Kritiek op strijd tegen sjoemelsigaret miskent de waarde van het recht volledig
maandag 17 februari 2020
Uit onverwachte hoek is kritiek gekomen op de strijd van Stichting Rookpreventie Jeugd (SRPJ) tegen de sjoemelsigaret. De Belgische antirookexpert Luk Joossens noemt die strijd in een mail aan de SRPJ “niet de moeite”. Advocaat Phon van den Biesen vindt dat Joossens een aantal zaken over het hoofd ziet. “Als sigaretten minder giftig en kankerverwekkend zijn, levert dat op termijn 5.000 doden minder per jaar in Nederland op.”
Door Frits van Dam en Rob Giebels*
De Europese tabakswetgeving bepaalt dat de roker bij het roken van een sigaret maximaal 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide binnen mag krijgen. Die wetgeving schrijft ook voor dat het meten van de rookkwaliteit volgens een bepaalde methode, de ISO-methode, moet plaatsvinden. Op die methode hebben het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), dat is belast met het meten van de uitstoot van sigaretten, en Stichting Rookpreventie Jeugd ernstige kritiek. Er wordt bij gebruik van de ISO-methode namelijk schone (extra) lucht aangezogen via gaatjes die door de tabaksindustrie in de sigarettenfilters zijn aangebracht, wat hen de mogelijkheid geeft met de uitkomsten van die meetmethode te sjoemelen (vandaar de naam ‘sjoemelsigaret’). Zo ‘rookt’ én meet de rookmachine sterk verdunde lucht, waardoor de meetresultaten steeds laten zien dat de sigaretten keurig aan de wettelijke maximale uitstoot voldoen. Maar volgens het RIVM krijgt de roker ten opzichte van het gebruik van de ISO-methode wel twee- tot driemaal zoveel teer, nicotine en koolmonoxide binnen als wettelijk is toegestaan. De roker drukt namelijk de gaatjes tijdens het roken met lippen en vingers dicht. Sigaretten zijn daardoor veel giftiger, veel verslavender en veel dodelijker dan wettelijk is toegestaan.
Canadian Intense
Er is een andere meetmethode die het rookgedrag van de mens veel beter nadoet, de zogenaamde Canadian Intense. Daarbij worden de gaatjes afgeplakt en ontstaat dezelfde situatie als tijdens ‘normaal’ rookgedrag. Het RIVM is van oordeel dat de Canadian Intense-meetmethode de rokerswerkelijkheid veel beter benadert dan de in de wet vastgelegde en door de tabaksindustrie gepropageerde ISO-methode, en heeft meteen na die ontdekking de noodklok geluid.
Stichting Rookpreventie Jeugd (SRPJ) vroeg aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de wettelijke maxima effectief te handhaven door met de realistische Canadian Intense te meten. De NVWA wees dat verzoek af “omdat de wet nu eenmaal de ISO-methode voorschrijft”. Daarop stapte de SRPJ, nadat die in beroep was gegaan bij het ministerie van VWS en daar ook bot had gevangen, naar de rechter.
Uitspraak rechtbank
Op 7 februari heeft de rechtbank Rotterdam een baanbrekende uitspraak gedaan over de sjoemelsigaret. De rechtbank volgt in wezen het standpunt van de SRPJ op alle onderdelen en betwijfelt sterk of de huidige wettelijke ISO-methode waarmee de uitstoot van sigaretten wordt gemeten, wel uitkomsten oplevert die in overeenstemming met andere wettelijke regelgeving is. Het gaat dan met name om de maxima aan giftige stoffen die een roker mag binnenkrijgen en om het Europees Handvest waarin de mensenrechten, waaronder het recht op gezondheid, zijn vastgelegd. De rechtbank meent dat hierdoor ernstig afbreuk wordt gedaan aan de verplichting van de EU en de Nederlandse Staat om de volksgezondheid te beschermen. Immers, die wettelijke maxima zijn niet voor niets in de wet vastgelegd. Daarom vraagt de rechtbank het Europees Hof van Justitie om een nader oordeel.
Van allerlei kanten klonk blijdschap om het vonnis. Dagblad Trouw ruimde er de voorpagina voor in en staatssecretaris Blokhuis liet aan Trouw weten: “Hoe eerder een eind komt aan de sjoemelmeetmethode, hoe liever het mij is. De stichting Rookpreventie Jeugd en ik streven hetzelfde doel na. Ik blijf doorgaan met onze lobby om de Europese regels te veranderen.”
Kritiek Joossens
Uit onverwachte hoek is er echter kritiek gekomen op deze gang van zaken, en wel van de door ons doorgaans zeer gewaardeerde Vlaming Luk Joossens, tabaksexpert en auteur van De tabakslobby in België. In een mail aan de voorzitter van de SRPJ gaat hij in op de gang van zaken rond de sjoemelsigaret. Volgens Joossens stamt de sjoemelsigaret uit de jaren 60 en 70 en bracht de tabaksindustrie sjoemelgaatjes in de filters aan om te kunnen claimen dat hun sigaretten ‘light’ of ‘mild’ zijn doordat een roker minder teer zou binnenkrijgen. Maar die merken zijn inmiddels verboden. Ook staat er niet meer op de verpakking hoeveel teer een roker volgens de tabaksfabrikant binnen zal krijgen. “De consument laat zich niet meer leiden door het teergehalte, want hij ziet het niet meer op de verpakking staan,” zegt Joossens. “Om nu te gaan pleiten voor een nieuw meetsysteem is een stap terug, naar de situatie van een iets beter of een iets slechtere sigaret, dat moeten we niet willen. We willen echt niet teruggaan naar een classificatiesysteem waarbij er slechte en minder slechte sigaretten zouden zijn.”
