Horecaclaim eist miljoenen wegens schade rookverbod
zondag 10 november 2013
Probeert zakenman Frederic Matthaei een graantje mee te pikken uit de staatsruif? Matthaei is de initiatiefnemer van stichting Horecaclaim Nederland, die miljoenen eist van de staat wegens schade door het rookverbod in de horeca. TabakNee nam Horecaclaim en haar voorman onder de loep. Dit is het 3e en laatste deel van de serie De Frontsoldaten van de Tabak, over organisaties die voor de belangen van rokers zeggen op te komen.
Amsterdam-Noord, een onopvallende benedenwoning in de Stentorstraat. Hier zijn twee bijzondere stichtingen gevestigd: Horecaclaim Nederland en Horecaclaim Europe. Eerstgenoemde eist een schadevergoeding van de Nederlandse staat namens de horecaondernemers die door het rookverbod gedupeerd zouden zijn. De hoofdpersoon hierachter is Frederic Matthaei, die als 'Serial Entrepreneur & Investor' goed thuis zou zijn in de financiële wereld.
Horecaclaim komt voort uit Stichting Red de Kleine Horecaondernemer, die de kleine kroegbazen organiseerde tegen het rookverbod in de horeca, zie deel 2 van deze serie. De stichting hief zich op omdat minister van Volksgezondheid Schippers in het najaar van 2010 besloot dat de asbak terug mocht in het kleine café.
In de kringen van Red de kleine Horeca was al het plan voor een collectieve schadeclaim ontstaan. In 2009 was er zelfs een stichting voor opgericht. Maar die werd opgeheven toen zakenman Frederic Matthaei de boel overnam.
"Na contact met Wiel Maessen, de man van het eerste uur en oprichter van Stichting Red de Kleine Horecaondernemer, ben ik vijf jaar geleden in deze zaak betrokken geraakt," vertrouwt Matthaei 15 juni 2012 toe aan het tijdschrift Misset Horeca. Matthaei heeft volgens zijn LinkedIn-profiel een achtergrond in investeringsfondsen in Andorra en Monaco. Hij woont gedeeltelijk in Amsterdam (op zijn huisadres zijn Horecaclaim Nederland en Europe gevestigd) en in Brasschaat, onder de rook van Antwerpen.
Brief aan minister Schippers
Matthaei ziet wel brood in een schadeclaim. Op 16 maart 2012 richt hij in zijn eentje stichting Horecaclaim Nederland en Horecaclaim Europe op. Doel: het starten van (collectieve) juridische procedures – geleden schade als gevolg van het overheidsbeleid rond roken in horeca, moet worden terugbetaald. Ook in België heeft hij zo'n claimorganisatie opgericht.
Hij wordt bijgestaan door advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef, dat eerder de rechtszaken voor Red de Kleine Horecaondernemer voerde. Het duurt even voordat Matthaei contact zoekt met Den Haag. In maart dit jaar stuurt hij namens Horecaclaim een brief aan minister Schippers, hoewel zij het tabaksdossier al lang en breed had overgeheveld aan staatssecretaris Van Rijn. In die brief eist Matthaei compensatie voor het omzetverlies door het rookverbod. Ook rept hij over sociale en emotionele schade toen de asbak van tafel moest.
Horecaclaim neemt daarnaast alvast een voorschot op alle toekomstige schade nu het kabinet het rookverbod opnieuw in alle horecagelegenheden wil invoeren. Op de website: "Als de overheid niet bereid is om de groep gedupeerden te compenseren, zal een gerechtelijke procedure worden ingesteld tegen de Nederlandse Staat om de totale schade te verhalen."
Hoeveel cafés?
Wie wil meedoen aan de collectieve schadeclaim moet jaarlijks 150 euro inleggen en een schadeformulier invullen waarmee je aanspraak kunt maken op de geleden schade. Accountantskantoor Mazars houdt dat, aldus Horecaclaim, allemaal keurig bij.
Maar hoeveel cafés doen eigenlijk mee? In interviews noemt Matthaei verschillende getallen. Vierduizend ondernemers hebben zich aangemeld, zegt hij in Misset Horeca van 15 juni 2012. In een artikel dat ruim twee maanden eerder in Dagblad De Limburger verscheen, zouden het er 18.000 zijn – al telt hij bij dit aantal ook de leden van Horecaclaim België mee en rijst direct de vraag: betalen de Belgen mee aan rechtszaken in Nederland? Eerder, in De Telegraaf van 3 september 2011, wordt gesproken over 4.500 aangesloten leden in Nederland. Een week later zijn er al 5.000 aanmeldingen, aldus Matthaei in het Algemeen Dagblad.
De schade bewijzen?
En hoe weet je precies of en hoeveel schade een café door het rookverbod oploopt? In Misset Horeca maakte Matthaei alvast een rekensom voor Nederland: "Een snelle berekening leert dat als 10.000 kleine horecaondernemers gemiddeld € 15.000 schade hebben geleden, de claim € 150 miljoen kan bedragen." Maar zo simpel is het niet. Het valt niet te controleren of de door de ondernemer genoemde omzetderving ook daadwerkelijk aan het rookverbod ligt. Dat zal het advocatenkantoor in de rechtszaak moeten zien te bewijzen. Bijkomend probleem: er zijn geen eenduidige cijfers over de inkomstenderving door het rookverbod.
