Fabrikanten betalen tabakszaken illegale bonussen
dinsdag 26 juni 2018
UPDATE 28-06-2018
Tabaksfabrikanten belonen tabaksspeciaalzaken en ‘gemakswinkels’ met bonussen voor verkoopresultaten en extra aandacht voor hun merk, ontdekte de Onderzoeksredactie Tabak. Deze vorm van promotie is volgens de NVWA verboden. Het gaat mogelijk om honderden contracten.
Door Guido van Diepen en Tijn Oostenbrink (Onderzoeksredactie Tabak)
Philip Morris zegt te streven naar een ‘rookvrije toekomst’. Maar intussen probeert de fabrikant tabakszaken met bonussen – in geld en gratis sigaretten – te stimuleren tot een grotere afzet. Ook andere fabrikanten doen dit, zo ontdekte de Onderzoeksredactie Tabak (ORT) bij een rondgang langs tabakswinkels in Amsterdam en Nijmegen. Bijna alle winkels die ORT bezocht (14 van de 15) bevestigden dat ze dergelijke bonussen krijgen.
Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is zo’n beloning niet toegestaan. Het sponsoringsverbod in de Tabaks- en Rookwarenwet verbiedt elke financiële bonus die de verkoop direct of indirect stimuleert, laat woordvoerder Rob Hageman van de NVWA weten.
Vakantiegeld
De verkoopbonussen van Philip Morris lopen soms tot in de duizenden euro’s, vertellen de tabaksverkopers. “Ik zie het als vakantiegeld,” zegt Mohamed, eigenaar van een tabakszaak in het centrum van Amsterdam, die niet met zijn echte naam in de media wil. Uitbater Rami heeft onlangs van tabaksfabrikant BAT 1.500 euro aan sigaretten gekregen. “Blijkbaar zijn ze wel blij met mijn verkoopcijfers.”
Vroeger waren er vaste vergoedingen, sinds enige tijd zijn ze resultaatafhankelijk, vertelt Mohamed. Hoe meer hij verkoopt hoe groter de bonus. Hij laat een document zien met zijn vaste en variabele vergoeding van de laatste periode. “Als je plots duizend euro of meer krijgt gestort, geeft dat toch een goed gevoel. Aan de marges op sigaretten verdien je als ondernemer echt te weinig.”
Schapafspraken
De winkels die ORT bezocht bleken vrijwel zonder uitzondering (één gaf geen antwoord) contracten te hebben met grote tabaksfabrikanten als Philip Morris en British American Tobacco (BAT). Behalve bonussen op basis van de verkoopcijfers, betalen ze ook allemaal vergoedingen voor reclame en tijdelijke promotieacties. Hun vertegenwoordigers rollen over elkaar heen om hun promotiemateriaal neer te zetten en nieuwe promotieacties te starten. Een display op de balie, een lichtbak aan de muur of een uithangbord, er wordt fors voor betaald volgens de uitbaters.
En dan zijn er de zogenoemde ‘schapafspraken’. Hoe meer zichtbaarheid hoe beter. In de winkel van Mohamed staan de pakjes Marlboro prominent in het zicht en nemen ze bijna twee hele planken in beslag. “Marlboro is verreweg het best verkochte product. Ik bestel tien sloffen per week, van de andere merken slechts eentje.” Eronder staan de andere merken van Philip Morris. “Dat is een voorwaarde in het contract,” zegt Mohamed. “Ik moet minimaal al hun merken afnemen en ze op ooghoogte plaatsen.” Hij wijst naar de lagere planken waarop de merken van BAT staan, zoals Lucky Strike. “Zij betalen minder, dus krijgen ze ook een minder groot deel van het schap en een minder zichtbare plek.”
Rakesh – niet zijn echte naam – van een tabakszaak in Amsterdam-West is tevreden met de schapvergoedingen. “Ik bepaal niet zelf hoe het schap eruitziet. Dat doen de vertegenwoordigers. Ze sturen me regelmatig een foto van hoe het schap ingedeeld moet zijn. Soms moet ik alles omgooien, dat is altijd weer even zweten.”
Verboden
Over de verkoopbonussen is de NVWA duidelijk: die mogen niet. Of tabaksfabrikanten wel mogen betalen voor een betere plek in het schap laat de toezichthouder nog in het midden. Reclame in tabaksspeciaalzaken en zogeheten ‘gemakswinkels’ die minstens 90 merkvarianten verkopen, is in principe uitgezonderd van het reclameverbod. “Het hangt ervan af in hoeverre de betaling voor schapruimte leidt tot extra aanprijzing van het product,” laat woordvoerder Hageman weten.
De verkoop- en promotiebonussen passen in een internationale trend. Sinds de invoering van reclameverboden in diverse landen richt de marketing van de grote tabaksfabrikanten zich steeds meer op de fysieke verkooppunten, zo bleek in 2016 al uit Amerikaans onderzoek van de Federal Trade Commission (FTC). Daar gaat meer dan 80 procent van de marketingbudgetten naartoe. Ook in Nederland is de tabaksmarketing verschoven naar de verkoopkanalen. ORT toonde eerder aan dat fabrikanten exclusieve verkoopcontracten sluiten met studentenverenigingen en muziekfestivals.
Volgens het Trimbos-instituut zijn er ruim 1.500 speciaalzaken en gemakswinkels in Nederland waar tabak wordt verkocht (daarnaast zijn er nog 4.300 supermarkten en 2.400 benzinestations die tabak verkopen). Volgens het instituut vergroten displays op verkooppunten de kans dat iemand begint met roken en bemoeilijken ze het stoppen.
Tabaksfabrikanten Philip Morris en BAT willen in reactie op dit artikel geen uitspraken doen over de ‘inhoud van hun commerciële afspraken’, maar laten weten zich van geen kwaad bewust te zijn en zich te houden aan het reclame- en sponsoringsverbod.
UPDATE 28-06-2018
Tijdens het Vragenuurtje van 26 juni 2018 in de Tweede Kamer stelde Selçuk Öztürk (DENK) de volgende vragen aan minister Bruins (die staatssecretaris Blokhuis verving) over de berichtgeving over de illegale bonussen: "Deelt de minister de zorgen over de berichtgeving? Kan de minister op dit moment al aangeven of er sprake is van illegale praktijken? Is de minister bereid om een uitgebreid onderzoek te laten doen om uit te zoeken of er sprake is van illegale sponsoring? Hoe voorkomt de minister dat er contracten worden afgesloten die leiden tot illegale sponsoring? Deelt de minister dat dit volstrekt onwenselijk is, zelfs als dit niet illegaal zou zijn? Is hij bereid om de wet tegen het licht te houden om te kijken of een wetswijziging nodig is om beter op te kunnen treden?”
Minister Bruins antwoordde (14:44 min) dat een verkoopbonus inderdaad in strijd is met het verbod op sponsoring in de Tabaks- en rookwarenwet en dus illegaal. Staatssecretaris Blokhuis heeft de NVWA al gevraagd onderzoek te doen naar deze praktijken naar aanleiding van de onthullingen in de media. De uitkomsten van dat onderzoek worden eind dit jaar verwacht. Als er inderdaad sprake is van illegale sponsoring, dan kan de NVWA boetes opleggen tot maximaal 450.000 euro. Öztürk vroeg vervolgens of de minister ook bereid is de aangifte tegen de tabaksindustrie te steunen. Dat vond minister Bruins een stap te ver gaan.