Gedragscode Frans parlement vermeldt artikel 5.3 FCTC
donderdag 08 september 2022
Sinds juni van dit jaar bevat de gedragscode voor Franse parlementariërs een aparte passage over de toepassing van artikel 5.3 van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging. De code stelt dat Franse parlementsleden alleen in het openbaar contact met tabakslobbyisten mogen hebben.
Door de webredactie
Een nieuwe gedragscode voor Franse parlementariërs vermeldt artikel 5.3 van het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO FCTC) en bevat aanbevelingen voor de omgang met lobbyisten van de tabaksindustrie. De passage is in juni van dit jaar voorafgaand aan de parlementsverkiezingen op aandringen van het Comité National Contre le Tabagisme (CNCT) aan de gedragscode toegevoegd. De code is na de verkiezingen verspreid onder alle leden van de Franse Assemblée nationale.
Voor Smoke Free Partnership, een Europese vereniging van gezondheidsorganisaties die strijdt voor effectieve implementatie van het FCTC-verdrag, moet deze aanpassing van de Franse gedragscode een voorbeeld zijn voor alle landen die het FCTC-verdrag hebben ondertekend.
Belangrijkste bepaling van FCTC
Artikel 5.3 geldt, samen met de richtlijnen voor de implementatie ervan, als een van de belangrijkste bepalingen in het verdrag. Het stelt dat de verdragspartners hun tabaksontmoedigings- en volksgezondheidsbeleid moeten beschermen tegen commerciële en andere gevestigde belangen van de tabaksindustrie. Anders gezegd: de bij het verdrag aangesloten landen moeten elke vorm van beïnvloeding van het tabaksbeleid door de tabaksindustrie onmogelijk maken. Contact met de tabaksindustrie moet zich beperken tot overleg over de uitvoering van al vastgesteld beleid. Bovendien moeten die contacten openbaar worden gemaakt.
In de Franse parlementaire gedragscode wordt de parlementsleden nu aanbevolen:
- • om contacten met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie te beperken tot het strikt noodzakelijke om de activiteiten van de industrie beter te kunnen reguleren;
- • om volledig transparant te zijn over deze contacten;
- • om melding te maken van elke gift, elk voordeel of elke uitnodiging voor een sportief of cultureel evenement van een vertegenwoordiger van de tabaksindustrie, ongeacht de waarde.
Tweede Kamer weigert zich vast te leggen
Nederland ondertekende en ratificeerde het FCTC-verdrag in 2005. Onder druk van een rechtszaak in 2015 aangespannen door Rookpreventie Jeugd, stuurde toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn een brief rond aan alle overheidsambtenraren met aanwijzingen over de omgang met de tabaksindustrie. Later volgde een protocol. Het kabinet publiceert sindsdien de contacten die de overheid nog met de tabaksindustrie heeft.
Veel Eerste en Tweede Kamerleden voelen zich echter niet gebonden aan artikel 5.3 van het verdrag. Een motie van Kamerlid Nilüfer Gündoğan (Volt) om Tweede Kamerleden te binden aan het artikel haalde het niet. Het CDA wilde uiteindelijk niet voor de motie stemmen, waardoor er geen meerderheid voor was. Het CDA vond dat parlementariërs hierover zelf moeten kunnen beslissen.
Maar over de vraag of parlementsleden zijn uitgezonderd van artikel 5.3 FCTC kan helemaal geen discussie zijn, betoogde Phon van den Biesen, advocaat van Rookpreventie Jeugd in NRC, omdat “álle overheidsorganen nu eenmaal aan de bepalingen van elk door Nederland geratificeerd verdrag gebonden zijn.” Daar valt het parlement dus ook onder. Om aan elke onduidelijkheid een eind te maken pleit Rookpreventie Jeugd al langer voor het vastleggen van 5.3 in de Nederlandse wet. Bij invoering van zo’n wet moet het presidium van de Kamer die implementeren, stelt Van den Biesen, “bijvoorbeeld middels de Gedragscode”. De Fransen geven daartoe nu het voorbeeld.
Volledige tekst Franse gedragscode
De volledige tekst van de bepaling over artikel 5.3 in de Franse gedragscode (in het Franse origineel op pagina 30) luidt:
De activiteiten en lobby van de tabaksindustrie verdienen extra aandacht. Frankrijk heeft het WHO-kaderverdrag inzake tabaksontmoediging geratificeerd, waarvan artikel 5, lid 3, uiterste waakzaamheid vereist van de openbare besluitvormers om ervoor te zorgen dat het volksgezondheidsbeleid op het gebied van tabaksontmoediging niet wordt beïnvloed door de belangen van de tabaksindustrie.
De richtlijnen die zijn aangenomen voor de toepassing ervan, allemaal geïnspireerd door het cruciale principe van een ‘fundamenteel en onverzoenlijk conflict’ tussen de belangen van de industrie en die van de volksgezondheid, leiden ertoe dat de betrekkingen tussen de tabakslobby en de politieke autoriteiten worden beperkt tot strikt noodzakelijke onderwerpen, ondernomen onder voorwaarden van absolute transparantie. De compliance officer beveelt dan ook de leden van de Assemblée nationale aan:
- • alleen contact te hebben met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie wanneer dit strikt noodzakelijk is om te zorgen voor een betere regulering van de activiteiten van de tabaksindustrie;
- • ervoor te zorgen dat deze interacties altijd plaatsvinden in het kader van openbare hoorzittingen en in geen geval tijdens een evenement dat wordt georganiseerd op initiatief van een vertegenwoordiger van een belang dat verbonden is met de tabaksindustrie;
- • om aan de compliance officer elk geschenk, voordeel of uitnodiging voor een sport- of cultureel evenement van een vertegenwoordiger van de tabaksindustrie, ongeacht de waarde, aan te geven, rekening houdend met het feit dat de volksgezondheidscode (artikel L. 3512-7) van vertegenwoordigers van deze industrie eist aangifte te doen bij de minister van Volksgezondheid van elke uitkering met een waarde van meer dan € 10 die aan een lid van de Assemblée nationale is verstrekt.