line
blokhuis rookruimtes-1

Blokhuis luistert goed naar tabakslobby over rookruimteverbod

maandag 21 oktober 2019

Hoewel rookruimtes in de horeca bij monde van de Hoge Raad direct gesloten moeten worden, blijkt uit een Kamerbrief van staatssecretaris Blokhuis dat hij dat verbod pas in april 2020 echt wil gaan handhaven. Overheidsgebouwen en bedrijven krijgen nog langer de tijd. Blokhuis luisterde daarvoor naar Koninklijke Horeca Nederland en grote vriend van de tabaksindustrie VNO-NCW.

Door de webredactie

Op 27 september besloot de Hoge Raad dat alle rookruimtes in de horeca direct dicht moesten. Dat was een mooie overwinning voor Clean Air Nederland (CAN), die middels een gang naar de rechter de uitzondering op het rookverbod voor aparte rookruimtes meerdere malen heeft aangevochten.
In het internationaal antirookverdrag FCTC van de Wereldgezondheidsorganisatie (dat door Nederland is geratificeerd) staat namelijk in artikel 8 dat iedereen beschermd moet worden tegen de gevaren van tabaksrook in openbare gebouwen. Doordat rookruimtes zijn toegestaan in horecagelegenheden wordt die bescherming niet geboden, vond CAN.

Tijd winnen

Februari 2018 had CAN ook gelijk gekregen van de rechter, waardoor rookruimtes per direct dicht moesten. Staatssecretaris Blokhuis probeerde toen echter tijd te winnen door in cassatie te gaan. In een Kamerbrief schreef hij april 2018 dat hij de uitspraak zorgvuldig wilde besturen, “zodat mensen niet van de ene op de andere dag worden overvallen door nieuwe regels. Het arrest biedt daarvoor geen ruimte, omdat het directe gevolgen heeft voor de uitzondering op het rookverbod in rookruimtes in de horeca. Daar mag vanaf de datum van het gewezen arrest in beginsel namelijk niet meer worden gerookt. Cassatie schorst echter de werking van dit arrest van het hof. Rookruimtes hoeven dan niet direct gesloten te worden. Dat biedt de mogelijkheid om eigen beleid met betrekking tot rookruimtes te ontwikkelen en daarbij een overgangstermijn te hanteren. Een periode van twee jaar zou daarbij denkbaar kunnen zijn. Daarover ga ik ook met de horeca in gesprek.”
CAN was het daar niet mee eens en kondigde aan opnieuw naar de rechter te stappen.

Overgangstermijn

Eind november 2018 presenteerde Blokhuis het Nationaal Preventieakkoord, waarin hij, na overleg met onder meer Koninklijke Horeca Nederland (KHN), een overgangstermijn voor het sluiten van de rookruimtes had afgesproken tot 2022. Maar de Hoge Raad gooide vorige maand roet in het eten: rookruimtes mogen geen seconde langer openblijven.
In plaats van die uitspraak te volgen, probeert Blokhuis nu wederom tijd te winnen ten faveure van de horeca en daarmee de tabakslobby, die gebaat is bij zo veel mogelijk plekken waar zo lang mogelijk doorgerookt kan worden, door het verbod voorlopig niet te gaan handhaven.
In een nieuwe Kamerbrief schrijft Blokhuis namelijk: “In reactie op de uitspraak van de Hoge Raad heeft een aantal horecabedrijven laten weten de rookruimtes op hun terrein per direct af te schaffen – een beslissing die ik toejuich. Het sluiten van rookruimtes is immers een belangrijk middel om het roken terug te dringen en onderdeel van het Nationaal Preventieakkoord. Met rookruimtes wordt het roken gefaciliteerd en wordt de norm versterkt dat roken gewoon is. Maar zoals ik u heb laten weten ben ik niet onverdeeld enthousiast over het onmiddellijke verbod als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad. Het arrest doorkruist mijn afspraken met KHN over het sluiten van de rookruimtes in de horeca in 2022.”

