Defensie wijst klacht over goedkope tabak af
woensdag 22 juli 2015
In reactie op een klacht van Stichting Rookpreventie Jeugd over belastingvrijstelling op tabak voor militairen op NAVO-bases stelt het ministerie van Defensie dat Nederland op basis van internationale verdragen daar 'in het geheel geen invloed op heeft'.
Door de webredactie
Nederland heeft geen invloed op het beleid van de NAVO inzake belastingvoordelen voor militair personeel op NAVO-bases in het buitenland. Het is verder de eigen verantwoordelijkheid van individuele militairen of zij belastingvrij sigaretten willen kopen. 'De defensiemedewerker hoeft natuurlijk geen gebruik te maken van het aanbod. Doet hij dat wel, dan betreft het hier een "eigen" keuze waar het ministerie van Defensie niet voor verantwoordelijk gehouden kan worden.'
Dat is in de kern het verweer van het ministerie van Defensie tegen een door Stichting Rookpreventie Jeugd via de Nationale Ombudsman ingediende klacht over de beschikbaarheid van belastingvrije rookwaar voor Nederlandse militairen die op NAVO-bases in het buitenland verblijven.
Twee euro per pakje
In juli 2014 berichtte TabakNee in de driedelige serie 'De goedkope sigaretten van defensie' voor het eerst over de belastingvrijstelling op rookwaar voor militairen. Het eerste deel dat een pakje sigaretten op NAVO-bases nog geen 2 euro kost en dat militairen vanaf 17 jaar ze daar al mogen kopen. Deel 2 bracht aan het licht dat die goedkope sigaretten ook door militairen Nederland in worden gesmokkeld en worden doorverkocht. En deel 3 maakte duidelijk dat de tabaksindustrie internationaal een lange geschiedenis heeft van lobbyen voor dit soort belastingvrijstellingen voor militairen.
Toen het ministerie van Defensie niet in wilde gaan op een groot aantal vragen hierover van TabakNee, besloot Stichting Rookpreventie Jeugd (SRPJ) via de Nationale Ombudsman een klacht in te dienen bij het ministerie. In de klacht, die op 16 maart 2015 is ingediend, wijst de stichting op de verantwoordelijkheid van de staat op het gebied van tabaksontmoediging. Zij houdt het ministerie daarbij voor dat accijnsheffing een van de belangrijkste instrumenten is om tabaksgebruik te verminderen en maakt bezwaar tegen het feit dat Defensie via een belastingvrijstelling het roken juist bevordert. 'De SRPJ kan dan ook niet anders dan concluderen dat het ministerie haar zorgplicht ten aanzien van aan haar toevertrouwde militairen in ernstige mate verwaarloost', aldus de klacht.
Eigen verantwoordelijkheid
In het op 20 juli 2015 gedateerde verweer (lees hier de hele brief) voert Defensie aan dat de belastingvrijstellingen zijn geregeld in internationale verdragen tussen de staten die zijn aangesloten bij de NAVO. Nederland kan daar geen afwijkend beleid in voeren 'aangezien dat in strijd zou zijn met de verdragsrechtelijke bepalingen'. En verder legt het ministerie de verantwoordelijkheid voor het al dan niet roken bij de individuele militairen. Ten slotte wijst het ministerie op het bestaan van een Rook-Stop-Poli in het Centraal Militair Hospitaal waar alle militairen gebruik van kunnen maken.
'Omdat het ministerie van Defensie in het geheel geen invloed heeft op de aankoop van de "goedkope" rookwaar op buitenlandse militaire hoofdkwartieren, en beschikt over een Rook-Stop-Poli, kom ik tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is', concludeert het ministerie.
Stichting Rookpreventie Jeugd bestudeert de reactie en beraadt zich op verdere stappen.
tags: rookbemoedigingsbeleid | klacht | Ombudsman | accijns, tabak