Kinderen op tabaksplantages wachten op de Eerste Kamer
donderdag 21 december 2017
In zestien landen werken kinderen op tabaksplantages. Wat kunnen we hiertegen doen? De Eerste Kamer kan een stap zetten door te stemmen voor een wet die kinderarbeid verbiedt bij de producten die wij kopen: de Wet zorgplicht kinderarbeid. Maar de stemming is uitgesteld.
Door Stella Braam
Volgens een schatting van de International Labor Organisation werken in zestien landen kinderen op tabaksplantages: van Zuid-Amerika, in het Midden-Oosten tot en met in de VS. Het zijn schrijnende situaties, zoals bijvoorbeeld in Indonesië: duizenden kinderen werken daar onder slechte, ziekmakende omstandigheden, aldus Human Rights Watch. TabakNee volgt het debat over een nieuwe wet die deze misstanden moet helpen te voorkomen.
Nieuwe Wet zorgplicht kinderarbeid
Het is 19 december 2017, rond het middaguur. In de Eerste Kamer wordt gedebatteerd over de nieuwe Wet zorgplicht kinderarbeid en dit zal met tussenpozen nog tot in de kleine uurtjes verder gaan. Alle senatoren haasten zich te zeggen tegen kinderarbeid te zijn, maar er zijn veel vragen over de voorgestelde nieuwe wet. Op 7 februari 2016 werd het voorstel met een kleine meerderheid van 82 stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. Nu moet de Eerste Kamer nog haar fiat geven.
Wordt de wet aangenomen, dan komt de tabaksindustrie in het nauw: bedrijven, ook buitenlandse, die in Nederland goederen en diensten verkopen moeten dan namelijk vanaf 2020 verklaren dat zij al het nodige doen (in de wet heet dat ‘gepaste zorgvuldigheid’) om kinderarbeid op elke plek in hun productieketen te voorkomen. Als na een klacht uit de daaropvolgende toetsing blijkt dat het bedrijf zijn verplichtingen onvoldoende is nagekomen, kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. Bestuurders van bedrijven die meerdere keren beboet zijn, kunnen strafrechtelijk worden vervolgd.
Mooie praatjes van de tabaksindustrie
Human Rights Watch heeft de tabaksindustrie opgeroepen te stoppen met kinderarbeid op hun plantages. Dat was niet nodig, lieten de tabaksfabrikanten op hun verschillende websites weten: wij doen al genoeg. Imperial Tobacco zegt bijvoorbeeld van het uitbannen van kinderarbeid één van de doelstellingen voor 2018 te maken. Maar dat zijn allemaal mooie praatjes. De werkelijkheid is anders, zo blijkt uit onderzoek.
In oktober 2000 werd de Eliminating Child Labour in Tobacco Growing Foundation (ECLT) opgericht. Initiatiefnemer was tabaksfirma British American Tobacco (BAT), samen met de International Tobacco Growers Association (ITGA) en de International Union of Food, Agriculture, Hotel, Restaurant, Catering, Tobacco and Allied Workers’ Association (IUF), in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Internationale VN Arbeidsorganisatie ILO. In 2001 gingen ook de andere grote tabaksbedrijven (PMI, JTI, Imperial Tobacco e.a.) meedoen. “Desondanks is er maar weinig veranderd in de laatste 16 jaar, wat het verschil aantoont tussen wat de tabaksindustrie zegt en wat het doet”, aldus het onderzoekrapport.
Eleanor Jew, onderzoeker aan de University of Leeds, schrijft in een opiniestuk in The Independent van 26 november 2017 dat in Tanzania toch gewoon kinderen op de tabaksplantages zijn te zien, ondanks de ECLT van de tabaksindustrie. De kinderen zijn ongeveer 13 jaar als ze voor het eerst gaan werken op die plantages.
PR-campagnes
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de productieketen bij tabak inzet is van uitgebreide PR-campagnes door tabaksfabrikanten, waarbij de een nog meer maatschappelijk verantwoord zegt te ondernemen dan de ander. In werkelijkheid zijn de lange paragrafen in de duurzaamheidsrapporten van Big Tobacco vaak slechts rookgordijnen die moeten verhullen waar het in werkelijkheid om gaat: het maximeren van de winsten. Lokale wetten nemen het vaak niet zo nauw (zie verderop het voorbeeld van British American Tobacco) met de rechten van lokale arbeiders (inclusief kinderen) en dat komt de tabaksindustrie gewoon goed uit.