Synovate berekende in 2008 in opdracht van Koninklijke Horeca Nederland dat 4 op de 10 horecaondernemers een omzetdaling van gemiddeld 21 procent hadden gemeld ten opzichte van het jaar ervoor. Synovate interviewde de horecaondernemers per telefoon en het is niet duidelijk of ze bewijs hebben gevraagd voor de gederfde inkomsten, om daarna de opgegeven bedragen te checken. In de werkwijze die Synovate in het onderzoek zegt te hebben gevolgd, komt die stap in elk geval niet voor. Volgens het onderzoek noemt tweederde van de horecaondernemers de invoering van het rookverbod "één van de redenen van de omzetdaling". Ze dragen zelf ook andere redenen aan, zoals het weer, de economie en prijsverhogingen.
Welke euro verlies is waaraan toe te schrijven? En klopt die gemiddelde omzetdaling van 21 procent wel? De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) schreef 27 oktober 2008 een brief aan toenmalig minister van Volksgezondheid Klink over de effecten van het rookverbod en haalde CBS-cijfers aan die de omzetdaling nuanceren. Het zou slechts om 1,6 procent minder omzet voor restaurants en cafetaria's gaan. Ook hier worden andere redenen genoemd. De accijnsverhoging, de teruglopende economische groei, minder toeristen, en "de algemene daling van het consumentenvertrouwen".
De N'VWA bestudeerde ook de cijfers uit het Synovate-rapport en interpreteerde die anders: "Alles bij elkaar is de gemiddelde omzetdaling slechts 4,4%. Er zijn ook bedrijven die profiteren van het rookverbod, zoals bijvoorbeeld eetcafés."
Oorlogskas
Horecaclaim beweert naast de individuele horecaondernemers andere geldschieters te hebben gevonden voor haar strijd. Matthaei spreekt in het interview met Misset Horeca over investeerders "die voldoende middelen in kunnen brengen om de overheid jaren te kunnen bestrijden".
De Telegraaf schrijft hierover op 3 september 2011: "Achttien vermogende Nederlanders, bijna allemaal lid van een exclusieve sigarenclub, hebben een investeringsfonds opgericht om daarmee de vermoedelijk langdurige rechtszaak van de Stichting Horecaclaim Nederland, als gevolg van het rookverbod, tegen de staat te financieren."
In het Algemeen Dagblad van 9 september 2011 zegt Matthaei niets over de hoogte van het bedrag dat deze vermogende types bij elkaar zouden hebben gelegd. "Maar denk maar in miljoenen. Voldoende om een legertje advocaten en accountants gedurende lange tijd aan het werk te zetten."
In De Telegraaf stond dat volgens Horecaclaim de "oorlogskas nu voldoende gevuld" was. Ook meldt het Telegraaf-artikel waarom de vermogende rokers meedoen: hen is "een aantrekkelijk rendement in het vooruitzicht gesteld als de rechtszaak slaagt en (een gedeelte van) de claim wordt toegewezen." Volgens dit stuk gaat het om "Investeringsfonds Horecaclaim Nederland". Horecaclaim noemt dit fonds op haar eigen website "Private Investeringsfonds Horecaclaim". Hierover is nergens informatie te vinden. Het investeringsfonds is namelijk niet openbaar, vermeldt de website. En: "Men kan enkel kapitaal plaatsen op basis van een uitnodiging. Elke investeerder die tot op heden is aangezocht is overgegaan tot een investering."
Anonieme investeerders
Wie de investeerders zijn is geheim. Ook staat nergens om welke exclusieve sigarenclub met de "achttien vermogende Nederlanders" het gaat. Wel vermeldt Matthaei op zijn LinkedIn dat hij lid is van het tastingpanel van El Gusto, een Vlaams tijdschrift over het goede leven waarin sigaren een prominente rol spelen. Het blad is in 2007 gelanceerd bij een bijeenkomst van de Stichting Residentie Sigaren Genootschap, een exclusieve club van sigarenrokers die in Den Haag zetelt en leden tot in de hoogste politieke regionen heeft. Maar daarmee is nog lang niet bewezen dat de anonieme investeerders voor Horecaclaim van dit genootschap afkomstig zijn. Er zijn immers meerdere sigarenclubs in Nederland. Ook weten we niet of de tabaksindustrie een van die geheime investeerders is.
Enig bestuurder
Er is iets vreemds aan de hand met stichting Horecaclaim Nederland. Matthaei blijkt er de enige bestuurder van te zijn. Hij is zowel penningmeester, secretaris als voorzitter. Dat mag, maar is niet gebruikelijk. Eerder had hij twee medebestuurders: de omstreden vastgoedadvocaat Dion Bartels en managementadviseur Rob Geelen. Beiden traden 30 maart 2012 aan en vertrokken acht maanden later, op 20 november.
