De tabaksindustrie en de lagere overheden (1): Groningen negeert landelijke richtlijnen
woensdag 30 november 2016
UPDATE 02-12-2016
In 2014 oefenden TabakNee en de Stichting Rookpreventie Jeugd (RPJ) druk uit op de overheid om provincies en gemeenten tot de orde te roepen. Een aantal van hen kreeg namelijk (in)direct financiële steun van de tabaksindustrie. Na berichten op TabakNee werden hierover Kamervragen gesteld en nadat RPJ een rechtszaak had gevoerd tegen de Staat, klom de staatssecretaris in de pen. Hij schreef verschillende brieven aan de Kamer en stelde een protocol op waar alle overheden zich voortaan aan moeten houden. Eind goed, al goed? Was dat maar waar.
Door Janneke Donkerlo
In 2005 ratificeerde Nederland het WHO-kaderverdrag Framework Convention on Tobacco Control (FCTC). Het verdrag zelf is juridisch bindend, maar de ‘richtlijnen’ (ook wel aanbevelingen, recommendations of richtsnoeren genoemd) zijn dat niet. Landen mogen dus hun eigen regels maken. Dat neemt niet weg dat bepaalde begrippen wel vast staan. Zo omschrijft het verdrag het begrip tabakssponsoring als volgt: ‘elke vorm van bijdrage aan een evenement, activiteit of individu, met het doel, effect of mogelijk effect dat een tabaksproduct of tabaksgebruik direct of indirect wordt aangemoedigd.’
Nederlandse gemeenten en provincies die desondanks (in)direct geld benutten van de tabaksindustrie, beroepen zich nu op verschillende formuleringen van staatssecretaris Martin van Rijn. Volgens TabakNee zijn die verwarrend. Met vage en selectieve bewoordingen lijkt de staatssecretaris de geit (de tabaksindustrie) en de kool (het antirookbeleid) te willen sparen. Of hebben sommige lokale overheden er belang bij om de staatssecretaris selectief te citeren? Tijd voor meer duidelijkheid.
British American Tobacco
“Groningen is veel leuker dan ik dacht”, zegt Emiel Eckstein, directeur van Koninklijke Theodorus Niemeyer BV in Groningen, onderdeel van het wereldwijde British American Tobacco. Deze uitspraak doet hij op een website van de provincie Groningen: "Mijn mening, of beter gezegd mijn vooroordeel over Groningen, heb ik compleet moeten herzien. Groningen is een heel gezellige en levendige stad om in te wonen. En het is hier ook uitstekend werken.” Eckstein mag zich 'Ambassadeur van Groningen' noemen, een titel die hij dankt aan het feit dat Niemeyer de campagne ‘Er gaat niets boven Groningen’ financieel steunt.
Het geld voor de campagne komt uit een apart budget. Financiële bijdragen zijn afkomstig van organisaties en bedrijven die Groningen een warm hart toedragen. Ook de provincie zelf betaalt mee. Voor het budget is een aparte website opgetuigd, waar British American Tobacco Niemeyer BV als tweede op de lijst van ambassadeurs prijkt. Met een simpele muisklik is de informatie op deze site verbonden met de website van de tabaksfabrikant in de Benelux. Ook het logo van BAT is onderaan op elke pagina te vinden. En dat is niet de enige wederdienst. In ruil voor hun bijdrage krijgen de ‘ambassadeurs’ van de campagne ook:
- Indien gewenst communicatieadvies over het gebruik van het merk ‘Er gaat niets boven Groningen’
- Jaarlijks een paginagrote advertentie in het Dagblad van het Noorden over de campagne met vermelding van de ambassadeurs
- Twee netwerkbijeenkomsten per jaar op uitnodiging van de Commissaris van de Koning
Nog een interessant detail: de Commissaris van de Koning, en bestuurlijk voorzitter van de campagne, is René Paas. Paas werd in 1990 raadslid voor het CDA in de gemeente Groningen. Paas was tevens voorzitter van de commissie Invoeringsaspecten Heroïnebehandeling (CIBH) die de minister van VWS adviseerde over de omstreden invoering van behandeling met heroïne aan langdurig zwaar verslaafden. Paas is dus welbekend met verslavingsproblemen.
Sponsoring?
