Ondanks enorme winsten betaalt Big Tobacco weinig belasting in Groot-Brittannië
maandag 25 mei 2020
Uit nieuw onderzoek is gebleken dat in Groot-Brittannië tabaksfabrikanten ondanks hun enorme winsten relatief weinig belasting betalen. Daarmee schuift de rekening van de gevolgen van roken voor de gezondheid door naar de samenleving.
Door de webredactie
“Ondanks de enorme schade die tabaksmultinationals veroorzaken en de enorme winsten die ze maken, blijkt dat ze haast geen belasting afdragen in Groot-Brittannië,” schrijven onderzoekers Anna Gilmore en Robert Branston van de Universiteit van Bath op The Conversation. “Aangezien er een flink tekort is om de zorg te financieren, zou de overheid hier actie op moeten ondernemen.”
Gilmore en Branston onderzochten de openbare financiële gegevens van de grote tabaksfabrikanten – waarvan er twee nota bene een hoofdkantoor in Groot-Brittannië hebben – over de periode 2009 tot 2016. In die tijd lag de gemiddelde belastingafdracht voor bedrijven op 20 tot 28 procent. Uit hun onderzoek, dat is gepubliceerd in The Journal of Public Health, blijkt dat tabaksfabrikanten veel minder belasting hebben betaald.
Verwaarloosbaar
“In de jaren die we onderzochten betaalde British American Tobacco gedurende vier jaar bijvoorbeeld geen belasting en in de andere jaren was dat bedrag nihil en dus verwaarloosbaar.” Imperial Brands droeg op zijn hoogst 13 procent belasting af, maar vaker was dat minder. Bovendien kreeg Imperial soms zelfs enorme belastingvoordelen van 112 miljoen pond (omgerekend bijna 125 miljoen euro).
In 2016 was de gezamenlijke winst van Imperial, BAT en Gallagher (een Britse dochteronderneming van Japan Tobacco International) in Groot-Brittannië meer dan een miljard pond (omgerekend 1,12 miljard euro), terwijl ze gezamenlijk slechts 83,6 miljoen pond (93,3 miljoen euro) aan belasting betaalden. De tabaksfabrikanten zorgen er ongetwijfeld voor dat deze gang van zaken volgens de regels is, stellen de onderzoekers. “Maar de vraag is waarom de regels dit toelaten.”
Accijnsafdrachten
Volgens onderzoek van de Britse overheid kostte roken in Engeland in 2017 alleen al 11 miljard pond (12,3 miljard euro). Via accijnsafdrachten op tabaksproducten is er wel 9,5 miljard pond (10,6 euro) de schatkist ingekomen. Zelfs als die opbrengsten rechtstreeks naar de zorg zouden stromen, zou er nog altijd een tekort van 1,5 miljard pond (1,7 miljard euro) zijn. “Dat tekort wordt bij lange na niet aangevuld met de belastingafdrachten van de tabaksfabrikanten,” schrijven de onderzoekers.
Uit hun onderzoek blijkt dat het belastingsysteem in Groot-Brittannië voor grote bedrijven niet klopt. Het is bijna onmogelijk om te achterhalen waar een multinational hoeveel aan belasting heeft betaald “omdat bedrijven niet specifiek hoeven aan te geven welke winst ze in Groot-Brittannië hebben gemaakt, of volledig uit de doeken hoeven te doen hoe ze hun eigen belastingaangifte hebben berekend.”
Wegsluizen
In de tweede plaats blijkt dat tabaksfabrikanten, net als veel andere multinationals, hun bedrijfsstructuur zo hebben ingericht dat ze winsten weg kunnen sluizen naar andere landen met een mogelijk gunstiger belastingklimaat. Zo lukt het bedrijven waarvan de producten verantwoordelijk zijn voor enorme schade aan de volksgezondheid, weg te komen, en de kosten van de zorg door te schuiven naar anderen.
De onderzoekers stellen dat bedrijven verantwoordelijk moeten worden gehouden voor de schade die hun producten aanrichten. Daarom is het belangrijk dat er in de eerste plaats meer inzicht komt in hoe deze multinationals belasting afdragen in verschillende landen. Daarnaast zou er een belastingtoeslag ingevoerd meten worden “voor bedrijven wier producten een nadelig effect op de gezondheid hebben, zodat ze kunnen meebetalen aan de schade die ze veroorzaken”.
Tabaksverslavingsfonds
In Nederland speelt eenzelfde probleem: het zijn niet de tabaksfabrikanten die voor de enorme zorgkosten opdraaien. Daarom stelden de Stichting Rookpreventie Jeugd en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) eerder al voor dat er een tabaksverslavingsfonds opgericht zou worden. “Het is de hoogste tijd dat deze kosten niet meer op de samenleving worden afgewenteld, maar dat de tabaksindustrie zelf gaat meebetalen aan het voorkomen en oplossen van de schade die ze veroorzaken, vanuit de gedachte ‘de vervuiler betaalt’,” zo stelden SRPJ en NTvG.
Ze pleitten ervoor dat de tabaksindustrie verplicht wordt om jaarlijks 1 procent van de in Nederland behaalde bruto omzet in een Tabaksverslavingsfonds te storten, om uiteindelijk te kunnen komen tot een rookvrije generatie. Het zou gaan om een bedrag van circa 35 miljoen per jaar. Met dat geld kan een landelijke preventiecampagne tegen roken gefinancierd worden en kan er meer en betere begeleiding bij het stoppen met roken komen. In Nederland bestaat er al zo’n fonds voor gokverslaving. Dat model zou overgenomen kunnen worden voor tabak.
Niet opgenomen
Het verslavingsfonds werd echter niet opgenomen in het Nationaal Preventieakkoord dat november 2018 werd gepresenteerd en waarin nieuwe antirookmaatregelen zijn opgenomen. De ‘tabakstafel’ die overlegde welke maatregelen in het akkoord zouden komen, gaf geen argument over waarom het fonds niet in het akkoord thuishoorde.
Ook ontbreekt het fonds in het ambtelijke rapport ‘Een toekomstbestendig zorgstelsel’ dat in april 2020 naar de Tweede Kamer is gestuurd, met daarin allerlei beleidskeuzes die gemaakt kunnen worden om de uit de pan rijzende zorgkosten in te dammen en de zorg bestendiger te maken voor de toekomst.
tags: Preventieakkoord | Verslavingsfonds | volksgezondheid | accijns, tabak | tabaksindustrie