Dion Bartels werd in 2009 als advocaat geschorst wegens "onbehoorlijke bedrijfsvoering". Maart dit jaar ging hij weer aan de slag, ditmaal als juridisch adviseur. Bartels bekleedde diverse functies bij de VVD en de jongerenafdeling JOVD. Van 1982 tot 1990 was hij gemeenteraadslid voor de VVD in Utrecht. Oud-penningmeester Rob Geelen heeft een managementadviesbureau in Bilthoven en zet zich in voor Parkmanagement Papendorp Utrecht en Ondernemend Utrecht. Hij was beleidsadviseur economische zaken a.i. bij de gemeente De Bilt van september 2011 tot februari 2012. Net als Bartels was hij actief bij de JOVD (als voorzitter in Utrecht). Na Bartels en Geelen zijn er geen nieuwe bestuurders bijgekomen, waardoor niemand Matthaei lijkt te kunnen controleren.
In Horecaclaim Europe zijn naast Matthaei wel medebestuurders: Erik Beunckens van FedCaf, de Belgische versie van Red de Kleine Horecaondernemer, en Wiel Maessen, die in allerlei pro-rokenstichtingen een rol speelt. Matthaei betitelt de rol van Maessen als "special advisor bij Horecaclaim Nederland, Horecaclaim België en Horecaclaim Europe". Waarschijnlijk via Maessen is Matthaei bestuurslid geworden bij de organisatie TICAP, die tegen verboden in het algemeen is en waarbij veel pro-rokersgroeperingen zijn aangesloten.
Ook met Horecaclaim Belgium lijkt niet alles in de haak. In kleine letters op de website staat dat de Belgische Horecaclaim is ingeschreven in het handelsregister in Amsterdam onder nummer 34357364. Maar die stichting bestaat niet meer! Het was de stichting Horecaclaim die op 11 april 2012 werd opgeheven. De eerste bestuurders waren bekende namen: Jaap Brandligt, Ton Wurtz, Wiel Maessen en Miep van Diggelen van Red de Kleine Horecaondernemer. Matthaei heeft in België dus nog wel wat uit te leggen.
Deurwaarders
Zoals gezegd woont Matthaei deels in Amsterdam en deels in het Belgische Brasschaat. In België is hij volgens zijn LinkedIn-pagina politiek actief als vicevoorzitter van de UnionBelge, een centrumpartij die zich inzet voor een verenigd België.
Matthaei is naar eigen zeggen oprichter of betrokken bij verschillende in belastingparadijzen gevestigde bedrijven. De Matthaei Holding in Monaco (waar hij Chairman of the Supervisory Board is), zijn Nuovomondo Capital in Andorra (waar hij als CEO door het leven gaat) en Matthaei & Associates, waarmee hij zich als bedrijvendokter laat inhuren.
Er lijkt wel eens wat mis te gaan met zijn zaken. Met enige regelmaat stonden incassobureaus of deurwaarders voor zijn woning in de Stentorstraat. Bijvoorbeeld voor zijn internationale headhuntersbureau Ovedius, dat ook bij hem thuis was gevestigd en begin 2008 failliet is verklaard. Hij reageerde niet op brieven van de deurwaarder en evenmin op achtergelaten berichten na huisbezoekjes. "Klaarblijkelijk wil de heer Matthaei geen medewerking verlenen aan ons kantoor," schreef de deurwaarder in zijn verslag.
Op de Stentorstraat is overigens ook de Engelse limited Antario van zijn vrouw Ellen van Bambergen gevestigd. Saillant detail: haar man komt op voor cafés die inkomsten zouden missen omdat ze rokers moeten weren, een maatregel die bedoeld is om de gezondheid van mensen te beschermen. Zijn vrouw Ellen verdient via haar bedrijfje Antario haar geld als directiesecretaresse voor allerhande directies van ziekenhuizen, de plek waar ziek geworden rokers worden behandeld.
Rechtszaak
Hoe het met de rechtszaak staat? Dat moeten we afwachten. De Nederlandse staat heeft nog geen enkele stap in de richting van een tegemoetkoming gezet. Staatssecretaris van Rijn reageerde 18 april 2013 op de brief die Matthaei naar minister Schippers had gestuurd.
Van Rijn weerlegt Matthaei's argumenten punt voor punt en verwijst zijn claims naar de prullenbak. "Er is derhalve geen sprake van onrechtmatig handelen van de Nederlandse Staat," schrijft Van Rijn. "Gezien deze brede uiteenzetting zie ik op dit moment geen aanleiding om met u in gesprek te gaan." Horecaclaim publiceerde haar in maart gestuurde brief aan minister Schippers pas in juli op haar eigen website. Het antwoord van Van Rijn heeft ze er niet bijgezet.
Matthaei heeft intussen de smaak van schadeclaims te pakken. Hij heeft in augustus 2013 drie nieuwe claim-organisaties opgericht: Euro Valuta Claim, Pensioenfondsclaim Nederland en Claim Organization Nederland. Alle drie zijn overigens niet in het register van de Kamer van Koophandel terug te vinden.
Om deel 1 van deze serie te lezen, klik hier. Voor deel 2 klik hier.