Zwitserland legt tabakssponsoring geen strobreed in de weg
dinsdag 17 december 2024
Tabaksbedrijven financieren in Zwitserland ongeremd culturele en sociale projecten. De sponsoring is niet alleen bedoeld om een positief imago te kweken, maar maakt ook dat ontvangende partijen de tabaksindustrie steunen als het nodig is. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Transparency and Truth.
Door de webredactie
Sponsoring van culturele instellingen blijft een beproefde lobbystrategie van de tabaksindustrie, waar zij daar de kans toe krijgt. In Zwitserland krijgen tabaksbedrijven daar nog alle ruimte voor. Het land staat niet voor niets op de tweede plaats in de ranglijst van landen met meeste beïnvloeding door de tabaksindustrie, zo blijkt uit de Global Tobacco Industry Interference Index van 2023.
Het financieren van culturele en humanitaire organisaties lijkt van buitenaf ‘puur filantropisch’ en ‘genereus’, stelt Transparency and Truth, een coalitie van antitabaksorganisaties in Zwitserland, in het rapport ‘Self-Interested Generosity’. Maar niets is minder waar. Uit interne documenten blijkt dat tabaksbedrijven de organisaties die ze steunen strategisch uitkiezen. Liefdadigheid is daarbij een ‘wapen’ om invloed uit te oefenen.
“Door zichzelf te presenteren als weldoeners, creëren deze bedrijven niet alleen een positief imago in de ogen van hun eigen medewerkers, het publiek en besluitvormers. Ze breiden ook hun invloed uit via de netwerken van bondgenoten die door hun donaties zijn gevormd. Bondgenoten die de zaak van de industrie wanneer dat nodig is, waarschijnlijk steunen”, aldus het rapport. De tabakssector kent maar al te goed de “voordelen van het bouwen aan een gevoel van wederkerigheid en verantwoordelijkheid bij de organisaties die het financieel steunt, en waarop het vroeger of later, een beroep kan doen om zijn belangen publiekelijk te verdedigen.”
Net genoeg sponsoring voor invloed
Er is een hele lijst met culturele instellingen die in Zwitserland financieel gesteund worden door Japan Tobacco International (JTI) en Philip Morris International (PMI), die beide hun Europese hoofdvestigingen in Zwitserland hebben. JTI is een ‘belangrijke beschermheer’ van het Grand Théâtre de Genève, partner van het Musée d’art moderne et contemporain (MAMCO) en het Verbier Festival voor klassieke muziek en een van de sponsors van het Kunsthaus Zürich. PMI is partner van het Musée cantonal des Beaux-Arts en sponsor van de Fondation de l’Hermitage, beide in Lausanne.
Hoewel sommige culturele instellingen beweren dat hun voortbestaan afhangt van de sponsorgelden van de tabaksindustrie, is die bijdrage in werkelijkheid ‘minimaal’, aldus Transparency and Truth. Het gaat om slechts 0,6 tot 0,8 procent van hun fondsen. Organisaties kunnen ook goed zonder, zoals blijkt uit het voorbeeld van Swiss Indoors. Het tennistoernooi moest in 2010 als gevolg van EU-regels een partnerschap met Davidoff beëindigen en draait nog altijd goed.
Muziekfestivals
Zwitserland is het enige land in Europa (naast Wit-Rusland) waar de tabaksindustrie nog financieel mag bijdragen aan muziekfestivals. Deze sponsoring levert directe voordelen op, zoals de promotie en verkoop van tabaksproducten. Het steunen van theaters, musea en andere culturele instellingen betekent op het eerste gezicht vooral exposure en goodwill, omdat de logo’s van de tabaksfabrikanten op de websites naast die van kantons, gemeenten en universiteiten staan. Maar belangrijker zijn de mogelijkheden om minder zichtbaar contacten te leggen met vertegenwoordigers van deze organisaties tijdens events en gala’s.
Ten slotte profiteren ook de werknemers van de tabaksbedrijven van de sponsorovereenkomsten. “Deze culturele partnerschappen zijn er ook op gericht om werknemers aan te trekken en te behouden voor de tabaksindustrie”, aldus het rapport. Met vrijkaartjes geven de bedrijven hun werknemers de indruk dat ze bijdragen aan de culturele infrastructuur.
Steun tegen tabaksregels
Een bijkomend voordeel is dat de gesteunde culturele organisaties bereid zullen zijn om zich te verzetten tegen regels die hun financiering in gevaar brengen. Pascal Frei, hoofd communicatie bij OpenAir St. Gallen, verklaarde in 2022 dat de kaartjes voor het grote openluchtmuziekfestival duurder zouden kunnen worden als een campagne van Tobacco Free Kids zou worden omarmd. Ook de directeur van het Paléo Festival Nyon, nog zo’n muziekfestival, zei dat er minder bekende artiesten zouden komen.
