line

DG Paul Huijts van VWS begrijpt niets van tabaksverslaving

woensdag 15 januari 2014

In een recent artikel in VOZ laat directeur-generaal Paul Huijts zich kennen als een echte liberaal. "De overheid beïnvloedt maar in beperkte mate de al dan niet gezonde keuzes van burgers. Dat is misschien lastig voor mij als beleidsmaker, maar als burger vind ik het wel een prettig idee", schrijft hij. Wanneer dringt het bij de ambtelijke top van VWS eindelijk eens door dat een nicotineverslaafde niets te kiezen heeft?, vraagt Frits van Dam zich af.

OPINIE – door Frits van Dam

Op de preventienota van VWS, 'Alles is gezondheid' is veel kritiek gekomen. Kortzichtig beleid noemde prof. Johan Mackenbach het in Medisch Contact. Het aandeel van preventie in de totale uitgaven voor gezondheidszorg is flink gedaald de afgelopen jaren en op preventieonderzoek wordt bezuinigd. Met Lukas Stalpers schreef ik in hetzelfde blad dat het opvallend is hoe bekaaid tabaksontmoediging er vanaf komt in de beleidsnota. Hoe kan het toch dat het ministerie VWS zo'n belabberde beleidsnota produceert op zo'n kerngebied als preventie?

Eerder hebben we op TabakNee kunnen vaststellen dat directeur-generaal Paul Huijts van het ministerie zichzelf als eindverantwoordelijke naar voren schuift voor het preventiebeleid van het ministerie. In het voorjaar van 2013 constateerden we dat de schrijver van een concept van de huidige preventienota, Lejo van der Heiden, op herhalingsoefening was geweest. Hij had voor een belangrijk deel zijn oude nota overgeschreven, waar sinds de verschijning ervan in 2008 niets mee was gedaan.

Zijn baas, DG Paul Huijts, was niet gelukkig met het feit dat wij zijn ambtenaar verantwoordelijk stelden voor deze nota. Lejo van der Heiden coördineert voor mij het schrijven van het preventieprogramma, zo schreef hij TabakNee. "Daarmee is hij niet eindverantwoordelijk voor preventie, dat ben ik", aldus de DG.

Huijts' opinie

Nu we weten wie eindverantwoordelijk is voor de preventienota is het goed om kennis te nemen van zijn opvattingen over preventie. En dat kan, want in de glossy voor ondernemers in de zorg en public affairs, VOZ van december 2013, verscheen een artikeltje van de hand van Huijts zelf met de titel 'Preventie? Moeten we dat ook nog?' Een ironisch bedoelde titel zullen we maar aannemen. Het artikel dat overigens niet specifiek over roken gaat, wordt gesierd met een bijna paginagrote foto van een rokende vrouw.

Huijts begint met te zeggen dat de preventienota geen gewone beleidsnota is, maar een breed programma dat alles te maken heeft met het besef dat de overheid maar in beperkte mate bepalend is als je je gezondheid wilt verbeteren.

"Natuurlijk heeft de overheid mogelijkheid om gezondheid van mensen te beschermen en te bevorderen. Denk aan het bevolkingsonderzoek darmkankerscreening dat nu wordt ingevoerd. Of aan de verhoging van de minimumleeftijd voor tabak- en alcoholverkoop van 16 naar 18 jaar die per 1 januari ingaat. Maar de overheid beïnvloedt maar in beperkte mate de al dan niet gezonde keuzes van burgers. Dat is misschien lastig voor mij als beleidsmaker, maar als burger vind ik het wel een prettig idee."

Liberaal standpunt

Hé, dat is een typisch liberaal standpunt. Echoot hij zijn opperste baas minister Schippers daarmee niet na, die sterk van mening is dat roken een vrije keuze is?

Er zijn scheepsladingen bewijs dat het terugdringen van het tabaksgebruik leidt tot een enorme besparing in ziektelast voor de bevolking en dat de overheid daar een cruciale rol in moet spelen. De World Health Organization heeft daar richtlijnen over opgesteld in het FCTC-verdrag die ook door Nederland zijn geratificeerd.

Het is bij de ambtelijke top van het ministerie kennelijk niet doorgedrongen dat iemand die verslaafd is aan tabak helemaal niets te kiezen heeft. Het is de nicotine die zijn of haar keuzegedrag bepaalt. Als je serieus iets wilt doen aan tabaksgebruik dan zal de overheid moeten beginnen met het nemen van maatregelen zoals het substantieel verhogen van de accijnzen, het terugsnoeien van verkooppunten en het effectief handhaven van de leeftijdsgrens van 18 jaar voor verkoop. Bij een verslaving helpen vermanende woorden niet. Dat simpele gegeven wil maar niet landen bij de ambtelijke top van het ministerie van VWS.