Maggie de Block, minister van Volksgezondheid in België, wil in 2018 het aantal rokers terugbrengen tot 17% van de bevolking. Ze heeft daar tal van antirookmaatregelen voor in petto, waardoor onze zuiderburen Nederland ver voorbij streven in de aanpak van de tabaksepidemie.
Door de webredactie

Een verbod op roken in de auto als er een kind aan boord is? Het invoeren van plain packaging, waardoor sigarettenpakjes hun merkopdrukken verliezen en er minder aantrekkelijk uit komen te zien? Een accijnsverhoging? Staatssecretaris van Rijn schuift deze antirookmaatregelen telkens weer voor zich uit zo bleek uit deze serie en voert alleen het vanuit Brussel verplichte strikt noodzakelijke aan maatregelen in.
Hoe anders is het bij onze zuiderburen. De minister van Volksgezondheid, Maggie de Block, heeft aangekondigd dat het aantal rokers in 2018 moet zijn gedaald tot 17 procent van de bevolking. Nu is dat nog 18,3 procent (ter vergelijking, in Nederland is dat 23% van de bevolking, een niveau waar België rond 1997 op zat).

De Belgische overheid moest om de begroting in orde te krijgen een accijnsverhoging invoeren die 70 miljoen euro zou opleveren. Minister de Block, de populairste politicus van België, heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om daar een gezondheidsplan aan te koppelen. Een accijnsverhoging is een zeer goed middel om het aantal rokers te verlagen: met iedere tien procent accijnsverhoging, neemt het aantal rokers met vier procent af.
Naast de verhoogde accijns, de meest effectieve manier om het aantal rokers omlaag te brengen, wordt roken verboden in de auto als er kinderen in zitten, ook wordt een behandeling om te stoppen met roken goedkoper. In 2019 wil De Bock neutrale verpakkingen hebben ingevoerd, zodat de tabaksindustrie haar laatste middel verliest om reclame te maken via merkuitingen op de verpakking. Met deze maatregelen volgt De Block het voorbeeld van Australië, waar door de invoering van een combinatie van antirookmaatregelen het aantal rokers het laagste ter wereld is. Nederland blijft ver achter bij België en Australië en heeft nog geen streefpercentage genoemd om naartoe te werken.