Milieu, klimaat en kinderarbeid: de vergeten schade van de tabaksindustrie
dinsdag 19 februari 2019
Op deze plaats hebben we het meestal over de gezondheidsschade van tabak, maar een recent rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) berekende ook de aanzienlijke milieuschade veroorzaakt door tabaksproductie en -consumptie. Daarbovenop komt de kinderarbeid op tabaksplantages die wereldwijd eerder toe- dan afneemt.
Door de webredactie
Dat tabaksconsumptie ieder jaar over de hele wereld 7 miljoen mensen de dood injaagt – 20.000 per jaar in Nederland – en vele miljoenen langdurig en ernstig ziek maakt is algemeen bekend. Tabaksontmoedigingsbeleid is, met wisselend resultaat, voornamelijk gericht op vermindering van die gezondheidsschade.
Er zijn echter nog meer zwaarwegende redenen om tabaksconsumptie en daarmee de -productie terug te dringen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) publiceerde recent een onderzoek naar de milieuschade die samenhangt met tabaksproductie. Die milieueffecten bestaan uit klimaatverandering door gebruik van fossiele brandstoffen, uitputting de grond en watervoorraden en verzuring.
84 miljard kilo CO2
Wereldwijd wordt 32,4 miljoen ton groene tabak verbouwd voor de productie van 6,48 miljoen ton droge tabak waarmee zes biljoen sigaretten worden gemaakt, volgens cijfers uit 2014. Het onderzoek Cigarette smoking: an assessment of tobacco’s global environmental footprint across its entire supply chain, and policy strategies to reduce it werd uitgevoerd door onderzoekers van het Imperial College London. Zij berekenden dat de tabaksindustrie met 84 miljard kilo aan CO2-equivalent emissies bijdraagt aan klimaatverandering. Dat is meer dan de helft van de totale CO2-uitstoot van Nederland van 163 miljard kilo (in 2017, CBS) en ongeveer 0,2 procent van de totale mondiale uitstoot.
De tabaksindustrie verbruikt jaarlijks 22 miljard kubieke meter water en zorgt voor aanzienlijke schade aan ecosystemen. Door de afgifte van toxische stoffen aan bodem, lucht en water en de ophoping daarvan in het milieu vormt tabak een bedreiging voor levende organismen, schrijven de onderzoekers.
Hoofdauteur professor Nick Voulvoulis, van het Centre for Environmental Policy van Imperial College zei tegen de website van Imperial: ‘De milieueffecten van het roken van sigaretten, van wieg tot graf, zorgen voor aanzienlijke druk op de steeds schaarser wordende grondstoffen en kwetsbare ecosystemen. Tabak reduceert de kwaliteit van leven doordat het concurreert om grondstoffen met basisproducten die waardevol zijn voor het bestaan en de wereldwijde ontwikkeling.’
Ontwikkelingslanden
De impact van de tabaksproductie is des te groter, omdat bijna 90 procent van alle tabak wordt verbouwd in ontwikkelingslanden, stelt het rapport. Van de tien landen die de meeste tabak produceren, zijn er negen ontwikkelingslanden en vier zogenoemde low-income food-deficit landen, waar het gemiddelde jaarinkomen onder de 1500 dollar ligt en waar per saldo voedsel wordt geïmporteerd. Deze landen zijn India, Pakistan, Zimbabwe en Malawi. In de meeste van deze landen is de tabaksteelt grotendeels voor de export.
Met andere woorden, de extra belasting van ecosystemen en grondstofgebruik door de tabaksindustrie komt voornamelijk op het bordje van minder ontwikkelde landen. In veel gevallen wordt daarmee het bestaan van de meest kwetsbare gemeenschappen in de wereld bedreigd, aldus het WHO-rapport. Om nog maar te zwijgen van de nicotinevergiftiging (groene-tabaksziekte), kinderarbeid en andere mensenrechtenschendingen die gepaard gaan met de tabaksteelt.
Winst naar het Westen
Ondertussen verdwijnen de exorbitante winsten van de sigarettenverkoop in de zakken van de multinationale tabaksproducenten en hun weinig scrupuleuze aandeelhouders. Een recent rapport van de Campaign for Tobacco-Free Kids laat zien dat 96 procent van de openbaar gemaakte aandeelhouders van de vier grote tabaksproducenten in de wereld (Philip Morris (PMI), British American Tobacco (BAT), Imperial Tobacco en Japan Tobacco International) in tien landen gevestigd zijn: Bermuda, Canada, Duitsland, Japan, Luxemburg, Nederland, Zuid-Afrika, Zwitserland, VK en VS, met de overgrote meerderheid in Japan, VK en VS.
Het verhaal van de tabaksindustrie dat lokale economieën van hun productie meeprofiteren blijkt dan ook een fabel: lokale dochterbedrijven als BAT-Nigeria of PMI-Mexico zijn volledig eigendom van de multinational, waardoor de winsten volledig naar de moederbedrijven en hun aandeelhouders gaan. Lokaal wordt er van de winsten niet geprofiteerd.
1,3 miljoen kinderen
Kinderarbeid in de tabaksteelt blijft een groot probleem. Hoewel tabaksproducenten beweren dat ze er alles aan doen om het tegen te gaan, blijft kinderarbeid in werkelijkheid alleen maar toenemen. The Guardian deed vorig jaar verslag van eigen onderzoek naar kinderarbeid in de tabaksteelt. De krant citeerde de internationale vakbond ILO die had vastgesteld dat het aantal van 1,3 miljoen kinderen dat per jaar in de tabaksvelden werkte in 2011 sindsdien alleen maar was toegenomen en dat een verschuiving kon worden waargenomen naar armere landen. Tussen 2000 en 2013 werkten minder kinderen op de tabaksvelden in landen als Turkije, Brazilië en de Verenigde Staten, maar werden er juist meer kinderen gevonden op de velden in Argentinië, India en Zimbabwe.
The Guardian trof kinderen van 14 jaar en jonger op tabaksplantages in Malawi, Mexico en Indonesië. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zag hetzelfde in Bangladesh, Kazachstan, Indonesië, Brazilië en Zimbabwe. Veel kinderen worden door hun ouders van school gehouden om mee te werken op de plantages in de hoop het familie-inkomen wat op te krikken. Het gemiddelde inkomen van een pachtboer in Kasunga, het belangrijkste tabak producerende gebied van Malawi, was in 2017 nog geen 400 dollar voor 10 maanden werk. Een kilo tabak, genoeg om 1200 sigaretten mee te maken, levert de boer 30 dollarcent op. De tabaksindustrie haalt daar uiteindelijk zo’n 80 euro inkomsten uit, 266 keer zoveel.
Gecoördineerde actie
De opstellers van het WHO-rapport over de milieu-impact van de tabaksindustrie concluderen dat zonder gecoördineerde overheidsacties de tabaksconsumptie in de wereld alleen maar zal toenemen en daarmee de milieuschade in de producerende landen. Landen en intergouvernementele organisaties als de WHO, de VN-ontwikkelingsorganisatie en de Wereldvoedselorganisatie moeten samenwerken om de negatieve invloed op milieu, de voedselvoorziening én de volksgezondheid tegen te gaan.