Vage conclusies over maatregelen tegen tabak
dinsdag 15 juli 2014
Wat gebeurt er als supermarkten geen tabak meer mogen verkopen? De "economische schade" is keurig uitgerekend in een van de onderzoeken van staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) naar nieuwe maatregelen waardoor mogelijk minder jongeren beginnen met roken. Ook een verbod op uitstalreclame en het toepassen van leeftijdscontrolesystemen is onderzocht. De onderzoeken zijn op 3 juli openbaar geworden en hier zijn de conclusies, handig op een rij.
Door de webredactie
HET EFFECT VAN INPERKING VERKOOPPUNTEN OP ROKEN
Op de eerste plaats is er het onderzoek Point of Sale of Tobacco Products. Dit gaat in op het effect van het terugdringen van de verkooppunten op het tabaksgebruik.
Veel verkooppunten
Nederland telt naar schatting tussen de 30.000 en 60.000 verkooppunten van tabak (inclusief de automaten). De grootste verkopers zijn achtereenvolgens de supermarkten, de tankstations en de tabaks- en gemakswinkels. Maar zij hebben niet het alleenrecht op de verkoop. Iedereen kan namelijk tabak verkopen. Uiteraard wel binnen de regels die daarvoor gelden, dus niet aan jongeren onder de 18 jaar. Anders zou de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een boete kunnen uitdelen. Zij heeft alleen heel veel verkooppunten te controleren met een zeer beperkt team van controleurs, zie bijvoorbeeld dit artikel op deze site.
Beperkt bewijs
De onderzoekers van het Trimbos-instituut concluderen dat "er op dit moment relatief beperkt bewijs is dat een vermindering van het aantal tabaksverkooppunten leidt tot een lagere prevalentie of incidentie van roken, en dat dit bewijs eerder indicatief is dan sluitend." Oftewel, er is nog te weinig onderzoek gedaan, maar de eerste resultaten laten zeer voorzichtig zien dat bij minder verkooppunten van tabak het roken vermindert.
Vergunningensysteem
Die inperking zou kunnen gebeuren met een vergunningensysteem, zoals dat ook bestaat voor de verkoop van sterke drank. De onderzoekers schrijven dat de invoer van zo'n systeem voor tabaksverkoop een belangrijke stap zal zijn voor de controle op tabak. Op die manier kun je ook wetenschappelijk beter monitoren wat de impact van een maatregel is.
Meer bekend over alcohol
Overigens is er naar de relatie tussen het aantal verkooppunten van alcohol en het gebruik, wel al meer onderzoek gedaan. Daaruit is gebleken dat een meer tolerante vergunningverlening het aantal verkooppunten deed toenemen, wat vervolgens weer leidde tot verhoogd alcoholgebruik.
Kortom...
De onderzoekers van het Trimbos-instituut schrijven dat minder tabaksverkooppunten het kopen van tabak kan bemoeilijken. Al zou dat bij rokers kunnen leiden tot veranderingen in het koopgedrag: bijvoorbeeld inkopen in grote hoeveelheden. Maar ook dit is gissen: "Onderzoek naar dit potentiële ongewenste effect is zeer beperkt zodat het niet mogelijk is hierover conclusies te trekken."
De onderzoekers van het Trimbos-instituut vinden dus vooral dat er meer onderzoek nodig is naar de effecten van het beperken van de verkooppunten op rookgedrag. En ze merken daarbij direct op dat dit zeer moeilijke studies zijn om te doen, omdat het ingewikkeld is een direct verband tussen het een en het ander vast te leggen.
EFFECT VAN UITSTALVERBOD TABAK
In hetzelfde onderzoek gaat het Trimbos-instituut ook in op het effect van een verbod op de display van producten, oftewel een uitstalverbod voor tabak. Doordat winkels de tabaksverpakkingen goed in het zicht zetten, kan dat als reclame worden gezien en mogelijk aanzetten tot roken.
Tabaksdisplays vergroten de kans op roken
In het onderzoek staat dat blootstelling aan tabaksdisplays op verkooppunten de kans vergroot dat iemand tabak koopt. Er is ook een verband gevonden tussen het zien van de producten en een poging doen om met roken te stoppen: die wordt kleiner. "Resultaten van een groot aantal verschillende onderzoeken wijzen er op dat de zichtbaarheid van tabaksproducten op verkooppunten de kans op roken vergroot (beginnen en stoppen)."