JTI & BAT
Waarom zal deze nieuwe wet bedreigend zijn voor de tabaksindustrie? Maarten Bevers, Vicepresident van tabaksgigant Japan Tobacco International (JTI) verwoordt het prachtig op de JTI-website. "Some things are just too important to play political games with. When it comes to fighting child labor, it's an issue that I, and the company I work for, care passionately about." Oftewel: “Politiek, houd je hierbuiten, we lossen dit zelf wel op.”
Ook British American Tobacco (BAT) moet deze wet met angst en beven tegemoetzien. Het bedrijf heeft kinderarbeid zelfs in hun bedrijfsethiek (Standards of Business Conduct 2017) opgenomen: “Geen kinderarbeid … behalve daar waar de plaatselijke wetgeving dat toestaat. Dan vinden wij het aanvaardbaar dat kinderen tussen de 13 en 15 jaar oud meewerken op de familie-plantage, vooropgesteld dat het ‘licht werk’ is dat hen niet verhindert om naar school te gaan of op wat voor manier dan ook hun gezondheid in gevaar brengt.”
De nieuwe wet zegt echter: “Kinderen die nog geen 15 zijn (bij veilig werk, red.) of nog geen 18 (bij onveilig werk, zoals op tabaksplantages door het risico op nicotinevergiftiging, red.) mogen niet hebben meegewerkt aan producten die op de Nederlandse markt worden aangeboden.”
BAT mag dus volgens de nieuwe wet geen kinderarbeid meer toestaan op haar plantages, of de lokale overheid daar nu anders over denkt of niet. Dat gaat ze geld kosten, want kinderhanden zijn een stuk goedkoper dan die van hun ouders.
Bedrijven komen niet zomaar in beweging
In de dagen vóór het debat in de Eerste Kamer buitelden voor- en tegenstanders van deze wet, die in 2020 zou moeten ingaan, in de media over elkaar heen. “Nog steeds gaan ruim 150 miljoen kinderen wereldwijd niet naar school, maar werken zij in fabrieken en werkplaatsen. En omdat ze moeten werken kunnen ze niet naar school of maken ze hun schoolopleiding niet af. Kinderarbeid dus”, aldus een opiniestuk in NRC Handelsblad, onder de kop ‘Overheid, dwing bedrijven actie te ondernemen tegen kinderarbeid’. Auteur van het stuk is Mark Wijne, expert kinderrechten en bedrijven bij UNICEF Nederland.
“Van bedrijven wordt al lang door de overheid verwacht dat zij de OESO-richtlijnen voor verantwoord ondernemen hanteren, waar ook het uitbannen van kinderarbeid in productieketens onder valt. Toch bestaat kinderarbeid nog steeds”, schrijft Mark Wijne. “De afgelopen 20 jaar maken duidelijk dat de meeste bedrijven die te maken hebben met kinderarbeid, alleen in beweging komen als dat voor henzelf een bedrijfsrisico oplevert.”
In zijn stuk betoogt Mark Wijne dat deze wet ook goed is voor de Nederlandse consumenten: “Zij moeten er straks zeker van kunnen zijn dat producten in Nederland niet door kinderhanden gemaakt zijn. Dat geeft de consument meer vertrouwen dan de onduidelijke situatie op dit moment.” TabakNee tekent hierbij aan dat dit ook geldt voor de mensen die (helaas nog) roken. Dat ze verslaafd gemaakt zijn is al erg genoeg. Als dan ook nog eens kinderhandjes aan de totstandkoming van die sigaretten hebben meegewerkt…
Kerstartikelen en speelgoed
Tijdens het debat in de Eerste Kamer viel het trouwens op dat de senatoren over het hoofd hadden gezien dat er kinderen op de tabaksplantages werken. Er werd vooral gerefereerd aan kinderen die bijvoorbeeld aan kerstartikelen en speelgoed werken. Ook werd duidelijk dat het wetsvoorstel nogal rammelt. Van de SP tot en met de VVD kwamen vragen over de handhaving, haalbaarheid en effectiviteit. “Zal dit de betroffen kinderen helpen?” verwoordde SGP-senator Van Dijk de zorgen.
Veel senatoren vroegen zich af hoe een kleine ondernemer kan nagaan of er kinderen werken in de dikwijls complexe productieketens.
Om alle vragen zorgvuldig te kunnen beantwoorden, vroeg de initiatiefnemer van deze wet, PvdA-Tweede Kamerlid Attje Kuiken, om niet te stemmen. Het debat en de stemmingen zijn aangehouden voor een tweede termijn, op een nog nader te bepalen datum. Dat zal in ieder geval na het kerstreces zijn.
Als de Eerste Kamer in 2018 vóór de Wet zorgplicht kinderarbeid stemt, krijgt de tabaksindustrie er een probleem bij. Zij zullen dan moeten kunnen bewijzen dat er geen kinderen meer op hun plantages werken.