandse overheid heeft een internationaal antirookverdrag FCTC geratificeerd, waarin ze onder artikel 5.3 belooft de industrie op afstand te houden als er antirookbeleid gemaakt wordt. Accijnsverhogingen en dus ook de eventuele gevolgen daarvan vallen onder dat beleid.
In juli 2020 heeft Nederland ook nog het protocol Eliminate Illicit Trade in Tobacco Products van de WHO geratificeerd. Dat protocol zorgt ervoor dat landen gaan samenwerken op het niveau van handhaving en uitwisseling van informatie over illegale tabaksproducten tussen politie-eenheden, zónder de inmenging van de tabaksindustrie.
De douane valt onder het ministerie van Financiën en zou de bevindingen van het OCCRP ter harte moeten nemen om de industrie voortaan als verdachte in tabakssmokkel te behandelen.
tags: OCCRP | douane | FCTC-verdrag | WHO | illegale handel | smokkel | tabakslobby