Publiek heeft informatie nodig
Volgens de onderzoekers is er in Nederland onder de bevolking, in vergelijking tot andere landen, weinig animo voor een verbod op deze display. "Dit zou kunnen betekenen dat de Nederlandse bevolking niet voldoende op de hoogte is van het feit dat blootstelling aan deze displays roken kan stimuleren. In dit opzicht zou het nuttig kunnen zijn om het algemene publiek te informeren over wat vanuit het perspectief van de volksgezondheid de reden is voor het invoeren van een verbod op zichtbaarheid van tabaksproducten op de verkooppunten."
HET EFFECT OP DE ECONOMIE
Onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek berekende de mogelijke effecten van de inperking van de tabaksverkooppunten op de economie. Als supermarkten en tankstations geen tabak meer mogen verkopen, valt er omzet weg. Tabak is daarnaast, zo schrijft SEO, een product dat mensen naar een winkel trekt. Eenmaal daar doen ze soms impulsaankopen die ze ter plekke pas bedenken. Zonder tabak valt er dus mogelijk ook een terugslag te verwachten bij andere producten.
Omzetverlies
Volgens SEO zouden supermarkten, nu nog de grootste verkopers van tabaksproducten, gemiddeld een jaarlijks omzetverlies van 2,4 tot 2,6 miljard euro hebben als tabak bij de servicebalie weggehaald zou worden. "Dit verlies aan omzet gaat gepaard met een gemiddeld verlies aan werkgelegenheid in deze branche van tussen 2666 en 2867 voltijdbanen in 2015-2024." Tankstations zouden 876 tot 994 miljoen euro omzet verliezen. En ook aan werkgelegenheid inleveren: "Op korte termijn (in 2015) 1665 tot 3875 voltijdbanen". En de branche voor sigarettenautomaten zou jaarlijks 103 tot 100 miljoen euro verliezen en tussen de 406 en 437 voltijdbanen.
Meer omzet voor tabaksspeciaalzaken
Daar staat tegenover dat de tabaksspeciaalzaken die wél een vergunning hebben, een toename in omzet kunnen verwachten, omdat rokers nu alleen nog bij deze verkooppunten terecht kunnen. SEO heeft het effect daarvan echter niet berekend in haar onderzoek: "Het omzetverlies van een bepaald type verkooppunt zal bij gelijkblijvende vraag naar tabaksproducten leiden tot omzetstijging in sectoren waar tabak nog wel verkocht mag worden. Het verlies aan werkgelegenheid zal daarom in ieder geval deels worden opgevangen door een toename aan werkgelegenheid elders. Een berekend direct werkgelegenheidseffect voor de verkooppunten waar tabakverkoop zou komen te vervallen, is daarom niet te beschouwen als een werkgelegenheidseffect voor de Nederlandse economie als geheel."
Gezondheidswinst niet uitgerekend
SEO heeft verder niet doorgerekend wat de gezondheidswinst van een potentieel kleiner wordende groep rokers, de economie kan opleveren: wie gezond is, kan langer werken.
Opvallend is ook dat SEO bij haar rapport gebruik heeft gemaakt van het Star-rapport van KPMG, een rapport dat al op allerlei plaatsen als onbetrouwbaar is geoormerkt.
Hoe objectief waren de gesprekspartners?
Voor het onderzoek is naast literatuurstudie ook gebruik gemaakt van interviews. Gesproken is met vertegenwoordigers van de NVWA en het Trimbos-instituut en ook met de woordvoerders van brancheverenigingen: BOVAG (tankstations), NSO (tabaksdetailhandel), VNPI (petroleumindustriemaatschappijen), KHN (horeca), CBL (supermarkten), BETA (tankstations) en TZN (groothandels en sigarettenautomaten).
In het rapport staat niet vermeld dat deze organisaties, op KHN na, ook zijn verenigd in het Platform Verkooppunten Tabak. Voor als de rapporteurs meelezen: deze zijn (vooral CBL en NSO) uitgebreid aan bod gekomen in het dubieuze "Postbus 262-syndicaat", een serie op deze site.