Flyers

Volgens Blokhuis heerst er onbegrip onder ondernemers over wat de consequenties van de uitspraak van de Hoge Raad zijn. Men wil bijvoorbeeld weten wat er gebeurt als ze het verbod op rookruimtes niet naleven. Blokhuis gaat daarom de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die is belast met de handhaving van de Tabakswet en daarmee het rookverbod, vragen om flyers uit te delen, zodat daar wel duidelijkheid over komt. Omdat een van de gevolgen van het verbod op rookruimtes is dat rokers voortaan naar buiten zullen gaan om te roken, vreest Blokhuis dat dit overlast voor de omgeving kan betekenen. Hij zal daarom ook in gesprek gaan met de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

Blokhuis heeft besloten dat de NVWA pas per april 2020 het rookverbod op rookruimtes in de horeca hoeft te gaan handhaven. Hij stelt dat de NVWA als ze voor die datum bij een inspectie in een horecagelegenheid een rookruimte aantreft, de ondernemers daar wel op aan zal spreken. “Deze bedrijven kunnen na 1 april 2020 een nieuwe controle verwachten,” schrijft hij. Als ze daarna nog een rookruimte in gebruik hebben, kan een boete worden opgelegd tussen de 600 (bij een eerste overtreding) en 4500 euro (bij een vierde overtreding).

Convenant met het bedrijfsleven

Opvallend is dat Blokhuis vermeldt dat hij tot het uitstel van april 2020 is gekomen “na gesprekken met onder meer KHN, VNO-NCW en signalen vanuit gemeenten.” Het is opmerkelijk dat hij ook VNO-NCW heeft betrokken bij deze besluitvorming, omdat deze werkgeversorganisatie sinds jaar en dag een van de trouwste en grootste vrienden van de tabaksindustrie is.
Verderop in de Kamerbrief merkt Blokhuis op dat VNO-NCW dwarsligt als het gaat om het sluiten van rookruimtes in bedrijfsgebouwen: “Voor het sluiten van rookruimtes op de werkplek buiten de horeca is in het Preventieakkoord afgesproken dat een convenant met het bedrijfsleven zou worden gesloten, en dat sluiting van de rookruimtes in deze sector gerealiseerd is in 2023. Bij onvoldoende voortgang zou wetgeving worden voorbereid. Ondernemersorganisatie VNO-NCW heeft mij laten weten geen heil te zien in een dergelijk convenant. Dit betekent dat het sluiten van rookruimtes in deze sector ook via wetgeving vorm zal krijgen.”
Waarom VNO-NCW daar geen heil in ziet, is niet duidelijk. Blokhuis hoopt dat die wetgeving in 2022 in werking kan gaan treden.

Enige spoed

Daarbij zal Blokhuis enige spoed maken met het sluiten van de rookruimtes in (semi-)publieke en dus ook overheidsgebouwen. In het Preventieakkoord staat dat hij dat in 2022 wilde gaan doen, maar Blokhuis meldt daar nu een jaartje eerder mee te willen beginnen.
Opmerkelijk dat hij hier niet ook april 2020 aanhoudt. Overheidsgebouwen vallen niet onder horecagelegenheden, maar zoals Blokhuis zelf in zijn brief opmerkt: “Ondanks dat de uitspraak van de Hoge Raad slechts betrekking heeft op de rookruimtes in de horeca, heeft artikel 8, tweede lid, van het WHO Kaderverdrag een breder bereik. Dit artikel heeft onder andere betrekking op openbare gebouwen (‘indoor public places’).”

Als hij het FCTC-verdrag dus niet langer wil negeren, zou Blokhuis rookruimtes, ook die waar rijk, provincies en gemeenten over gaan, stante pede moeten sluiten en zo de letter van de internationale wet én de uitspraak van de Hoge Raad moeten volgen.

tags:  VNO-NCW | KHN | handhaving | horeca | rookruimte