Dossier ‘De tabakslobby in Nederland’, deel 8
maandag 01 april 2019
Hoe steekt de sigarettenlobby in elkaar, welke strategie hanteert zij en wat doet de overheid hiertegen? Vandaag deel 8 van dossier ‘De tabakslobby in Nederland’: Wetenschap en de lobby.
Door de webredactie
De tabakslobby spant academici, onderzoeksinstituten en universiteiten voor haar karretje. En omdat beleidsmakers verzot zijn op cijfers en statistieken schakelt de tabaksindustrie befaamde onderzoeksbureaus in. Consultancybureau KPMG spant de kroon, omdat het met grote regelmaat en in opdracht van de vier grote tabaksfabrikanten voor de Europese Unie uitzoekt of de sigarettensmokkel toeneemt.
Irene Asscher-Vonk, emeritus hoogleraar Radboud Universiteit, is commissaris bij tabaksmultinational Philip Morris Holland. Erik Lutjens, pensioenrecht-professor verbonden aan de Vrije Universiteit, klust bij voor tabaksfirma British American Tobacco. Er zijn meer academici die zich (hebben) laten inhuren door de tabaksindustrie. Opvallend is professor Rinus van Schendelen die tabak een “vermeend risico” voor ziektes noemt.
De tabaksindustrie probeert nog steeds onderzoekers voor haar karretje te spannen. Zo heeft Philip Morris de Stichting Philip Morris Impact in het leven geroepen, een stichting die onderzoek financiert naar smokkel en de criminaliteit die hieruit volgt. Welke universiteiten zijn hierin getrapt en hoe liep het af?
Lees het in deel 8: Wetenschap en de lobby
tags: lobbyist van de maand | lobbyist | tabakslobby | tabaksindustrie | tabaksontmoediging