line
niet altijd even transparant

Regering lijkt tabaksindustrie op afstand te houden, maar hoe zit dat met het parlement?

maandag 19 augustus 2019

Uit nieuwe documenten die de overheid heeft vrijgegeven op haar website om de transparantie over contacten met de tabaksindustrie te bevorderen, zou je kunnen opmaken dat zij het internationale antirookverdrag FCTC goed naleeft en de industrie buiten de deur houdt. Maar dat wil niet zeggen dat de industrie nu geen ingangen meer in de Nederlandse politiek heeft. In het parlement heeft zij flink wat vrienden en die zijn vooral bij het CDA en de VVD te vinden.

Door de webredactie

In 2013 bleek uit een serie artikelen in Vrij Nederland (VN), De macht van de tabakslobby, dat de overheid de tabaksindustrie regelmatig te woord stond en over de vloer had. Dat ging in tegen het internationale FCTC-verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin in artikel 5.3 staat dat de overheid de industrie op afstand moet houden als ze nieuw antirookbeleid maakt. De industrie heeft immers een ander belang dan de bevordering van de volksgezondheid en doet er alles aan om antirookmaatregelen tegen te houden, af te zwakken of te vertragen.
Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van het verdrag én het geratificeerd.
In het vierde en laatste VN-artikel, over de macht van de industrie in Den Haag, kondigde longarts Wanda de Kanter namens Stichting Rookpreventie Jeugd (de initiatiefnemer van deze site) aan: “Nu we dít weten, gaan we de Staat der Nederlanden dagvaarden wegens het schenden van het FCTC-verdrag.”

Plan en protocol

Die rechtszaak kwam er in 2014 (zie het logboek). Een jaar later was de uitspraak. Stichting Rookpreventie Jeugd verloor in de rechtbank, maar kreeg in de praktijk toch haar zin. Staatssecretaris Van Rijn beloofde maatregelen te nemen om het FCTC-verdrag te implementeren. Er kwam een plan en zelfs een protocol voor ambtenaren', waarin stond hoe ze in de toekomst met de industrie om moesten gaan: hen op afstand houden, tenzij er technische zaken besproken moeten worden. Daarbij ging de overheid actief openheid van zaken geven over de contacten met de industrie door correspondentie op haar website te publiceren. Daarvoor was de omgang tussen industrie en de ministeries alleen transparant als er een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) was ingediend om inzage in de contacten te kunnen krijgen.

Smeekbede en reactie

Sinds maart 2016 publiceert de overheid als gevolg hiervan brieven en mails. TabakNee heeft ze sinds die tijd geanalyseerd en samengebracht in de serie De Transparantiefiles. Daaruit bleek regelmatig dat de industrie toch probeerde een voet tussen de deur te krijgen, of dat het ministerie zich door haar uit de tent liet lokken.
Uit nieuwe vrijgegeven documenten blijkt dat anno 2019 ambtenaren van zowel het ministerie van Volksgezondheid als Financiën doordrongen zijn van het FCTC-verdrag. Een smeekbede van sigarenfabrikant De Olifant, die een uitzondering voor zichzelf bepleit op de voorgenomen plain packaging-maatregel uit het Nationaal Preventieakkoord waarin alle tabaksproducten identiek verpakt moeten gaan worden, levert een reactie op van het ministerie van Volksgezondheid waarin staat:
“De rijksoverheid is op basis van artikel 5, derde lid, van het WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging, zeer terughoudend in het contact met de tabaksindustrie of partijen die de belangen van de industrie vertegenwoordigen. Dit om te voorkomen dat de tabaksindustrie invloed kan uitoefenen op het tabaksontmoedigingsbeleid. Dit is dan ook de reden dat maatregelen in het kader van het Nationaal Preventieakkoord, zoals het voornemen een standaardverpakking voor sigaren in te voeren, niet met u kunnen worden besproken.”

Lobbybrief

De belangenvereniging voor de tabaksdetailhandel NSO probeert de overheid om te tuin te leiden door in een lobbybrief te stellen dat het FCTC-verdrag de overheid wel toestaat met hen in discussie te gaan over accijns. Maar een ambtenaar van Financiën is scherp:
“U geeft in uw brief van 20 juni 2019 aan dat het WHO-kaderverdrag zich niet tegen contact tussen het ministerie van Financiën en de sector verzet. Ik merk daarbij op dat een tariefsverhoging van accijns op tabak geen uitvoeringstechnische kwestie betreft. Dat is dan ook de reden dat ik niet in kan gaan op uw bezwaren omtrent de accijnsverhogingen die volgen uit het Regeerakkoord en uit het Nationaal Preventieakkoord en de positie van speciaalzaken.”

Cordon sanitaire

Als het om de briefwisseling gaat, lijkt er dus een cordon sanitaire rond de industrie opgetrokken te zijn. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen sprake meer van contact is, of dat de industrie het daarbij laat. Het is immers niet duidelijk wat er aan telefoontjes binnenkomt, of wat er per sms of Whatsapp aan communicatie plaatsvindt. Bovendien, het FCTC-verdrag geldt weliswaar niet alleen voor de departementen van de overheid, maar ook voor het parlement, maar desondanks zijn er verschillende volksvertegenwoordigers die zich daar niets van aantrekken en wél met de industrie afspreken. Zo zit voormalig VNO-NCW-directeur en een van de grootste vrienden van de tabaksindustrie, Niek Jan van Kesteren, in de Eerste Kamer namens het CDA.

Tabakswoordvoerder

De tabaksindustrie vindt van oudsher een gewillig oor bij de VVD. VVD’er Erik Ziengs plaatste bijvoorbeeld nog een trotse foto op zijn website van zijn bezoek aan de fabriek van British American Tobacco. En Hayke Veldman, VVD-tabakswoordvoerder in de Tweede Kamer, zei zeer recent bij een bezoek aan een tabakszaak in Beuningen “oog te hebben voor de positie van de ondernemer en zijn best te zullen doen om dat ook in het tabaksdossier te laten doorklinken”.
Veldman is in zijn opvattingen over tabak in ieder geval consistent, hij heeft zich in het verleden uitgesproken tegen “een socialistische heilstaat” waar mensen geen ongezonde dingen meer mogen doen, zoals roken. Naar zijn mening blijft roken “een vrije keuze”.

tags:  SRPJ | CDA | rijksoverheid | accijnsverhoging | transparantie | tabakslobby | VVD