Het is terecht dat de tabaksbranche niet mee mag praten over rookpreventie
maandag 28 mei 2018
OPINIE
Werkgeversorganisatie VNO-NCW is verontwaardigd omdat de tabaksbranche niet mag meepraten over tabakspreventie. Ze is kennelijk vergeten dat internationale verdragen de Nederlandse overheid verplichten om de tabaksindustrie en haar kompanen buiten de deur te houden als ze anti-rookbeleid maakt.
Door Frits van Dam
Anthony Stigter, secretaris bij VNO-NCW met gezondheidszorg in zijn portefeuille, is ontevreden over de aanpak van het preventiebeleid van VWS en vooral over de manier waarop daar vorm aangegeven wordt, zo blijkt uit een stuk op de website Skipr. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid is bezig met het maken van een veel omvattend preventieprogramma en heeft drie gespreksgroepen georganiseerd (‘tafels’ genoemd) voor de onderwerpen ‘alcohol’, ‘voeding’ en ‘roken’.
Overheidsbeleid
Stigter is het wat de tafel ‘roken’ betreft helemaal eens met de doelstelling van Blokhuis om het roken uit bannen. Ook onderschrijft hij dat een gespreksgroep nodig is om gezamenlijk doelstellingen te formuleren en passende maatregelen af te spreken. Maar waar hij het niet mee eens is, is dat de tabaksbranche niet welkom aan deze tafel is. Stigter: “De bedoeling is om roken uit te bannen. Dat is een legitiem doel, maar dan moeten we niet de indruk wekken dat er onderhandeld wordt: aan deze tafel wordt overheidsbeleid voorbereid.”
Invloed voorkomen
Het is gek dat Stigter dat niet begrijpt. Hij heeft kennelijk nog nooit gehoord van het FCTC-verdrag: een initiatief van de WHO en ondertekend door 180 partijen, waaronder Nederland en de Europese Unie. De belangrijkste doelstelling van het FCTC verdrag is dat voorkomen moet worden dat de tabaksindustrie ook maar de geringste invloed heeft op het tabaksbeleid van de overheid. Dat er zo’n internationaal verdrag met deze maatregelen nodig is, heeft de tabaksindustrie vooral aan zichzelf te danken: zij heeft er decennialang alles aan gedaan om anti-rookbeleid te vertragen, te frustreren en tegen te houden.
Hoogste niveau
De werkgeversorganisatie zet zich op het hoogste niveau in voor de tabaksindustrie, zo bleek onder meer uit een artikel in Vrij Nederland. Zij doet dat nog steeds. De toenmalig algemeen directeur Niek Jan van Kesteren zei tabak te bespreken met de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (hoewel de staatssecretaris liet weten daar geen 'actieve herinnering' aan te hebben).
Uit hetzelfde artikel bleek dat Van Kesteren met enige regelmaat een speciaal spreekuur voor de tabaksfirma’s hield om de lobby te bespreken. Ook heeft hij de andere werkgeversorganisaties in de Europese Unie gemobiliseerd om in opstand te komen tegen nieuwe Brusselse antirookmaatregelen die in 2014.
Afstand
TabakNee vroeg aan de opvolger van Van Kesteren, Cees Oudshoorn of hij afstand nam van de standpunten over tabak van zijn voorganger. Er kwam geen antwoord. We mogen dus aannemen dat ook hij, net als Van Kesteren, positief staat tegenover de tabaksindustrie omdat die zoveel geld genereert voor stad en land.
Tenslotte heeft de tabaksindustrie zelf direct invloed op VNO-NCW. Verschillende tabaksbobo’s als Jan Hein Sträter van de Nederlandse Vereniging voor Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten en Marcel Crijnen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie, zijn bestuurslid van VNO-NCW.
Rookpreventie
Dat de branche niet welkom is bij de tafel over rookpreventie, maakt de industrie niet beklagenswaardig. Het is bittere noodzaak om de volksgezondheid te kunnen beschermen. De conclusie is ondubbelzinnig: in tegenstelling tot wat Anthony Stigter van de VNO-NCW beweert, heeft de tabaksbranche niets te zoeken in een gespreksgroep over tabakspreventie. Sterker nog: ze mogen er niet eens bij zitten volgens het FCTC verdrag.
tags: rookpreventie | politiek | antirookbeleid | VWS