Kinderen in arme buurten Schotland zien veel meer tabakswinkels
woensdag 17 juli 2019
In armere buurten komen kinderen van 10, 11 jaar veel vaker in contact met verkooppunten van tabak dan leeftijdsgenoten in rijkere buurten, blijkt uit nieuw Schots onderzoek waarin kinderen zijn gevolgd met gps.
Door de webredactie
Kinderen uit gebieden met de laagste inkomens in Schotland komen veel vaker in de buurt van een tabaksverkooppunt dan kinderen uit de rijkste gebieden. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de universiteiten van Glasgow en Edinburgh, waarbij bijna 700 10- en 11-jarigen acht dagen met een gps-tracker werden gevolgd. Gemeten werd hoe vaak ze binnen een afstand van 10 meter van een tabaksverkooppunt kwamen. Daarbij werd vastgesteld dat kinderen uit de meest achtergestelde buurten 149 keer per week een winkel tegenkomen waar tabak wordt verkocht, tegen 23 keer bij kinderen uit de meest welgestelde buurten.
Anders gesteld: kinderen uit de armste buurten zien per dag evenveel tabakswinkels als de kinderen uit de rijkste buurten in een week.
“Onze bevindingen leveren een belangrijke bijdrage aan het politieke debat over de beschikbaarheid van tabak,” zegt Fiona Caryl van de Universiteit van Glasgow en eerste auteur van het onderzoek. De sleutel tot effectieve preventie, zegt zij, is manieren te vinden om het normaliserende effect van de alomtegenwoordige detailhandel in tabak tegen te gaan.
Groter verschil dan verwacht
De onderzoekers vonden een veel groter verschil tussen kinderen uit de armste en rijkste buurten dan ze verwacht hadden. Eerder onderzoek had al wel vastgesteld dat in de minst welgestelde gebieden meer verkooppunten van tabak te vinden zijn dan in rijkere buurten. Door individuele kinderen met gps te volgen en hun gangen te vergelijken met 9.000 vooraf in kaart gebrachte tabaksverkooppunten, konden de onderzoekers zien dat kinderen uit de armste buurten vaker en langer in contact komen met tabakswinkels dan kinderen uit de rijkste buurten.
Gemiddeld werden de kinderen per week 22,7 minuten blootgesteld aan tabaksverkooppunten in de gemiddeld 42,7 keren dat ze een winkel zagen. Maar in de armere buurten waren de kinderen in tijd zes keer langer en in frequentie zeven keer vaker in contact met tabakswinkels dan kinderen uit welgestelde buurten. De blootstelling aan tabak kwam het meest voor in gemakswinkels (35%) en nieuwskiosken (15%).
Concluderend stellen de onderzoekers dat het verminderen van het aantal verkooppunten van tabak, met name op plekken waar kinderen vaak komen, cruciaal is voor het bereiken van een tabaksvrije generatie.
Lage SES, meer rokers
Kinderen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status (SES) komen sowieso al vaker met tabak in aanraking. Het percentage rokers onder mensen met een lage SES is in Nederland en andere westerse landen hoger dan onder mensen met een middelbare en hoge SES. In Nederland rookte in 2016 29,0% van de volwassenen van 18 jaar en ouder met een laag opleidingsniveau ‘wel eens’, zo blijkt uit een Factsheet van het Trimbos-instituut. Onder volwassenen met een middelbaar opleidingsniveau was dit 26,4% en onder volwassenen met een hoog opleidingsniveau 17,6%.
Onder dagelijkse rokers zijn de verschillen nog sterker: 25,1% van de laagopgeleide volwassenen rookte dagelijks, 21,5% van de volwassenen met een middelbaar opleidingsniveau en 9,7% van de hoogopgeleide volwassen. Onder scholieren zijn de verschillen vergelijkbaar: VMBO-b leerlingen roken meer dan twee keer zo vaak als VWO-leerlingen.
Kinderen uit gezinnen met een lage SES zien dus vaker andere rokers en komen, blijkens het Schotse onderzoek, vaker in contact met verkooppunten van tabak. In Nederland is dit soort vergelijkend onderzoek nog niet gedaan, weet prof. Marc Willemsen, wetenschappelijk directeur tabaksontmoediging bij het Trimbos-instituut. Of dergelijk onderzoek veel zou toevoegen, betwijfelt hij: “We willen immers dat het aantal verkooppunten voor alle rokers minder wordt.” Een vergunningstelsel voor tabaksverkoop zou dat effect hebben.
‘Is dat vrijheid?’
“Waar je wieg staat bepaalt in grote mate hoelang je in goede gezondheid zal leven en hoe oud je zal worden,” zegt longarts Wanda de Kanter, voorzitter van de Stichting Rookpreventie Jeugd, in een reactie. “De tabaksindustrie zorgt ervoor dat in de gebieden waar de meeste arme mensen wonen de meeste verkooppunten zijn. Dat doen ze in Amerika, in Engeland en ook in Nederland. Overal waar de tabaksfabrikanten maar kunnen, richten zij hun marketingstrategieën op de mensen met de minste weerstand. En dat noemt de politiek dan vrijheid. Maar hoe verhoudt die zich met de rechten van het kind?”
tags: vergunningstelsel | tabaksverkoop | SES | Trimbos | volksgezondheid | rookvrije generatie