line
tabaksindustrie betaal schade roken en preventie-1

Werkgroep: ‘Preventie is evenveel waard als medische zorg’

donderdag 29 februari 2024

De waarde van preventieve maatregelen om bijvoorbeeld het roken terug te dringen moet net zo worden berekend als de waarde van medische zorg. Dat adviseert een werkgroep aan het ministerie van VWS. Rookpreventie Jeugd bepleit daarnaast een tabaksschadeheffing op te leggen aan tabaksproducenten, zodat de vervuiler betaalt.

Door de webredactie

Soms hoor je als het over de economie van preventie tegen tabaksverslaving gaat het cynische argument dat de samenleving er baat bij zou hebben dat jaarlijks 20.000 rokers vroegtijdig sterven. Dat scheelt immers onder meer AOW, pensioen, zorgkosten en de kosten van ouderenzorg. Het bizarre van dit argument kan het beste worden geïllustreerd met de redenering dat het voor de kosten van de vergrijzing eigenlijk het beste zou zijn om elk jaar 20.000 mensen die 67 jaar worden te doden. Dan sparen we met zijn allen een hoop geld uit. Je zou bijna denken dat we de tabaksindustrie subsidie moeten geven voor hun bevolkings-decimerende werk.

Het vreemde is dat in de discussie over preventie altijd om bewijs van de baten daarvan wordt gevraagd. In 2016 werd al eens berekend dat tabaksgebruik de samenleving per saldo 30 miljard euro kost. Met andere woorden: hoe minder rokers, hoe minder we met zijn allen hoeven uit te geven. Toch moeten nieuwe preventieve maatregelen altijd ondersteund worden met een positieve businesscase, schrijft Karine van ’t Land, voorzitter van de Koepel Artsen Maatschappij + Gezondheid (KAMG) in Medisch Contact. Want “langer leven is namelijk hartstikke duur. Voor je het weet leg je geld toe op je geslaagde preventie.”

Genezing mag geld kosten

Maar wanneer er geld nodig is voor bijvoorbeeld een nieuw geneesmiddel, dan hoeft zo’n rekensom niet gemaakt te worden. Sterker nog: een gewonnen kwalitatief goed en gezond levensjaar, in vaktermen een QALY (quality-adjusted life year), mag zo’n 80.000 euro per jaar kosten. Aan dit verschil in benadering moet een einde komen, stelt de Technische Werkgroep Kosten en Baten van Preventie (TWG-KBP) in het recent gepubliceerde advies ‘Preventie op waarde schatten’. De werkgroep werd ingesteld door het Kennisplatform Preventie van het ministerie van VWS.

“Preventie is niet anders dan elk ander beleid met gezondheid als doel”, schrijft de werkgroep. “Langdurige zorg richt zich op het zo goed mogelijk behouden van gezondheid en welzijn en het leren omgaan met bestaande gezondheidsproblemen. Preventie richt zich (primair of secundair) op het bevorderen en behouden van gezondheid en op het voorkómen van gezondheidsproblemen of een verergering daarvan.”

‘Elk levensjaar telt even zwaar’

Daarom moet de waarde van preventieve maatregelen op dezelfde manier worden berekend als maatregelen gericht op genezing, stelt de werkgroep. Daarbij moeten QALY’s op dezelfde wijzen worden meegewogen. In de woorden van Van ’t Land: “De waarde van een QALY door preventie moet gelijk zijn aan de waarde van een QALY door genezing. Een levensjaar is immers een levensjaar. Ik kan het alleen maar hartgrondig eens zijn met dit uitgangspunt. Stop de ongelijke behandeling van preventie – elk levensjaar telt even zwaar.”

‘Kijk naar de langere termijn’

Bovendien moet ook meer dan nu het geval is bij het agenderen en budgetteren van preventieve maatregelen de blik gericht zijn op de langere termijn. “Het is belangrijk om in de besluitvorming oog te hebben voor de monetaire en niet-monetaire kosten en baten van beleid op de korte, middellange en lange termijn”, schrijft de TWG-KBP. En er moet met een breder maatschappelijk perspectief gekeken worden, waarbij bijvoorbeeld ook baten als de gestegen arbeidsproductiviteit als gevolg van preventieve maatregelen worden beschouwd. Van ’t Land noemt het advies goed nieuws en concludeert: “Als (profiel)artsen Maatschappij + Gezondheid weten we als geen ander dat preventieve maatregelen de investering dubbel en dwars waard zijn. Dat gelijke kansen op gezondheid een kwestie van rechtvaardigheid is. Dat welzijn en welvaart, bijvoorbeeld door een toename van arbeidsproductiviteit, hierin in elkaars verlengde liggen.”

Laat de vervuiler betalen

In 2016 berekende SEO Economisch Onderzoek via verschillende scenario’s al dat de maatschappelijke kosten van roken tussen de 21 en 43 miljard euro moesten worden geschat. Het middenscenario kwam uit op 33 miljard euro aan kosten voor de maatschappij, waarbij aan verloren levensjaren een QALY-waarde van 60.000 euro per jaar werd toegekend. Daarbij zijn de accijnsinkomsten van ruim 3 miljard euro, die helemaal door de rokers worden betaald, uiteraard meegeteld aan de inkomstenkant.

Rookpreventie Jeugd vraagt zich ondertussen af waarom al die miljarden aan kosten door de belastingbetaler moeten worden opgebracht. Zou het niet veel redelijker zijn om in ieder geval een deel daarvan te verhalen op de tabaksproducenten, die enorme winsten boeken? Zij zijn immers de veroorzakers van de schade. De ‘vervuiler betaalt’ is in veel andere gevallen een geaccepteerd mechanisme, waarom zou dat niet ook voor de tabaksindustrie gelden?

Stel een tabaksschadeheffing in

In het Verenigd Koninkrijk kwam de All Party Parliamentary Group (APPG) on Smoking and Health met eenzelfde voorstel. In een manifest voor een rookvrije toekomst stelt de APPG dat de vier grote tabaksfirma’s in het VK samen jaarlijks zo’n 900 miljoen pond (ruim 1 miljard euro) winst maken. Op hun omzet realiseren zij een gemiddelde marge van 50 procent, wat ver boven het landelijk gemiddelde van 10 procent marge voor alle andere productiebedrijven ligt. De APPG stelt daarom voor bij tabaksbedrijven alle winst boven die 10 procent te innen voor een tabaksschadeheffing. Het zou Groot-Brittannië zo’n 700 miljoen pond (818 miljoen euro) opleveren om een klein deel van de kosten van het roken, in het VK geschat op 89 miljard pond (104 miljard euro), op te vangen.

Hoewel Rookpreventie Jeugd geen aanleiding heeft te veronderstellen dat de marges van de tabaksfirma’s in Nederland lager zouden liggen, doet zij vooralsnog een bescheidener voorstel. De stichting bepleit een wettelijk mogelijke bestemmingsheffing van 5 procent van de bruto omzet van tabaksproducenten, wat naar schatting zo’n 250 miljoen euro zou opleveren. Een fractie van de veroorzaakte schade, maar een rechtvaardige rekening voor de veroorzakers ervan.

tags:  tabaksschadeheffing | ziektekosten | tabaksschade | preventiefonds | Rookpreventie Jeugd | rookpreventie | gezondheidsschade | qaly