Zware klap voor tabaksindustrie: rechtbank Rotterdam twijfelt aan rechtmatigheid sjoemelsigaret
maandag 23 maart 2020
In de handhavingszaak van Stichting Rookpreventie Jeugd, de gemeente Amsterdam en vijftien gezondheidsinstellingen over de sjoemelsigaret heeft de rechtbank Rotterdam een definitieve tussenuitspraak gedaan.
Door de webredactie
De rechtbank in Rotterdam heeft op 20 maart definitief een aantal prejudiciële vragen voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie in de zaak van Stichting Rookpreventie Jeugd (SRPJ), de gemeente Amsterdam en vijftien gezondheidsinstellingen over de sjoemelsigaret. Op 7 februari maakte de rechtbank de conceptversie van die vragen al bekend. Partijen in het proces kregen toen drie weken de tijd op de formulering daarvan te reageren. De rechtbank maakte de definitieve tussenuitspraak bekend via een persbericht op de website van de Rechtspraak.
SRPJ had, samen met de zestien andere partijen, de zaak aangespannen nadat eerder de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit had geweigerd op te treden tegen de sjoemelsigaret. Alle filtersigaretten bevatten gaatjes in de filters, die bij de wettelijk voorgeschreven methode om de emissie van teer, nicotine en koolmonoxide te bepalen, extra lucht aanzuigen. Rokers krijgen die extra lucht niet binnen want sluiten de gaatjes af met vingers en lippen en ontvangen daardoor veel meer gif. Volgens het RIVM 2 tot 20 keer meer.
Ernstige twijfel
De rechtbank zegt in de uitspraak net als de Stichting Rookpreventie Jeugd ‘ernstige twijfel’ te hebben of het gebruik van de voorgeschreven meetmethode wel een correct beeld kan opleveren en overweegt dat dit dan ‘ernstig afbreuk’ doet aan de wettelijke doelstelling een hoog beschermingsniveau voor de volksgezondheid te garanderen.
Omdat het in deze zaak niet alleen om toepassing van Nederlands recht gaat, maar ook om Europees recht, mag alleen de Europese rechter uitleg geven aan de Europese regelgeving en die zo nodig ongeldig verklaren. Daarom vroegen de eisende partijen aan de rechtbank de zaak naar het Europees Hof in Luxemburg te verwijzen en daarom stelt de rechtbank Rotterdam nu een aantal prejudiciële vragen aan dat Hof. Het antwoord op die vragen moet de rechtbank Rotterdam vervolgens een leidraad geven om definitief te beslissen in de bij de rechtbank aanhangige zaak.
Mogelijk verstrekkende gevolgen
De beslissing van het Europees Hof kan zeer verstrekkende gevolgen hebben omdat die uitspraak geldig is voor elk pakje sigaretten dat in de gehele Europese Unie wordt verkocht.
Naar verwachting zal het Europees Hof binnenkort duidelijkheid geven over de planning van de behandeling van deze zaak. Zeker is nu al dat de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad zullen deelnemen aan deze procedure in Luxemburg en dat ook alle 27 Lidstaten van de Europese Unie door het Hof zullen worden uitgenodigd eraan deel te nemen.
Het volledige persbericht van de rechtbank luidt als volgt:
Rechtbank Rotterdam stelt prejudiciële vragen over meetmethode filtersigaretten
Rotterdam, 20 maart 2020
De Stichting Rookpreventie Jeugd en anderen hebben de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gevraagd om handhavend op te treden tegen de zogenaamde sjoemelsigaret. Zij voeren aan dat rokers van filtersigaretten veel meer van de schadelijke stoffen teer, nicotine en koolmonoxide binnenkrijgen dan op grond van de Europese Tabaksrichtlijn (Richtlijn 2014/40/EU) is toegestaan
Meetmethode
Dat komt volgens hen doordat de in de Tabaksrichtlijn voorgeschreven methode voor het meten van de hoeveelheid teer, nicotine en koolmonoxide tekortschiet. In die methode wordt namelijk geen rekening gehouden met de kleine gaatjes die fabrikanten van filtersigaretten in het filter hebben gemaakt waardoor de in de Tabaksrichtlijn voorgeschreven rookmachine schone lucht aanzuigt en de hoeveelheid schadelijke stoffen wordt verdund. Rokers sluiten die gaatjes grotendeels met hun vingers en lippen af.
Hogere waardes
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat bij metingen waarbij de gaatjes in het filter zijn afgeplakt, de gemeten waardes teer, nicotine en koolmonoxide van alle filtersigaretten veel (2 tot 20 keer) hoger zijn dan op grond van de Tabaksrichtlijn toegestaan. De NVWA heeft het verzoek om handhavend op te treden echter afgewezen omdat zij stelt gebonden te zijn aan de meetmethode die is voorgeschreven in de Tabaksrichtlijn.
Tabaksrichtlijn
In de procedure bij de rechtbank is aangevoerd dat de Tabaksrichtlijn mogelijk ruimte laat voor het gebruiken van een andere meetmethode en dat de voorgeschreven meetmethode en de manier waarop die tot stand is gekomen in strijd is met de tekst en doelstelling van de Tabaksrichtlijn, met het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, met verschillende mensenrechtenverdragen en met het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging.
Prejudiciële vragen
Omdat alleen het Hof van Justitie van de Europese Unie de Tabaksrichtlijn mag uitleggen en de geldigheid daarvan mag beoordelen, heeft de rechtbank Rotterdam zogenaamde prejudiciële vragen aan het Hof gesteld over de uitleg en de geldigheid van de in de Tabaksrichtlijn voorgeschreven meetmethode. In afwachting van de antwoorden van het Hof op de gestelde vragen is de procedure bij de rechtbank opgeschort.
De volledige uitspraak is te vinden op uitspraken.rechtspraak.nl
tags: Canadian Intense-methode | Europese tabaksrichtlijn | ISO-methode | sjoemelsigaret | tnco | rechtszaak