Om tabaksmokkel tegen te gaan moet de tabaksindustrie van Brussel een systeem gaan gebruiken zodat de douane kan herleiden waar tabaksproducten zijn geproduceerd. Met een slinkse truc probeert de industrie een zelfbedacht systeem in te voeren, zo blijkt uit onderzoek van de EU Observer.
Door de webredactie

Volgens de tabaksindustrie wordt er veel tabak gesmokkeld. In meerdere rechtszaken is de industrie aangeklaagd omdat ze zelf mee zou werken aan de smokkel. Om de rokers verslaafd te houden is ze erbij gebaat dat rokers in landen waar hoge accijnzen gelden toch aan goedkope tabak kunnen komen. Regelmatig worden er door de douane ladingen sigaretten onderschept.
Om beter te kunnen beoordelen waar een lek in het systeem zit, zijn tabaksproducenten verplicht een systeem in te voeren dat een pakje sigaretten bijvoorbeeld een unieke code geeft waardoor vast kan worden gesteld waar het geproduceerd is en door wie. Dat wordt Track & Trace genoemd.

Zo’n systeem is sinds kort verplicht gesteld vanuit de herziene Tabaksproductenrichtlijn van de Europese Unie. De industrie heeft daarvoor een eigen systeem bedacht dat Codentify heet. Critici vinden het geen goed idee dat de industrie een eigen systeem in gebruik gaan nemen, omdat zij onderdeel van het probleem zijn en gebaat zijn bij de smokkel. Onderdeel van de maatregel is dan ook de voorwaarde dat het systeem voor Track & Trace niet in het beheer mag zijn van een tabaksfabrikant. Codentify viel daardoor af. Tot een maand geleden bleek dat de industrie afstand van Codentify heeft gedaan en dat het voortaan wordt uitgebaat door een apart bedrijf dat Inexto heet, gevestigd in het Zwisterse Lausanne.
Uit onderzoek van de EU Observer.

Bij Philip Morris gewerkt

De eigenaar van Inexto blijkt een bedrijf te zijn dat Impala heet en allerlei dochterbedrijven heet met verschillende industrieën. De receptioniste van Impala had nog nooit van de directeur van Inexto gehoord: Philippe Chatelain.

Chatelain blijkt samen met twee andere topmannen van Inexto tot een maand geleden voor Philip Morris te hebben gewerkt dat op vijf minuten van het kantoor van Inexto kantoor houdt. Ook blijkt Chatelains naam samen met zijn twee collega’s op de patenten van Codentify te staan. Ze zijn dus niet onafhankelijk, maar hebben in dienst van de tabaksindustrie dat systeem ontworpen en opgezet.

Volgens de tabaksindustrie is Codentify nu wel in onafhankelijk bezit, omdat de banen van de ontwikkelaars onderdeel van de verkoop aan Inexto zijn geweest. Een wel erg doorzichtige truc.

De Europese Unie wilde niet reageren op vragen van de EU Observer. Uit documenten die zijn vrijgegeven door een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, blijkt dat de Nederlandse overheid ook contact met de tabaksindustrie heeft gehad over Codentify and Track & Trace. Lees ‘De slager keurt zijn eigen vlees’, deel 5 van de serie ‘Hoe onze overheid het internationale anti-rookverdrag aan haar laars lapt’.