Driekwart van de Nederlandse gemeenten doet ‘iets’ aan tabaksontmoediging
maandag 03 augustus 2020
Uit onderzoek van I&O Research blijkt dat een kwart van de Nederlandse gemeenten nog niet actief bezig is met het creëren van rookvrije omgevingen voor kinderen. Driekwart doet dit wel. De gemeenten spelen volgens het Nationaal Preventieakkoord wel een grote rol in het bewerkstelligen van de Rookvrije Generatie in 2040.
Door de webredactie
In het Nationaal Preventieakkoord dat in november 2018 door staatssecretaris Blokhuis is gepresenteerd, staat dat het tegengaan van roken maatwerk is en de beste aanpak per plek kan verschillen. En: gemeenten zouden volgens het akkoord aan het werk gaan om bij te dragen aan het bewerkstelligen van een rookvrije generatie in 2040 door rookvrij beleid te maken, te ondersteunen en allerlei maatschappelijke organisaties met elkaar samen te brengen bij het rookvrij worden “zoals kinderboerderijen, speeltuinen, zwembaden, sportverenigingen, speelplekken, scholen en ziekenhuizen”.
Beleidsonderzoek
Uit de Locatiemonitor, een onderzoek van I&O Research dat is uitgevoerd in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (voorheen de Alliantie Nederland Rookvrij), blijkt nu dat 77 procent van de gemeenten actief bezig is met het nemen van lokale maatregelen om rookvrije omgevingen voor kinderen te realiseren. Maar dat betekent ook dat 23 procent dat nog niet doet. Wel merkt I&O Research op dat van de gemeenten die op dit moment niet actief zijn of dit niet beleidsmatig hebben vastgelegd, een kwart voornemens is hierop in te zetten in 2020 of 2021.
TabakNee vroeg het onderzoek bij de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij op, maar kreeg te horen dat het beleidsonderzoek is dat niet gepubliceerd wordt. Daardoor zijn de beweringen over het onderzoek niet te controleren.
Aanjagende rol
Volgens het persbericht van I&O spelen gemeenten het meeste een rol bij het rookvrij maken van buitensportlocaties beheerd door verenigingen (58 procent van alle gemeenten) en schoolterreinen (53 procent van alle gemeenten). Een gemeente neemt in het rookvrij maken van locaties meestal een ondersteunende rol in, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van materiaal, informatie of de inzet van mensen. Daarnaast heeft een gemeente vooral een aanjagende rol bij locaties die beheerd worden door de gemeente zelf, zoals speeltuinen, speelplekken en sportveldjes. Van alle gemeenten heeft 12 procent op (bijna) alle gemeentelijke speeltuinen en -plekken en 6 procent op (bijna) alle gemeentelijke sportplekken een rookvrij-beleid. “Het invoeren van beleid in openbare ruimten wordt als lastig ervaren en ook de angst voor weerstand van rokers speelt een rol,” merkt I&O op.
Wat ook opvalt is dat alle aantallen die hier genoemd worden, lager zijn dat de 77 procent van de gemeenten die iets aan de rookvrije generatie doen, waardoor onduidelijk is wat dat ‘iets’ dan precies is.
Snel meer gemeenten
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), die ook een handtekening onder het akkoord zette, zei in een reactie tegen het AD dat de verwachting is dat “snel meer gemeenten zich aan zullen sluiten bij de rookvrije generatie”. Ook vindt de VNG dat er meer gedaan kan worden.
“Ik zou natuurlijk het liefste zien dat alle gemeenten volle bak bezig zijn om rookvrij beleid te voeren,” reageerde staatssecretaris Blokhuis tegen het AD. “Ik hoop dat de gemeenten die nu nog afwachten, aan de slag gaan met de verduidelijking die ik heb gegeven over hun wettelijke mogelijkheden.” Maar hij ziet het niet somber in. “Dat zo’n grote hoeveelheid gemeenten bezig is met rookvrij beleid laat zien we als samenleving midden in een grote, gezonde omslag zitten op weg naar de eerste rookvrije generatie.”
TabakNee tekent hierbij aan dat de laatste cijfers van het Trimbos-instituut laten zien dat het aantal rokers juist in de jongerengroepen constant blijft.
tags: openbare ruimte | scholen | rookvrije generatie | rookverbod | antirookbeleid