Hoe onze overheid het internationale anti-rookverdrag overtreedt. Deel 7: Van Rijn consulteert tabaksfirma’s over Europees tabaksontmoedigingsbeleid
zondag 07 september 2014
Wereldwijd vallen zes miljoen doden per jaar door roken, 20.000 doden alleen al in Nederland. Roken is een dodelijke verslaving die door alle landen samen bestreden moet worden, vindt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Nu al 179 landen, waaronder Nederland, onderschrijven dat en verenigden zich in een internationaal anti-rookverdrag, de Framework Convention on Tobacco Control (FCTC). Met haar handtekening heeft Nederland onder meer beloofd dat de tabaksbranche geen invloed krijgt op het rookontmoedigingsbeleid. Maar houdt de overheid zich daar wel aan? Dit is deel 7 van de serie.
Door de webredactie
"Wij houden ons strikt aan de internationale afspraken over de contacten met de tabaksindustrie en de invloed die daarvan uit kan gaan op het beleid." En: "Overigens is het FCTC een juridisch bindend verdrag, zo krijg ik nog even in mijn oor gefluisterd."
Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid (VWS) sprak deze woorden tijdens een overleg op 28 februari 2013 met de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Gespreksonderwerp: de voorstellen uit Brussel om strengere regels voor tabaksproducten in te voeren in een gewijzigde Tabaksproductenrichtlijn. De Europese Commissie had op 19 december 2012 daarover een voorstel gepubliceerd. Onze regering moest daar een reactie op geven en die was in een brief van 25 januari naar de Kamercommissie gestuurd.
Tijdens het debat heeft SP-Kamerlid Henk van Gerven een dringende vraag. Zijn er, tijdens het opstellen van de regeringsreactie, contacten geweest tussen het ministerie van Volksgezondheid en de tabaksindustrie?
"Wij hebben tweemaal overleg gevoerd, met de gezondheidsorganisaties en met de industrie," antwoordt de staatssecretaris. "Bij dat overleg hebben de partijen hun standpunt toegelicht en is door het departement een toelichting op de fiches gegeven."
Een "fiche" is ambtelijke taal voor een document waarin de regering haar opstelling formuleert over een beleidsthema. Als zo'n fiche over voorstellen van de Europese Commissie gaat, wordt dat aangeduid met "Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen" (BNC). Met het genoemde BNC-fiche gaf de Nederlandse regering uitleg en een eerste oordeel over het voorstel voor de nieuwe Tabaksproductenrichtlijn.
Schriftelijke inbreng
Uit de via de Wet openbaarheid van bestuur verkregen documenten, blijkt dat het overleg met de tabaksindustrie, waaraan de staatssecretaris refereert, op 30 januari 2013 heeft plaatsgevonden. Maar wat Van Rijn in het debat verzwijgt, is dat hij vóór het regeringsstandpunt over de Brusselse anti-rookvoorstellen naar de Kamer is gestuurd, de tabaksbranche om een schriftelijke reactie daarop heeft gevraagd.
Bij de geopenbaarde stukken zit een e-mail die een ambtenaar van het ministerie van VWS op 20 december naar de tabaksindustrie stuurt met als onderwerp "Schriftelijke inbreng voorstel EU tabaksproductenrichtlijn". Daarin lezen we:
"Voor het opstellen van een BNC-fiche is maar heel weinig tijd [...]." Daarom zullen er "geen consultaties worden gehouden tot nadat er met de Tweede Kamer is gesproken over het BNC-fiche. Uw schriftelijke inbreng is uiteraard welkom. [...] De inhoudelijke inbreng zullen we meegeven aan de staatssecretaris bij het opstellen van het BNC-fiche. Om uw reactie nog te kunnen meewegen, willen we u verzoeken uw schriftelijke inbreng uiterlijk vrijdag 4 januari aan ons te doen toekomen."
Diezelfde dag krijgt ook een medewerker van Philip Morris een e-mail van VWS: "Ik e-mail je naar aanleiding van het voorstel van de Commissie voor herziening van de tabaksproductenrichtlijn [...] In het kader hiervan wil ik je vragen om eventueel commentaar op dit voorstel naar mij te e-mailen."
Op 3 januari 2013 stuurt het Platform Verkooppunten Tabak (het belangenplatform voor de tabaksverkoop van supermarkten, tankstations en tabaks- en gemakszaken) haar schriftelijke inbreng op de concept-Tabaksproductenrichtlijn naar VWS. Het ministerie stuurt deze intern door aan Economische Zaken en Financiën met de boodschap: "Zoals gezegd zullen wij e.e.a. in een totaaloverzicht verwerken."
Kamervragen
Toen dit alsnog uitkwam reageerde SP-Kamerlid Van Gerven furieus. "Dit moet per direct stoppen," zei hij en hij stelde meteen Kamervragen. In zijn antwoorden ontkende Van Rijn dat het FCTC-verdrag door zijn ministerie was geschonden. Er is vooraf geen overleg en partijen hadden slechts de mogelijkheid "om schriftelijk op het voorstel te reageren, zoals dat in elk beleidsproces kan". In zijn antwoorden zat nog een opvallend punt: "VWS heeft er bewust voor gekozen om, ten tijde van het opstellen van het regeringsstandpunt, niet met de tabaksindustrie en de gezondheidsorganisaties in overleg te treden." Zijn de gezondheidsorganisaties net zo schadelijk als de tabaksindustrie? Is er ook een verdrag dat overleg met de gezondheidssector verbiedt?
Met zijn opmerking dat de tabaksbranche slechts schriftelijk mocht reageren, raakt de staatssecretaris de kern van het probleem. Het FCTC-verdrag is uniek in de wereld in de zin dat de verdragspartners zich hebben vastgelegd om één specifieke industrietak, namelijk de tabaksindustrie, volledig uit te sluiten van elke vorm van invloed op het overheidsbeleid. Ook schriftelijke inbreng valt daar onder.