Van Rijn de weg kwijt in tabaksland
zondag 05 juli 2015
OPINIE
Staatssecretaris Martin van Rijn ziet nu niets in verhoging van de tabaksaccijns. En gebruikt daar allerlei drogredeneringen voor.
Door Frits van Dam
'Oppositie wil nieuwe accijnsverhoging op tabak,' kopte de Nieuwsbrief (24 juni) van de tankstationhouders. Inderdaad, Pia Dijkstra van D66 wil graag de accijnzen op tabak verhogen, omdat de prijs van sigaretten in hoge mate bepaalt of jongeren wel of niet gaan roken. Tijdens een zogenaamde VAO in de Tweede Kamer (2 juli) over het tabaksontmoedigingsbeleid, diende Dijkstra een motie in waarin de regering verzocht werd te onderzoeken 'wat de effecten zijn van een substantiële jaarlijkse verhoging van de tabaksaccijns op tabaksgebruik onder jongeren en de volksgezondheid, in acht nemende wat de neveneffecten zijn'.
Dit is wat staatssecretaris Van Rijn over haar motie te zeggen had – lees en verbaas u: 'Ik denk dat we geen nieuw onderzoek nodig hebben om vast te stellen dat accijnsverhoging een effectief middel kan zijn om jongeren ervan te weerhouden met roken te beginnen. Dat zal ik niet ontkennen. Uit de onderzoeken die ik aan de Kamer heb gestuurd, blijkt dat ook. Tegelijkertijd spelen er nog andere aspecten een rol, ten aanzien van bijvoorbeeld de exportpositie en de illegale handel. Ook is er de vraag hoe het zit met mensen die verslaafd zijn en die je dan weer op kosten jaagt. Er zijn dus nog allerlei andere aspecten. We hebben volgens mij geen onderzoek nodig om te constateren dat een prijsverhoging van producten tot minder gebruik leidt. Nieuw onderzoek voegt niets toe aan die constatering. We hebben echter wel met elkaar een afweging te maken of dat een effectief middel is, gelet op de andere omstandigheden. We zullen uiteindelijk met elkaar een politieke afweging moeten maken over wat het meest effectieve pakket is. Om die reden ontraad ik de motie.'
Wonderlijke argumenten
Uit zijn antwoord blijkt dat de staatssecretaris in elk geval weet dat verhoging van de accijnzen tot minder rokers leidt en dat is gezondheidswinst. Maar, voegt hij eraan toe (1) het verhogen van accijnzen is problematisch want het jaagt de verslaafden op kosten, (2) het is nadelig voor de exportpositie en (3) het bevordert de illegale handel.
Dat zijn wonderlijke argumenten. Er zijn veel aanwijzingen dat tabaksverslaafden dure sigaretten een goede reden vinden om minder te roken en zelfs helemaal te stoppen. Hogere accijns, kortom, bespaart die 'arme verslaafden' veel geld. En hoezo is het verhogen van de accijnzen nadelig voor de exportpositie van Nederland? Zou Van Rijn echt niet weten hoe het zit met het heffen van accijnzen? Accijns wordt namelijk niet geheven op de tabak die de fabriek verlaat, maar doorberekend aan de consument.
Accijns heeft helemaal niets met export te maken. Is de staatssecretaris vergeten dat de grootste exporteur van tabak, Philip Morris, nog niet zo lang geleden uit Nederland is vertrokken? En ten slotte het smokkelargument (van de tabaksindustrie!) het is onbegrijpelijk dat de staatssecretaris zo vasthoudt aan die zogenaamde illegale handel, louter en alleen op basis van een vooringenomen rapport dat in opdracht van de tabaksindustrie vervaardigd is.
'Marginaal dossier'
De VVD ziet niets in verhoging van de tabaksaccijns, die zou vooral voor pompstations aan de landsgrenzen schadelijke economische gevolgen hebben. En de PvdA wil op zo'n 'marginaal dossier' als tabak de VVD natuurlijk niet bruuskeren.
Het hoeft geen verbazing te wekken dat Van Rijn de motie ontraadt, de coalitie legt hem hierbij geen strobreed in de weg. Maar ook hier is zijn argumentatie niet helemaal te volgen. Want, zo zegt hij, er moet een politieke afweging gemaakt worden over wat het meest effectieve pakket is. En ik maar denken dat een motie een van de meest geëigende instrumenten is om die politieke afweging vorm te geven.
Meer lezen over (het beleid van) Van Rijn?
Lees hier over Van Rijn die tienduizenden rokende jongeren voor lief neemt.
En hier over de vraag: snapt Van Rijn het internationale antirookverdrag (FCTC) wel?
En hier over Van Rijn's naiviteit bij de leeftijdsgrenscontrole.