LEEFTIJDSCONTROLE-SYSTEMEN
Het Trimbos-instituut deed nog een onderzoek: Leeftijdsverificatie in het vizier. De reden: "Onderzoek wijst uit dat jongeren ondanks leeftijdsgrenzen, vaak zonder al te veel moeite tabak kunnen kopen." Vooral het "transactiemoment" blijkt een zwakke schakel, dus het moment waarop de sigaretten worden gekocht.
Dit onderzoek heeft in kaart gebracht welke leeftijdscontrolesystemen er in Nederland op de markt zijn en wat er bekend is over hun effectiviteit: is wetenschappelijk aangetoond dat ze er daadwerkelijk voor zorgen dat jongeren onder de 18 ook geen tabak aanschaffen?
Bekendste systemen
De bekendste zijn AgeCoins (muntjes waarmee sigarettenautomaten ontgrendeld kunnen worden, te verkrijgen bij het personeel), ID-Swipers (een scanapparaat voor ID-kaarten), Ageviewers (een controlesysteem waarbij op afstand, met behulp van een camera en een ID-scanner, alle voor de leeftijdscontrole relevante taken worden overgenomen door een externe controleur).
Weinig onderzoek
Ook hier geldt dat er nog weinig onderzoek gedaan is naar de effectiviteit van dit soort systemen: "Over ID-Swipers is slechts één wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd. Hieruit kwam naar voren dat de naleving met behulp van ID-Swipers nauwelijks toenam ten opzichte van traditionele controle. Dat geldt wel voor Ageviewers, dat een nalevingniveau van 96 procent haalde in een studie van de Universiteit Twente [...] Op basis van onderzoek lijkt de Agecoin voor sigarettenautomaten het minst effectief. De slaagkans voor minderjarige kopers lag in onderzoek uit 2010 van Bieleman en collega's op 100 procent."
Uiteindelijk adviseren de onderzoekers niet één systeem. Maar: "Zowel de (beperkte) literatuur als de praktijkervaringen suggereren dat een leeftijdsverificatiehulpmiddelen en –systeem dat zoveel mogelijk leeftijdsverificatietaken overneemt van de verstrekker het meest effectief zal zijn, omdat de sociale druk wordt weggehaald bij de verkoper." Dat klinkt toch echt als Ageviewers, al is er slechts één wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.
Er is overigens al wel veel te doen geweest om Ageviewers. Onlangs onthulde onderzoeksprogramma Argos hoe Ageviewers geweerd wordt door de supermarktenbranche-vereniging CBL, waarna de overheid een onderzoek is gestart, zie dit artikel op deze site.
LEEFTIJDSCONTROLE IN DE PRAKTIJK
Het laatste onderzoek is van organisatieadviesbureau Berenschot en is een praktijkinventarisatie van hoe verstrekkers van alcohol en tabak de wettelijke leeftijdsgrenzen naleven voor de verkoop van hun producten.
Met wie hebben ze gesproken?
Het onderzoek is, op basis van wat Berenschot aanlevert, niet heel uitvoerig geweest. Er zijn slechts 21 interviews voor gedaan. Onder die 21 geïnterviewden waren "diverse branche- en belangenorganisaties van supermarkten, slijterijen, tankstations, horeca, gemaks- en tabakswinkels, thuiswinkels en tabaksautomaten. Ook verschillende hoofdkantoren van verkooppunten en sportbonden zijn geïnterviewd." Wie ze precies hebben gesproken, staat in het onderzoek niet verder gespecificeerd. De brancheorganisaties zijn voor het grootste deel dezelfde als die SEO heeft gesproken (zie hierboven).
Daarnaast hebben er een onbekend aantal "verdiepende gesprekken" plaatsgevonden, meldt Berenschot. Daarvoor "zijn er gegevens verzameld bij verkooppunten die gebruikmaken van elektronische hulpmiddelen en systemen voor leeftijdsverificatie."
Er worden amper elektronische systemen gebruikt
Berenschot noemt het aantal interviews en verdiepende gesprekken in haar conclusies zelf "beperkt". Desondanks staat er dat veel organisaties nog geen gebruik maken van elektronische hulpmiddelen of systemen. "Dit neemt niet weg dat zij zich wel bewust zijn van hun verplichtingen rond de leeftijdsverificatie. Veelal worden de kopers op de verplichtingen geattendeerd door stickers, posters en dergelijke. De feitelijke verificatie wordt niet door hulpmiddelen of systemen ondersteund."