Rechter besluit tot snelle behandeling hoger beroep in handhavingszaak
dinsdag 24 januari 2023
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven behandelt het hoger beroep in de handhavingszaak rond de sjoemelsigaret al op 8 juni. De NVWA krijgt ondertussen uitstel om een begin te maken met de handhaving zoals die door de rechtbank Rotterdam is opgedragen.
Door de webredactie
De uitvoering van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam in de handhavingszaak rond de sjoemelsigaret wordt geschorst tot er een uitspraak is in het hoger beroep. Dat maakte het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vandaag bekend in reactie op het schorsingsverzoek van de landsadvocaat namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De inhoudelijke behandeling van het hoger beroep door het CBb dient op 8 juni aanstaande. Daarmee komt het college tegemoet aan het verzoek van Rookpreventie Jeugd tot versnelde behandeling van de zaak. Dat verzoek werd overigens gesteund door VWS/NVWA.
Voor de behandeling van het schorsingsverzoek verzamelden zich op 13 januari bij de voorzieningenrechter van het CBb in totaal 12 advocaten: mr. Phon van den Biesen namens Rookpreventie Jeugd, twee advocaten van landsadvocaat Pels Rijcken en negen advocaten van de kantoren Wladimiroff, Hogan Lovells, Freshfields Bruckhaus Deringer en Allen & Overy, die respectievelijk de tabaksfirma’s Philip Morris, British American Tobacco, Japan Tobacco en Van Nelle Tabak/Imperial Tobacco vertegenwoordigden. Directeur Jan Hein Sträter nam zelf deel namens de Nederlandse Vereniging van Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten (VSK). Net als VWS/NVWA tekenden de vier tabaksfirma’s en de VSK hoger beroep aan in deze zaak.
Handhaving met sjoemelvrije methode geëist
Deze zaak begon in 2018 met een verzoek van Rookpreventie Jeugd aan de NVWA om de maximumemissienormen voor sigaretten van 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide met een betrouwbare meetmethode die geen manipulatie door de tabaksfabrikanten toestaat, zoals bij de tot nog toe gehanteerde ISO-methode wel het geval is. In 2018 stelde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) immers vast dat bij meting van 100 sigaretten met de WHO Intense-methode er slechts 1 onder de gestelde normen bleef. Alle andere sigaretten overschreden de wettelijk voorgeschreven maxima 2 tot 3 keer. Bij de Intense-meetmethode worden gaatjes in de filters van sigaretten afgeplakt en is de frequentie en de duur van inhalaties groter dan bij de ISO-methode. De Intense-methode benadert daardoor beter het werkelijke rookgedrag van rokers.
EU Hof: ISO-methode niet voor particulieren
De NVWA wees het verzoek af, verwijzend naar de wet waarin de ISO-methode wordt voorgeschreven als de te gebruiken meetmethode. Rookpreventie Jeugd legde de zaak uiteindelijk voor aan de rechter in Rotterdam. Die stelde via een tussenvonnis prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Het hof kwam op 22 februari 2022 met een arrest dat erop neerkomt dat de ISO-meetmethode weliswaar aan bedrijven, maar niet aan burgers kan worden tegengeworpen. Dit omdat de ISO-methode niet openbaar is gemaakt in het Publicatieblad van de EU. Burgers kunnen die methode dus niet kennen en moeten erop vertrouwen dat de emissienormen worden gemeten met een methode die de emissies meet die “bij beoogd gebruik van een sigaret vrijkomen”.
De rechtbank Rotterdam kon daarna niet anders dan de weigering van de NVWA om met een eerlijker methode te gaan handhaven ongegrond verklaren. VWS/NVWA is het inhoudelijk eens met die beslissing, maar gaat toch in beroep om bevestiging te krijgen van het Rotterdamse vonnis, zodat een waterdicht juridisch fundament wordt verkregen voor handhaving met de WHO Intense-methode. Het RIVM is in opdracht van VWS/NVWA inmiddels wel al begonnen met het vaststellen van de emissieniveaus van alle in Nederland verkrijgbare sigaretten met de WHO Intense-methode. De uitkomsten daarvan worden in april verwacht.
‘Schorsing vonnis is onnodig’
Bij de behandeling van het schorsingsverzoek voerde landsadvocaat mr. Marije Batting aan dat hoewel het RIVM dus al bezig is met de nieuwe metingen, er daarna nog meer tijd nodig zal zijn voordat tot handhaving kan worden overgegaan. Op de vraag van de rechter of opnieuw vastgestelde overschrijdingen van de emissies uit de nieuwe metingen tot handhaving zullen leiden, kon zij dan ook geen antwoord geven. De advocaat van British American Tobacco kon in dit verband niet laten te vermelden dat bij een andere meetmethode ook andere, hogere maximumemissiewaarden zouden horen, een bewering waar geen enkele grond voor is.
Van den Biesen stelde tegenover de argumenten van de landsadvocaat dat de rechtbank Rotterdam de NVWA de opdracht heeft gegeven een besluit te nemen dat ‘strekt tot handhaving’. Als de NVWA dus aangeeft welke concrete stappen ze gaat ondernemen om tot handhaving van de emissienormen te komen, voldoet zij al aan het vonnis en is schorsing daarvan dus niet nodig.
Rechter is er niet om EU-arrest uit te leggen
Over de grond voor het beroep zelf zei de landsadvocaat dat de uitspraak van het Europees Hof ‘ingewikkeld’ is, omdat daarin is vastgesteld dat de WHO Intense-methode toepasbaar is voor particulieren, maar dat tegelijkertijd de ISO-methode blijft gelden voor bedrijven. Daar wil VWS/NVWA een nadere duiding over krijgen.
Van den Biesen was daar nogal verbaasd over. De rechter in hoger beroep is er niet voor om uitleg te geven over een vonnis van het Europees Hof, zei hij. Dat arrest is helemaal niet zo ingewikkeld als het lijkt, stelde hij vervolgens, omdat het eenvoudigweg zegt dat er twee meetmethodes naast elkaar moeten worden gehanteerd, waarvan de uitkomsten beiden onder de gestelde emissienormen moeten blijven. De uitspraak van het Europees Hof is onherroepelijk en in feite, stelde Van den Biesen, zou de rechter nu meteen al kunnen besluiten om het beroep van VWS/NVWA ongegrond te verklaren.
Dat neemt niet weg dat er ook nog vijf appelanten zijn namens de tabaksindustrie. Zij dienen uiterlijk 17 februari hun beroepsgronden in te dienen, waar Rookpreventie Jeugd en VWS/NVWA tot uiterlijk 7 april op kunnen reageren. Op 8 juni volgt dan de inhoudelijke behandeling.
‘Minder kanker, daar draait het om’
Om de urgentie van de hele zaak te onderstrepen wees longarts Wanda de Kanter, voorzitter van Rookpreventie Jeugd, er in een slotwoord op dat er een lineair verband is tussen de hoeveelheid teer in sigaretten en het aantal gevallen van longkanker. “Als dokter zeg ik dat het terugbrengen van de emissies van sigaretten noodzakelijk is om het aantal gevallen van kanker in ons land terug te brengen. Dat is waar deze zaak om draait.”
tags: hoger beroep | sjoemelsigaret | RIVM | nvwa | rechtszaak | tabaksindustrie | VWS