line
financieele-dagblad-en-philip-morris-2

Philip Morris in het nauw door dagvaarding Staat

zaterdag 11 oktober 2014

Philip Morris vindt het maar niets dat de Stichting Rookpreventie Jeugd de staat dagvaardt om een einde te maken aan de invloed van de tabaksindustrie op het antirookbeleid. Vandaag in het Financieele Dagblad: een reactie van de Stichting Rookpreventie Jeugd op de ingezonden brief van Philip Morris van 1 oktober. Philip Morris beweerde dat haar lobbby een "waardevolle bijdrage aan het debat" is. De argumenten in de twee brieven bij elkaar.
Door Stella Braam

"Gepolder met misleidende tabakslobby moet stoppen." Dat is de kop van de ingezonden brief van Stichting Rookpreventie Jeugd die vandaag in het Financieele Dagblad staat. "Philip Morris klaagt over de dagvaarding van de Nederlandse Staat door de Stichting Rookpreventie Jeugd," zo begint de brief. "Die zaak gaat er over dat onze overheid systematisch toelaat dat de tabakssector invloed heeft op het tabaksbeleid. Het uitoefenen van die invloed moet de Staat juist voorkomen op grond van het internationale antirookverdrag (FCTC-verdrag) van de Wereldgezondheidsorganisatie."

De brief van Philip Morris waarop Stichting Rookpreventie Jeugd vandaag reageert, is een dikke week terug geschreven door Mathijs Peters, directeur Nederland van Philip Morris International. De kop luidde: "Elke lobby moet kunnen, ook die van de tabaksindustrie". De reactie van de Marlboro-fabrikant is opmerkelijk, want de tabaksindustrie reageert vrijwel nooit als ze onder vuur ligt.

Peters schreef: "Twee activistische longartsen achter de stichting zijn al ruim een jaar bezig met 'naming & shaming' van iedereen die durft op te komen voor de tabaksindustrie. Nu grijpen ze naar juridische instrumenten. Hoewel de strijd gaat tussen de stichting en de overheid, vinden wij — als bedrijf dat tientallen malen in de dagvaarding wordt genoemd — dat we ons zegje moeten doen."

Maar dat "zegje" is verre van compleet, maakt Stichting Rookpreventie Jeugd in haar reactie duidelijk. Zo schreef Mathijs Peters: "Onze tabaksproducten, bedoeld voor volwassenen, zijn schadelijk voor de gezondheid."
"Hoe schadelijk zegt hij er niet bij," schrijft Stichting Rookpreventie Jeugd. "Dit zijn de cijfers: de helft van alle rokers overlijdt aan het gebruik van tabak en daar weer de helft van haalt de 65 niet. Dertig procent van alle kankers is een direct gevolg van tabaksgebruik. In Nederland raken dagelijks ruim 120 kinderen verslaafd aan tabak en 60 daarvan zullen daar uiteindelijk dood aan gaan."

Bergen op Zoom

Peters schreef: "Wij zijn voorstander van strenge regulering van onze activiteiten, voor zover deze zich richt op het verminderen van de schadelijke gevolgen van roken. Soms echter vinden we dat wetsvoorstellen niet effectief zijn en/of ongewenste neveneffecten hebben, zoals op werkgelegenheid en illegale handel. Op 1 september moesten we stoppen met de sigarettenproductie in Bergen op Zoom, waardoor ruim 1200 mensen hun baan verloren. De groei van illegale handel vanwege al te rigoureus fiscaal en regelgevend beleid was één van de oorzaken van die zeer zware beslissing."

Frits van Dam, die samen met Wanda de Kanter de reactie heeft geschreven, zegt hierover: "Ik had er graag aan toegevoegd dat Philip Morris de ware reden van haar vertrek uit Bergen op Zoom verzwijgt: ze verplaatsen hun productie naar lage lonen-landen: minder kosten is meer winst. Haar publiciteitspraatje dat hoge accijnzen tot smokkel zouden leiden en dat ze daarom de poort sluiten, is hypocriet."

Contacten toegestaan

Philip Morris had een opvallende boodschap: het internationale anti-rookverdrag FCTC zou de contacten tussen de overheid en tabaksfabrikanten gewoon toestaan. "De antirooklobby is zelf zeer actief in het bestoken van de politiek," aldus Peters, "maar de stichting stelt dat tabaksondernemingen niet mogen communiceren met de overheid en beroept zich op een verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dat verdrag verbiedt overheden helemaal niet om contact te hebben met de tabaksindustrie. Het beveelt aan om regels op te stellen voor zulke contacten en te zorgen dat de contacten transparant zijn."

Stichting Rookpreventie Jeugd: "Het verdrag gaat uit van het, overigens uitvoerig gedocumenteerde, gegeven dat de tabakslobby zich toelegt op het ondermijnen van antirookbeleid van de overheid. Het verweer van Philip Morris hangt van hele en halve onjuistheden aan elkaar en dat is ook precies het handelsmerk van de tabakslobby en daarom mag die in het poldercircuit niet dezelfde plaats hebben als andere lobby's. Dat is niet iets wat wij bedacht hebben, maar daar zijn de 179 Staten die partij zijn bij dat verdrag het over eens. Geen gepolder meer met de tabakslobby. Er is geen enkel ander verdrag dat zich op dezelfde manier tegen een specifieke lobby richt; ook wat dat betreft onderscheidt de tabakslobby zich op opvallende wijze van andere lobby's. Dat is geen toeval."

Honderden documenten

Volgens Philip Morris zijn haar contacten met de overheid juist nuttig en goed. Neem de sluiting van de fabriek in Bergen op Zoom. In zo'n geval "moeten wij onze mening kunnen delen met beleidsmakers. Het is hun verantwoordelijkheid om te luisteren, te wegen en uiteindelijk, op basis van de juiste en volledige informatie, weloverwogen beslissingen te nemen. En: "Inderdaad zijn dialoog en transparantie voorwaarden voor degelijke besluitvorming. Wij lichten in onze contacten met overheidsinstellingen onze standpunten over regelgeving toe; die kan iedereen raadplegen op onze website. We doen dat door een brief of een e-mail te sturen, soms verzoeken we om een gesprek met een ambtenaar of een politicus. We leveren daarmee een waardevolle bijdrage aan het debat. De antirooklobby mag dat niet leuk vinden, net als zij hebben wij het volste recht onze mening te geven. Dat is nu juist het wezen van democratie."

Stichting Rookpreventie Jeugd schrijft dat zij de Staat niet voor niets heeft gedagvaard. "Wij tonen de rechtbank honderden documenten die laten zien dat en hoe de tabaksindustrie invloed uitoefent op het antirookbeleid en soms zelfs eerder dan de minister of de Tweede Kamer vertrouwelijke stukken in handen krijgt. Dankzij deze lobby loopt Nederland in Europa bij het tabaksontmoedigingsbeleid achterop. Daar moet de rechter een eind aan maken."