Volgens Joossens gaat een herziening van de meetmethodes er niet doorkomen in Europa “want, buiten Nederland, is er geen enkel land en geen ngo die erachter staat”.
Geen prioriteit
Joossens vond de campagne rond de sjoemelsigaret in Nederland wel goed omdat dat een kentering in de publieke opinie teweeg heeft gebracht. “Het is alleen zo jammer dat het draait rond een plan dat geen prioriteit heeft. Het legt prioriteit op iets dat geen effect heeft.” Hij heeft liever dat in plaats van het aanpassen van de meetmethode er wordt gepleit voor afschaffing van de filter. “Dat had eigenlijk al twintig jaar geleden moeten gebeuren.”
Joossens denkt dat het nooit gaat lukken om de verandering van meetmethode in Europese regelgeving te krijgen, omdat de Europese Commissie daar eerst een voorstel voor moet doen. De kans daarop acht hij klein. Daarna moeten genoeg lidstaten het met Nederland eens zijn en voor de Canadian Intense-methode kiezen. Volgens Joossens staat Nederland alleen. Hij schat de kans dat het erin komt als uiterst gering en vindt het daarom “niet de moeite”.
Minder gif, minder doden
Advocaat Phon van den Biesen betreurt de redenatie van Joossens. “Wat ontbreekt is de gedachte dat sigaretten die niet twee tot drie keer (met uitschieters naar vijf keer) zoveel nicotine bevatten en die niet idem zoveel teer toedienen aan de roker als wettelijk is toegestaan, een verminderd verslavende werking hebben en een dramatische vermindering van de kans op het krijgen van kanker. Prof. Martin van den Berg, toxicoloog, rekende afgelopen jaar nog voor dat er op termijn in Nederland elk jaar 5.000 doden minder ten gevolge van roken zouden vallen als de wettelijke maxima maar zorgvuldig bewaakt en gehandhaafd zouden worden. Wij vinden dat sowieso geen ‘laaghangend fruit’, en al helemaal niet omdat het hier gaat om het afdwingen van een beschermingsniveau waarop de burger, wij allemaal, recht heeft. Dat is een lovenswaardige strijd om te strijden.”
Bovendien is gebleken uit de reactie van de tabaksindustrie tijdens de hoorzitting bij de Rechtbank Rotterdam, dat de meetmethode wel degelijk impact heeft op hun verdienmodel. De voorman van de Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten (VSK) zei namelijk dat de tabaksindustrie helemaal geen voorkeur voor een bepaalde meetmethode heeft en dat ze geen bezwaar tegen de invoering van de Canadian Intense-methode zouden hebben “als dan maar wel tegelijkertijd de maximale emissieniveaus worden aangepast”.
Met ‘aangepast’ doelt de VSK op een verhoging van de maximaal toegestane gifgehaltes in sigaretten. Op die manier hoeven ze de receptuur van hun sigaretten immers niet aan te passen en weten ze zeker dat rokers net zoveel gif binnen blijven krijgen als ze nu via de sjoemelsigaret doen.
Zelfde pleidooi
“Het pleidooi voor afschaffen van de filter is per saldo hetzelfde als een pleidooi voor meten met de Canadian Intense, dus waarom dat dan wel politiek kansrijk zou zijn en het invoeren van Canadian Intense niet, dat zie ik nog niet onmiddellijk,” zegt Van den Biesen. “Hoe dan ook is die benadering net zo goed afhankelijk van de politieke wil van de Commissie en Lidstaten. Niet vergeten moet worden dat wij een geheel andere, niet-politieke, maar wel nuchtere, saaie route bewandelen: wij stellen simpelweg dat de Nederlandse en de EU-overheid gehouden is/zijn de eigen juridische normen na te leven en dat dit dankzij een misleidende manier van meten wordt gedwarsboomd door de tabaksindustrie. Het vragen om handhaving van een bestaande norm en een uitspraak van de rechter die daartoe opdracht geeft, is niet afhankelijk van wiens politieke wil dan ook en leidt niet, zeker niet logischerwijs, tot een gelijktijdige verhoging van die norm, want een rechterlijk oordeel is niet onderhandelbaar en brengt ons dus niet vanzelf in een politiek moeras.”
EU-regels
De rechtbank Rotterdam stuurt de zaak naar het Europees Hof door omdat dat Hof in staat is EU-regels te vernietigen of buiten werking te stellen. “De rechtbank neemt ook onze stelling over dat die hele manier van wetgeving door ISO-normen in de wet op te nemen juridisch niet door de beugel kan,” stelt Van den Biesen vast. “Ook onze stelling dat die hele door de tabaksindustrie in elkaar geboetseerde ISO-regelingen – inclusief de door de tabaksindustrie ontwikkelde rookmachine – regelrecht in strijd met artikel 5.3 van de FCTC tot wet verheven zijn, wordt door de rechtbank aan het Hof van Justitie voorgelegd. Inclusief de vraag of dat op zichzelf al niet reden genoeg is de ISO-methode nietig te verklaren. Dat is allemaal niet te verwaarlozen, want een regelrechte aanval op de overheersende invloed die de tabaksindustrie heeft gehad bij het schrijven van de Tabaksproductenrichtlijn.”
Op de website van Stichting Rookpreventie Jeugd staat een Engelse vertaling van dit artikel.
* resp. secretaris en penningmeester van Stichting Rookpreventie Jeugd
tags: Europees Hof | nicotinereductie | Europese tabaksrichtlijn | sjoemelsigaret | tnco | rechtszaak