Werkgeversorganisatie VNO-NCW springt in de bres voor rookruimtes. Staatssecretaris Blokhuis wil dat die binnen twee jaar uitgefaseerd zijn. VNO-NCW hoopt echter dat mensen nog járen de rookruimtes kunnen gebruiken en helpt daarom haar grote vriend, de tabaksindustrie.

Door de webredactie

In februari 2018 won Clean Air Nederland (CAN) een rechtszaak bij de Hoge Raad waardoor alle rookruimtes per direct dicht zouden moeten gaan. De Hoge Raad besliste in CAN’s voordeel dat rookruimtes geen uitzondering op het rookverbod vormen. Staatssecretaris Blokhuis ging daarop in cassatie om tijd te winnen. Door in cassatie te gaan vertraagde hij het moment waarop de horeca daadwerkelijk haar rookruimtes moet sluiten. De staatssecretaris hoopte op een overgang van twee jaar schreef hij in een Kamerbrief zodat mensen konden wennen aan de nieuwe regels.
CAN stapte opnieuw naar de rechter om het verbod per direct af te dwingen. Ze had niet voor niets de zaak gewonnen.

Overgangsregeling

Werkgeversorganisatie VNO-NCW heeft zich nu in de discussie gemengd. Op haar website kondigt ze aan een brief naar staatssecretaris Blokhuis te hebben gestuurd waarin wordt gepleit voor een overgangsregeling van zes tot tien jaar. “Het bedrijfsleven wil graag meewerken aan het op een reële termijn opheffen van rookruimtes, maar vindt de voorgestelde termijn te optimistisch,” schrijft VNO-NCW.
“De implicaties zijn groter dan doet vermoeden. Op dit moment worden de rookruimtes van horecabedrijven, poppodia, coffeeshops en kantoorgebouwen nog intensief gebruikt. Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking rookt. Als dat niet meer kan in rookruimtes, zullen zij hiervoor alternatieven zoeken. Het vergroten van het draagvlak is van belang, door heldere regels en een substantiële daling van het aantal rokers.”
VNO-NCW vindt dat eerst maar eens in kaart gebracht moet worden wat de consequenties van een verbod zullen zijn “voor het vinden en uitvoeren van optimale oplossingen”.

Gebaat bij uitstel

Wat VNO-NCW niet vermeld is dat men als er gesproken wordt over ‘het bedrijfsleven’ waar de werkgeversorganisatie vrij algemeen voor op wil komen, ook de tabaksindustrie bedoelt. Die is enorm gebaat bij uitstel. Want hoe langer er in de horeca doorgerookt kan worden in deze rookruimtes, hoe langer de tabaksindustrie de tijd heeft om geld te verdienen aan rokers en andere manieren kan verzinnen om rokers aan het roken te houden en antirookwetgeving zoals dit verbod op rookruimtes te frustreren. Tijd is een groot goed, zeker voor tabaksfabrikanten.

Geschiedenis

VNO-NCW heeft een lange geschiedenis in de tabakslobby en heeft door de jaren heen geprobeerd haar grote invloed op het Binnenhof én in Europa aan te wenden om antirookmaatregelen af te zwakken of tegen te houden. Momenteel zitten er naast de voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland ook twee vertegenwoordigers van de brancheverenigingen van tabaksfabrikanten in het Algemeen bestuur van VNO-NCW: Marcel Crijnen (van de sigaren) en Jan Hein Sträter van de sigaretten en shag. Die zullen maar wat blij zijn als ‘hun’ VNO-NCW in deze kwestie gehoor vindt bij de staatssecretaris.