EU wil accijns op ‘alternatieve’ rookwaren harmoniseren
woensdag 10 juni 2020
De Europese Raad van Ministers heeft de Europese Commissie verzocht om alternatieve rookwaren als e-sigaretten en verwarmde tabaksproducten op te nemen in de EU Tabaksaccijnsrichtlijn. Daarmee gaan in de hele EU minimumtarieven voor accijns op deze producten gelden.
Door de webredactie
Een herziening van de EU Tabaksaccijnsrichtlijn uit 2011 (2011/64/EU) staat al langer op de Europese agenda. In 2017 zag de Europese Commissie (EC) er echter nog van af bij gebrek aan voldoende gegevens over de nieuwe rookwaren als e-sigaretten en verwarmde tabaksproducten. Nu is de tijd rijp om de richtlijn wel aan te passen.
In februari van dit jaar publiceerde de EC de uitkomsten van een evaluatie van de richtlijn, waar nu alleen nog regels in staan voor accijnsheffing op traditionele tabaksproducten. Daaruit bleek dat de lidstaten die regels wel hebben uitgevoerd, maar dat er nog steeds grote verschillen zijn tussen de prijzen van een pakje sigaretten in verschillende landen. Tegelijk concludeerde de Commissie dat de “opkomst van nieuwe producten, zoals e-sigaretten, verwarmde tabaksproducten en nieuwe verslavende producten de beperkingen van het huidige juridische kader blootleggen.” Sommige landen heffen nu al accijns op e-sigaretvloeistoffen, maar Nederland bijvoorbeeld niet (zie tabel 1 bij dit artikel).
Ook stelde de Commissie dat een “meer samenhangende benadering nodig is, waarbij alle aspecten van tabaksontmoediging worden meegenomen, inclusief volksgezondheid, accijnsheffing, de strijd tegen illegale handel en zorg om het milieu.”
Ongelijkheid opheffen
In reactie op die evaluatie heeft de Raad van Ministers in een schriftelijke procedure de Commissie nu opdracht gegeven de richtlijn te herzien. De Raad stelt in haar conclusies dat het gewenst is om de belastingheffing op nieuwe producten zoals vloeistoffen voor e-sigaretten en verwarmde tabaksproducten gelijk te trekken.
De Raad bevestigt dat het noodzakelijk is om bij de herziening alle aspecten van tabaksontmoediging mee te wegen, “inclusief volksgezondheid, douaneregels, de strijd tegen illegale handel, belastingontduiking en bescherming van het milieu.” Daarbij tekent zij aan dat tabaksgebruik “een van de belangrijkste vermijdbare en te voorkomen gezondheidsrisico’s in de EU vormt” en herinnert zij eraan dat “de EU en de lidstaten partij zijn in het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO-FCTC).”
Lobby levert weerwerk
Die laatste opmerking is geen overbodige luxe. Het FCTC-verdrag bevat niet alleen aanbevelingen over belastingheffing op tabaksproducten, maar stipuleert in artikel 5.3 ook dat partijen in het verdrag erop moeten toezien dat de tabaksindustrie geen invloed heeft op de ontwikkeling van het tabaksontmoedigingsbeleid.
Dat de industrie zich echter niet onbetuigd zal laten, mag blijken uit de publieke consultatie die de Commissie in 2018 al eens organiseerde over dit onderwerp. Die leverde enkele honderden reacties op van producenten van tabak en e-sigaretten en hun belangenorganisaties. In veel van die bijdragen wordt betoogd dat alternatieve rookproducten minder schadelijk zouden zijn dan traditionele tabak en daarom lagere accijnstarieven rechtvaardigen of zelfs helemaal moeten worden vrijgesteld. Nu de Commissie daadwerkelijk aan de slag gaat met de herziening van de Tabaksaccijnsrichtlijn is te verwachten dat achter de schermen de lobby vanuit de tabaksindustrie en de vape- of dampindustrie in het Europese politieke arena opgevoerd zal worden. Politici en beleidsmakers, zowel in Brussel als de lidstaten, moeten zich daartegen wapenen en zich alleen laten leiden door onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en het belang van de volksgezondheid.
tags: FCTC-verdrag | Europese tabaksrichtlijn | vape-industrie | e-sigaret | tabakslobby | accijns