line
preventieakkoord internationaal-1

Het Preventieakkoord in het licht van internationale juridische standaarden

woensdag 15 mei 2019

OPINIE
Zeker wat betreft het beschermen van kinderen is er ruimte voor verdere aanscherping van het Preventieakkoord, zo betoogt jurist Marie Elske Gispen. Hierbij kan gedacht worden aan rookvrije leefomgeving en rookverboden in auto’s waarin kinderen vervoerd worden.

Door Marie Elske Gispen

Tabaksontmoediging is een divers en complex onderwerp dat tal van beleidsterreinen en rechtsgebieden doorkruist. Internationaal gezondheidsrecht, mensenrechten, Europees recht, nationaal gezondheidsrecht, omgevingsrecht, civiel en strafrechtelijke aansprakelijkheid, en belastingrecht zijn een greep uit de gebieden die het in Nederland te voeren tabaksbeleid (mede)bepalen. Tabaksontmoediging is ook een beleidsterrein dat veel in beweging is. Hoewel er voor tabak al een omvangrijk reguleringskader bestaat, zeker vergeleken met ongezond voedsel en alcohol, heerst er in Nederland een groeiend ongenoegen over de tabaksindustrie en wordt roken steeds verder gedenormaliseerd om met name kinderen te beschermen.

Kabinet-Rutte III heeft het belang van een rookvrije generatie omarmd en daarmee een nieuwe impuls gegeven aan het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid. Dit heeft onder andere geresulteerd in het Nationaal Preventieakkoord, waarin een reeks nieuwe maatregelen zijn aangekondigd, zoals een prijs- en stapsgewijze accijnsverhoging, neutrale verpakkingen en een uitbreiding van het rookverbod. Deze maatregelen zullen – al dan niet in afwachting van de gebruikelijke parlementaire route – vanaf 2020 geïntroduceerd worden. Maar waar staat Nederland met het Nationaal Preventieakkoord in de hand? Doen we het eigenlijk wel goed in het licht van internationale standaarden, en lopen we vooruit op of juist hopeloos achter ten opzichte van andere landen?

Preadvies

Op 12 april jl. is het jaarlijkse Preadvies van de Vereniging voor Gezondheidsrecht gepresenteerd, over de rol die het recht speelt in het reguleren van ongezond gedrag. Het Preadvies werd vormgegeven aan de hand van het Nationaal Preventieakkoord, dat in het najaar van 2018 is aangenomen. Naast een algemene inleiding en conclusies bevat het drie thematische hoofdstukken, waaronder één over tabaksontmoediging. Hieronder een bondig overzicht van de kernboodschappen daarvan.

Internationale juridische standaarden

Zoals gezegd geldt er voor tabak een omvangrijk reguleringskader. De belangrijkste onderdelen daarvan zijn het Kaderverdrag inzake de tabaksontmoediging (WHO-Kaderverdrag) opgesteld binnen het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), verschillende mensenrechtenverdragen en de EU-Tabaksproductenrichtlijn (en andere relevante EU-rechtelijke bronnen).
Waar het Kaderverdrag en EU-recht met name het product en de tabaksketen reguleren en daaraan specifieke minimumvereisten stellen, zijn mensenrechtennormen meer open geformuleerd. Daarmee zijn zij niet minder relevant. Integendeel, zij vormen een belangrijke basis om te bezien of de belangen van bijvoorbeeld de niet-gebruiker, het kind, maar ook de gebruiker wel voldoende worden gewaarborgd, en daarmee dus ook of het huidige beleid überhaupt de juiste kant op gaat of niet. Dit betekent overigens niet dat er een recht is om te roken, maar wel dat het belang van rokers bij een adequate ondersteuning bij stoppen met roken ook een aspect van de mensenrechtenbenadering van tabaksontmoediging is.

Het deelhoofdstuk over tabak bespreekt de ontwikkelingen in Nederland binnen genoemde kaders. Het gaat uit van een vijftal zogenaamde best buys – de volgens de WHO meest kosteneffectieve tabaksontmoedigingsmaatregelen:
· Prijs- en accijnsmaatregelen
· Etikettering en verpakkingsrestricties
· Reclame-, advertentie- en sponsorverbod
· Rookverboden
· Voorlichtingscampagnes

Tabaksontmoediging in Nederland

Een dwarsdoorsnede van het Nederlandse tabaksbeleid wat betreft de best buys laat een overwegend positief beeld zien.
Nederland is niet het beste jongetje van de klas, maar loopt ook niet hopeloos achter. Het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid voldoet aan de minimumvereisten uit het WHO-Kaderverdrag en EU-recht, en gaat met het Preventieakkoord op sommige onderdelen ook zeker stappen verder. Denk bijvoorbeeld aan het invoeren van neutrale verpakkingen. Zowel het WHO-Kaderverdrag als de EU-Tabaksproductenrichtlijn stellen specifieke eisen aan verpakkingen van rookwaar, maar gaan in hun minimumnorm niet zo ver dat zij neutrale verpakkingen verplicht stellen. Wel stelt de Conferentie van Partijen, die het WHO-Kaderverdrag verder interpreteert, dat het instellen van neutrale verpakkingen wenselijk is en in lijn met Artikel 11 Kaderverdrag.

Het instellen van neutrale verpakkingen past ook in een op mensenrechten gestoelde aanpak van tabaksontmoediging. Op grond van het recht op gezondheid en aanverwante rechten hebben overheden namelijk de taak industrieën dusdanig te reguleren dat zij geen inbreuk maken op rechten, waaronder ook de tabaksindustrie. Marketingrestricties door middel van neutrale verpakkingen (om zo het product minder aantrekkelijk te maken voor met name jongeren) past hier ook binnen.

Aanscherping

Zeker wat betreft het beschermen van kinderen is er ruimte voor verdere aanscherping. Zo zou Nederland op grond van het recht op gezondheid van kinderen moeten overwegen om rookverboden in auto’s in te stellen waar een kind (tot 18 jaar) meerijdt, zoals ook in het Verenigd Koninkrijk is ingevoerd. Het Comité dat toeziet op de naleving van het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind roept overheden namelijk op te overwegen rookvrije leefomgevingen te realiseren in het kader van het recht op gezondheid.
Kortom, een overwegend positief beeld vanuit internationaal juridisch perspectief, waar duidelijk rek en ruimte voor verdere aanscherping uit blijkt.

Mr. dr. Marie Elske Gispen is postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen: m.e.c.gispen@rug.nl

Dit artikel is eerder verschenen als GHLG-blog. Een uitgebreide versie van dit artikel is via deze link te bestellen. Het hoofdstuk over tabaksontmoediging in het Preadvies is onderdeel van een driejarig onderzoek naar kinderrechten en tabaksontmoediging aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek wordt gefinancierd door KWF Kankerbestrijding. De financier is op geen enkele wijze betrokken bij het ontwerp van het onderzoek, data verzamelen en analyse, beschrijven van resultaten en publicaties.

tags:  mensenrechten | Preventieakkoord | juridisch | rookvrije generatie | rookverbod | tabaksontmoediging