line

Belangrijke stap in belastingheffing op tabak

vrijdag 17 oktober 2014

Sinds maandag vergaderen alle landen die het anti-rookverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie, de Framework Convention of Tobacco Control (FCTC), ondertekenden in Moskou. Tijdens de zesde Conference of the Parties (COP6) worden belangrijke beslissingen genomen. Daarbij is er een grote stap gezet in de erkenning van accijns als een middel om roken te ontmoedigen.
Door de webredactie

Het heffen van accijns op tabak is bewezen zeer effectief om het gebruik tegen te gaan. Hoe hoger de prijs, hoe minder tabak er wordt verkocht. Daarom heeft het internationale Framework Convention Tobacco Control-verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie dat door 179 landen onderschreven wordt (waaronder Nederland, de Europese Unie en haar lidstaten), daar een artikel aan gewijd: Artikel 6 (op bladzijde 7 vindt u de volledige tekst). Daarin staat onder meer dat de partijen toegeven dat de prijs van tabak en het heffen van belasting een belangrijk middel zijn om tabaksgebruik te verminderen bij verschillende segmenten van de bevolking, in het bijzonder jongeren.

Ook tijdens de Conference of the Parties (COP), een internationale conferentie die deze week in Moskou plaatsvindt, is het artikel behandeld. Twee jaar eerder, bij de Conference of the Parties 2012, is er een groep samengesteld die zich zou buigen over begeleidende uitgangspunten: verduidelijkende richtlijnen om het artikel goed mee te kunnen toepassen, zodat iedereen weet wat de bedoeling van het artikel is en dat er overeenstemming is over hoe dit het beste in nationaal beleid kan worden vertaald. Het betrof een groep van maar liefst 49 landen, waaronder Nederland. In de afgelopen jaren zijn die uitgangspunten samengesteld.

Voorafgaande aan de COP in Moskou mochten andere partijen op de voorgestelde richtlijnen reageren. Dinsdag is er, bij een bijeenkomst over de tekst, geen enkele aanpassing meer voorgesteld, waardoor hij zo goed als zeker aangenomen wordt.

Lobbygroep tabaksindustrie

Ten onrechte deed het door de tabakslobby ingestoken verhaal de ronde dat de Verenigde Naties tijdens de conferentie een wereldwijd belastingplan aan het bedenken was. In artikel 6 van het FCTC-verdrag staat dat het bepalen van belasting een soeverein recht is van landen. Dat komt ook in het eerste punt van de begeleidende uitgangspunten terug: "Het vaststellen van tabaksbelastingbeleid is een soeverein recht van de partijen. Alle onderdelen van de richtlijn respecteren het soevereine recht van de partijen om hun eigen belastingbeleid te bepalen en vast te stellen." (Voor de andere punten in de vers goedgekeurde richtlijn,zie onderaan deze tekst).

Ook hier heeft de tabaksindustrie geprobeerd de richtlijn te beïnvloeden. Aan de vooravond van de conferentie nodigde een lobbygroep waarvan de tabaksindustrie lid is, de ministers van Financiën van verschillende landen uit voor een bijeenkomst over accijns. De Financial Times kreeg de uitnodiging onder ogen en wijdde er een bericht aan, zie dit eerdere artikel op TabakNee. In de richtlijn staat nu ook dat tabaksbelastingbeleid beschermd moet worden tegen de commerciële belangen van de tabaksindustrie en aanverwante organisaties.

Dat betekent dat het ministerie van Financiën, dat in Nederland over de accijns gaat, extra duidelijkheid heeft gekregen over hoe en wanneer ze met de tabaksindustrie om moet gaan. Volgens artikel 5.3 van het FCTC-verdrag is de gehele Nederlandse overheid aan die regel gebonden. Deze nieuwe uitgangspunten over accijns maken dat nog weer duidelijker.

Later deze week worden de richtlijnen nog officieel bekrachtigd. Daarna gelden ze voor alle landen die het FCTC-verdrag hebben geratificeerd.

De punten in de richtlijnen:

- Vaststellen van tabaksbelastingbeleid is een soeverein recht van de partijen.
Alle onderdelen van de richtlijn respecteren het soevereine recht van de partijen om hun belastingbeleid te bepalen en vast te stellen, zoals is vastgelegd in Artikel 6.2 van het FCTC-verdrag.

- Effectieve tabaksbelasting vermindert tabaksconsumptie en prevalentie.
Effectieve belasting op tabaksproducten die leidt tot een hogere werkelijke consumentenprijs (aangepast aan inflatie) is wenselijk omdat dat de consumptie en prevalentie verlaagt. Als gevolg daarvan gaan het sterftecijfer en de ziektecijfers omlaag en wordt de volksgezondheid verbeterd. Het verhogen van tabaksbelasting is vooral belangrijk voor de bescherming van jongeren tegen het beginnen met of het blijven gebruiken van tabak.

- Effectieve tabaksbelasting is een belangrijke bron van inkomen.
Effectieve tabaksbelasting draagt bij aan het budget van de Staat. Hogere tabaksbelasting verhoogt over het algemeen het inkomen van de overheid, de belastingtoename compenseert de vermindering in consumptie van tabaksproducten.

- Tabaksbelasting is economisch efficiënt en vermindert gezondheidsongelijkheden.
Tabaksbelasting wordt normaal gesproken gezien als efficiënt voor de economie omdat zij worden toegepast op een product met een in-elastische vraag. Bevolkingsgroepen met lage en middeninkomens reageren meer op belasting en prijsverhogingen; daarmee wordt de consumptie en prevalentie bij deze groepen in grotere aantallen teruggebracht dan in groepen met hogere inkomens, resulterend in een verlaging van de gezondheidsongelijkheid en tabak-gerelateerde armoede.

- Tabaksbelastingsystemen en –administratie moeten efficiënt en effectief zijn.
Tabaksbelastingsystemen zouden zo gestructureerd moeten zijn dat de kosten van naleving en administratie worden geminimaliseerd, er intussen voor zorgend dat het gewenste belastinginkomen wordt gehaald en de gezondheidsdoelen worden gerealiseerd. Efficiënte en effectieve administratie bij een tabaksbelastingsysteem verhoogt de belastingnaleving en de inning van belastingheffingen, terwijl belastingontduiking wordt verminderd, net als het risico op illegale handel.

- Tabaksbelastingbeleid moet beschermd worden tegen gevestigde belangen.
De ontwikkeling, implementatie en handhaving van tabaksbelasting- en prijsbeleid is onderdeel van het volksgezondheidsbeleid. Dit moet beschermd zijn tegen de commerciële en andere gevestigde belangen van de tabaksindustrie – inclusief de tactiek om smokkel te gebruiken om implementatie van belasting- en prijsbeleid te verhinderen. En dat is ook afgesproken in artikel 5.3 van het WHO FCTC-verdrag en in lijn met de richtlijnen voor de implementatie daarvan, als ook voor ieder ander actueel en mogelijk belangenconflict.

Eerder berichtten we over de Twitter-ophef rond de COP. Lees het stuk hier.

tags:  WHO | accijns, tabak | accijnsverhoging