Maakt de provincie Groningen zich nu schuldig aan sponsoring door de tabaksindustrie, iets waar men zich volgens het FCTC-verdrag verre van zou moeten houden? De staatssecretaris schrijft in zijn brief van 24 september 2015: “Uitgangspunt van de Nederlandse overheid is en blijft dat er geen contact met de tabaksindustrie plaatsvindt, tenzij dat in verband met uitvoeringstechnische kwesties die rijzen bij vastgesteld beleid of vastgestelde regelgeving noodzakelijk is.”
Al in 2014 bond TabakNee de kat de bel aan. Dat er contact is met de tabaksfabrikant ontkent de voorlichter van de campagne anno 2016 niet. En dat het hier niet gaat om contact in het kader van implementatie van wetgeving is haar ook duidelijk. Maar, werpt ze tegen, staatssecretaris Martin van Rijn heeft zelf eind 2014 laten weten dat de richtlijnen bij artikel 5.3 van het FCTC-verdrag juridisch niet-bindend zijn. Oftewel: een uitdrukkelijk verbod op contact is er niet.
Verwarrend
De uitspraken van de staatssecretaris zijn op zijn minst verwarrend: wanneer mag contact met de tabaksindustrie nou wel en wanneer niet? De voorlichter van het speciale campagnebudget ziet het zo: “Het gaat hier niet om contact in het kader van tabaksbeleid, maar om een legale industrie die financieel bijdraagt aan de promotie van de provincie.” De voorlichter laat echter onvermeld dat de staatssecretaris in zijn brief van 10 november 2015 ook de samenwerking met de tabaksindustrie afwijst wanneer het gaat om publieke evenementen of activiteiten die onder de noemer van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden ontplooid. Wat hij daar precies mee bedoelt, is overigens weer niet duidelijk.
Intussen onderhoudt de provincie Groningen niet alleen contacten met de tabaksindustrie die niets met ‘uitvoeringstechnische kwesties die rijzen bij vastgesteld beleid of vastgestelde regelgeving’ te maken hebben, ook biedt ze BAT/Niemeyer ruimte voor het plaatsen van haar logo. Is dat niet een vorm van reclame? Maar volgens zowel de voorlichter van de campagne, als de voorlichter van de provincie zelf, slaat dat nergens op. Sponsoring en reclame hebben volgens hen niets met elkaar te maken.
“Nou, zo strikt is de scheidslijn tussen die twee niet,” is het commentaar van Ruurd Mulder op de uitspraak van de voorlichters. Mulder is docent cultuur- en mediamarketing bij de Hogeschool van Amsterdam en rookt graag af en toe een sigaartje: “Reclame en sponsoring maken allebei deel uit van de zogenaamde marketingmix. Daarbij richt reclame zich op een breed publiek. Bij sponsoring verbindt een merk zich aan een sponsorobject en hoopt daarmee de gewenste associaties op te roepen. Bij sponsoring is bovendien altijd sprake van een wederdienst, zoals het vergroten van de merkbekendheid, het versterken van het imago en het leggen van zakelijke contacten. De netwerkbijeenkomsten op uitnodiging van de commissaris van de koning hebben natuurlijk ook een lobby-functie, waarbij de industrie beslissingen bij de overheid zal proberen te beïnvloeden.”
Tabakswet
Terug naar de hamvraag: zijn sponsoring door de tabaksindustrie (voor welke nobele campagnes dan ook) en de in ruil daarvoor aangeboden voordelen, nu wel of niet toegestaan? Al in 2002 werd reclame en sponsoring van tabaksproducten in Nederland verboden. Alleen bij grote uitzondering is reclame en sponsoring soms nog toegestaan, bijvoorbeeld in tabaksspeciaalzaken. En in de nieuwe tabakswet van mei 2016 staat nadrukkelijk dat reclame en sponsoring van evenementen door de tabaksindustrie zijn verboden. Dus hoe zit dan nou?
De voorlichter van staatssecretaris Martin van Rijn van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kan hier niets over zeggen en verwijst naar de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA). De NVWA is belast met de handhaving van de Tabakswet en de controlerende instantie van alle mogelijke vormen van marketing, promotie, reclame en sponsoring door tabaksproducenten. TabakNee heeft deze week een reactie gevraagd van de NVWA, die heeft laten weten dat een inhoudelijk deskundige binnenkort met een antwoord zal komen. Volgens de voorlichter gaat het “om iets wat wel goed uitgezocht moet worden”.
UPDATE 02-12-2016: Radio Noord besteedde aandacht aan de vondsten van TabakNee door hoofdredacteur Frits van Dam te interviewen. Luister het hier terug.
tags: groningen | provincie | tabakslobby | tabaksindustrie