Steun aan sociale instellingen
Tabaksbedrijven sponsoren ook sociale initiatieven. In 2023 steunde PMI met een bedrag van 20.000 CHF (21.500 euro) de Opferberatung Zürich (preventie van huiselijk geweld en steun voor slachtoffers), gaf 25.000 CHF aan Cartons du Cœur (dat basisproducten verstrekt) en doneerde 20.000 CHF aan Swiss Mountain Aid (steun voor berggebieden). Dit zijn de instellingen die op de website van PMI staan. Maar deze openbare lijst is, ondanks de claim van het tabaksbedrijf dat het transparantie omarmt, niet volledig. In 2023 steunde PMI met 69.200 CHF ook het Centre Social Protestant in Neuchâtel, dat het tabaksbedrijf dankte voor hulp bij sociale projecten en schuldhulpverlening. In hetzelfde jaar steunde PMI ‘Projects with a Heart’ met zo’n 100.000 CHF, waarbij medewerkers aangemoedigd worden wereldwijd humanitaire initiatieven te steunen.
JTI minder open over sponsoring
JTI heeft de bijdragen aan sociale instellingen niet op de website staan. Maar het is bekend dat het tabaksbedrijf in 2001 de JTI Foundation oprichtte die projecten in 25 landen sponsort. In Zwitserland wordt REDOG (training van reddingshonden) gesteund met een bijdrage van 200.000 CHF voor 2023 en 2024. Ook ging er een bedrag van 260.000 CHF naar de International Social Service, dat migranten steunt. Het tabaksbedrijf stimuleert de eigen werknemers om zich in te zetten voor sociale activiteiten, zoals meehelpen bij de voedselbank Partage in Genève met uitdelen van voedsel.
Zwitserland ratificeerde FCTC niet
Het WHO Kaderverdrag inzake Tabaksontmoediging (FCTC) roept de aangesloten partijen op om geen bijdragen van de tabaksindustrie voor sociale en culturele activiteiten te accepteren. Momenteel hebben 180 landen het FCTC geratificeerd. De Zwitserse federatie heeft het verdrag twintig jaar geleden wel ondertekend, maar tot op heden niet geratificeerd. Deze lacune biedt de tabaksbedrijven kans om hun invloed in Zwitserland te laten gelden, “waarbij de winsten toenemen ten koste van gezondheid”, aldus het rapport.
JTI sponsorde Rijksmuseum
TabakNee berichtte al in 2013 dat de tabaksindustrie wereldwijd een ‘trouwe sponsor’ van de kunstsector is. Professor Robert N. Proctor, de grootste autoriteit op het gebied van de geschiedenis van de tabaksindustrie, noemde het een bewuste strategie. In zijn boek Golden Holocaust schreef Proctor dat de sponsoring van musea is bedoeld “om een goed gevoel onder de culturele elite te kweken”.
Uit het jaarverslag over 2013 van het Rijksmuseum bleek dat tabaksfirma JTI sponsor was. Een woordvoerster van het museum wilde niet zeggen om welk bedrag het ging: “Over bedragen doen wij in overleg met onze partners geen mededelingen.” Ze voegde toe: “15% van de inkomsten van het Rijksmuseum komen voort uit fondsenwerving.”
Inmiddels was bekend dat JTI eerder al bijdroeg aan de tentoonstelling Miro-Jan Steen (2010), de Kiefer-Nachtwacht tentoonstelling (2011), de restauratie van het tafelstuk van Wenzel Jamniter (2012) en de plafondschildering en bijbehorende publicatie van Richard Wright.
In 2018 liet het Rijksmuseum weten dat JTI geen sponsor meer is. “Onze samenwerking is in 2017 contractueel verlopen. Wij evalueren, net als JTI, regelmatig onze partnerships. Gezamenlijk is toen besloten om het contract niet te verlengen”, aldus Jacobien Schneider, persvoorlichter van het Rijksmuseum in een reactie aan TabakNee.
Tabakssponsoring in Singapore
In Singapore geldt voor overheidsdienaren een contactverbod met de tabaksindustrie. Maar de academische wereld, kunst, onderwijs en de media bleken aantrekkelijke sectoren voor tabaksbedrijven om via die weg toch contacten te leggen, schreef TabakNee in 2021. Tabaksbedrijven probeerden een netwerk op te bouwen met Singaporese regeringsfunctionarissen door hen te benaderen tijdens liefdadigheidsavonden en door de industrie gesponsorde evenementen. Ook knoopten tabaksfabrikanten relaties aan met Singaporese media tijdens vergaderingen en buitenlandse evenementen. Via een omweg kregen journalisten reizen aangeboden naar Europa om meer te weten te komen over e-sigaretten. Daarnaast sponsorden tabaksbedrijven in Singapore kunstevenementen en maatschappelijke programma’s. Het doel was om dichter bij beleidsmakers te komen.
In de jaren 90 financierden tabaksfabrikanten consultants, die zich presenteerden als onafhankelijke onderzoekers. Zij werden ingezet in de lobby tegen rookvrije wetgeving in Singapore. Geïnterviewden uit de academische wereld beschreven hoe tabaksfabrikanten in Singapore gevestigde onderzoekers zes- tot zevencijferige ‘vrijblijvende’ onderzoeksbeurzen aanboden om hun onderlinge netwerk mee te cultiveren.
tags: greenwashing | onderzoek | transparantie | PMI | FCTC-verdrag | Zwitserland | JTI | tabakslobby | sponsoring