OPINIE
'Geef rookloos alternatief voor sigaretten een kans,' schreef Peter van den Driest van Philip Morris Nederland afgelopen maandag in Het Parool. Ronduit schandalig, schrijven Luc en Niek van Lonkhuijzen als reactie in dezelfde krant. 'Het bedrijf moet voorkomen dat mensen verslaafd raken aan nicotine.'

Door Luc en Niek van Lonkhuijzen

Peter van Driest, Directeur corporate affairs van Philip Morris mocht maandag 9 oktober jl. reclame maken voor de nieuwste manier om een nicotineverslaving te bevredigen. Het is hartverwarmend (pun intended) dat de tabaksindustrie zich bekommert om onze gezondheid en een minder schadelijk alternatief voor de sigaret ontwikkelt. Vast staat dat ook met een rookvrije sigaret schadelijke stoffen worden geïnhaleerd. Minder schadelijk is nog steeds schadelijk.

Ronduit schandalig 

Sigaretten doden en de tabaksindustrie heeft jarenlang willens en wetens mensen vergiftigd. Als je eenmaal begonnen bent met roken is het zeer moeilijk om te stoppen. Ook afgelopen week verloren wij weer een geliefde Amsterdammer aan de schadelijke gevolgen van sigarettenrook.

Philip Morris zou zich niet alleen moeten bekommeren om hoe je nicotineverslaafden een alternatief voor de sigaret kunt bieden. Ze moet voorkomen dat mensen verslaafd raken aan nicotine. Dat de tabaksindustrie nieuwe winkels in stadscentra opent om de e-sigaret aan de man te brengen vinden wij ronduit schandalig. Terwijl de sigaret langzaam uit het winkelbeeld verdwijnt komt de industrie met een alternatief dat pontificaal in het straatbeeld opduikt.
Kinderen, met name kleine kinderen zullen weinig verschil zien tussen de e-sigaret en de gewone sigaret. Bij onze dochters en zoon werd op de basisschool al onderling gesproken over de zogenaamde shisha, een vaporizer in de vorm van een sigaret.

Extra belastingen

Kinderen hebben dus al kennis van de e-sigaret terwijl we willen dat ze met geen enkele vorm van roken, elektronisch of anderszins in aanraking komen. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat de e-sigaret voor jongeren een makkelijke ingang is naar het “echte werk”.
De heer van Driest probeert zijn woorden kracht bij te zetten door zeer selectief te citeren uit een verklaring van de Internationale Organisatie voor de Studie van Longkanker (we gaan ervan uit dat hij de IASLC bedoelt). In deze verklaring wordt Philip Morris opgeroepen om extra belastingen op rookwaar te ondersteunen, om pakjes sigaretten zonder logo en met waarschuwing te verkopen, om ons consumenten eerlijk te informeren over de risico's van het roken (dus niet dat de e-sigaret minder schadelijk is dan sigaretten maar welke risico's we wel lopen bij dit product), om te stoppen met alle rechtszaken tegen overheidsinterventies gericht op het terugdringen van roken en om wereldwijd stoppen met roken programma's actief te ondersteunen.

Goede intenties

Pas als Philip Morris hier aan bijdraagt zijn we overtuigd van hun goede intenties en pas dan kan voor de kleine resterende groep die zeer verslaafd is, de e-sigaret een oplossing zijn. En dan niet vrij verkrijgbaar in iedere winkel maar gratis via de huisarts die dat kan combineren met een op gedragsverandering gerichte ondersteuning.

Wij roepen de heer van Driest op om het geld dat zijn bedrijf in Nederland stopt in het op nieuwe plekken vermarkten van de e-sigaret te steken in het door KWF, Longfonds en Hartstichting gestarte programma “Rookvrije Generatie”. Beperk het aantal verkooppunten, verhoog de prijs van rookwaren zodat die voor kinderen niet betaalbaar is en beperk roken in alle openbare gebieden waar kinderen komen: rond scholen, op sportvelden, op speelplaatsen en op terrassen. Als Philip Morris echt geeft om onze gezondheid zorgen ze ervoor dat er geen nieuwe rokers bij komen. 

Luc van Lonkhuijzen is gynecoloog/oncoloog in het AMC, Niek van Lonkhuijzen is Senior Project/Account Manager bij het communicatiebureau '...,staat'

Dit artikel werd op dinsdag 10 oktober gepubliceerd in Het Parool en is met toestemming van de auteurs hier doorgeplaatst. Lees hier ook de reactie van Wanda de Kanter en Frits van Dam op het artikel van Peter van den Driest.
Op de site van Medisch Contact wordt hier ook aandacht besteed.