Hoe onze overheid het internationale antirookverdrag aan haar laars lapt
Deel 4: Meedenken over de leeftijdsgrens
donderdag 04 september 2014
Wereldwijd vallen 6 miljoen doden per jaar door roken, 20.000 doden alleen al in Nederland. Roken is een dodelijke verslaving die door alle landen samen bestreden moet worden, vindt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Nu al 179 landen, waaronder Nederland, onderschrijven dat en verenigden zich in een internationaal antirookverdrag, de Framework Convention on Tobacco Control (FCTC). Met haar handtekening heeft Nederland onder meer beloofd dat de tabaksbranche geen invloed krijgt op het rookontmoedigingsbeleid. Maar houdt de overheid zich daar wel aan? Dit is deel 4 van de serie.
Door de webredactie
Iedereen weet het, per 1 januari 2014 mogen jongeren onder de 18 geen tabak meer kopen. Slechts weinigen zullen weten dat niet alleen de Tweede Kamer, maar ook de tabaksindustrie over deze wet heeft meegedacht, zowel over de verhoging van de leeftijd, als over de handhaving van het verkoopverbod. Dat blijkt uit documenten die via de Wet openbaarheid van bestuur zijn opgevraagd en in handen zijn gekomen van TabakNee.
Een korte reconstructie. Bij het ministerie van Volksgezondheid (VWS) komt op 24 juli 2012 een e-mail binnen. De afzender is NSO, de brancheorganisatie voor de tabaksdetailhandel die de belangen van de tabaks- en gemakszaken behartigt. De NSO is bezig met een campagne voor haar achterban om de leeftijdsgrens van, dan nog, 16 jaar goed te gaan handhaven. Ze stelt voor om iedereen die tabak wil kopen en die er jonger uitziet dan 20 jaar, op leeftijd te controleren. NSO wil haar campagne graag afstemmen met het ministerie.
In dit verband is het goed te weten dat de NSO stevig in de greep van de tabaksindustrie zit, zoals eerder aangetoond in onze serie Het tabakssyndicaat en de kleine winkelier.
"Alvorens een korte bijeenkomst te plannen, wat zou kunnen op het ministerie," schrijft een ambtenaar terug, "ontvang ik graag wat specifiekere informatie van u over uw ideeën met betrekking tot het vormgeven van deze campagne en op welke manier die de ondersteuning van de leeftijdsgrens ten goede kan komen."
Deze reactie is op zich al in strijd met het FCTC-verdrag. Overheden mogen volgens dat verdrag niet samenwerken met de tabaksindustrie bij het bedenken, opzetten en uitvoeren van een op het publiek gerichte campagne.
Van 16 naar 18
Het verhaal is echter nog niet afgelopen. Op 12 november 2012 komt weer een e-mail bij Volksgezondheid binnen, ditmaal van de belangenverenigingen van de shag- en de sigarettenindustrie (VNK en SSI), met een bijlage: "Bijgaande vindt u een conceptbrief waarin mijn leden zich tot uw ministerie wenden om in overweging te nemen [...] de minimumleeftijd voor tabaksproducten te verhogen van 16 naar 18 jaar."
Een ambtenaar schrijft terug: "Hartelijk dank voor deze mail, en de bijgevoegde concept brief. [...] Ik zal uw brief op korte termijn aan de staatssecretaris voorleggen." Waarna staatssecretaris Martin van Rijn op 7 december persoonlijk in de pen klimt en aan de sigarettenfabrikanten onder meer schrijft:
"Zoals u inmiddels waarschijnlijk heeft vernomen, heb ik op 23 november jl. een brief aan de Tweede Kamer gezonden met daarin het voornemen om de leeftijdsgrens voor de verstrekking van tabak te verhogen naar 18 jaar. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk een wijziging van de tabakswet sturen, waarmee de tabaksleeftijdsgrens zal worden verhoogd. Het verheugt mij te vernemen dat de tabaksdetailhandel zijn verantwoordelijkheid wil nemen voor de naleving van de leeftijdsgrens."
Campagne
In januari 2013 komt ook Frans van Drimmelen over de campagne praten. Van Drimmelen, van lobbybureau Dröge & van Drimmelen, is voorzitter van het Platform Verkooppunten Tabak, een samenwerkingsverband voor de tabaksverkoop van supermarkten, tankstations en de tabaks- en gemakszaken.
En nog geen vijf maanden later, 18 juni 2013, voert het ministerie overleg met de tabakssector over "Communicatie naleving leeftijdsgrens alcohol en tabak 18 jaar". Uit de e-mail hierover van een beleidsambtenaar aan de sector: "Zoals u weet, wordt de wettelijke leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten verhoogd naar 18 jaar, [...] Het wetsvoorstel ligt op dit moment bij de Tweede Kamer. [...] Goede naleving door tabaksverkopers is essentieel voor het effectief verhogen van de leeftijdsgrens. Wij willen u daarom uitnodigen om het communicatietraject toe te lichten en de naleving van de nieuwe leeftijdsgrens te bespreken."
Spannender
Andermaal toont deze correspondentie aan dat de Nederlandse overheid het FCTC-verdrag heeft overschreden. We zetten het even op een rij: de tabaksindustrie brengt zichzelf via een conceptvoorstel voor het verhogen van de leeftijdsgrens in gesprek met de overheid, die daar vervolgens "gewoon" op in gaat. Maar het gaat hier overduidelijk om antirookbeleid, waar de tabaksindustrie geen enkele invloed op moet krijgen. Het ministerie moet zo'n ongevraagd aanbod gewoon afwijzen.
Door te opperen de leeftijdsgrens voor het kopen van tabak te verhogen naar 18 jaar, laat de industrie zich van haar beste kant zien. Maar uit het oogpunt van rookpreventie bij jonge kinderen is de minimumleeftijd maar beperkt relevant: de gemiddelde leeftijd waarop scholieren beginnen te roken lag in 2011 op 12,8 jaar. Er zijn zelfs aanwijzingen dat een hogere minimumleeftijd het roken voor jonge kinderen alleen maar spannender maakt.