De politiek moet het voortouw nemen bij instellen rookverbod in de auto
vrijdag 21 december 2018
OPINIE
Als 88 procent van de bevolking vóór een rookverbod in de auto is als er kinderen aan boord zijn, dan heeft de politiek dus alle maatschappelijke steun om dat verbod daadwerkelijk in te stellen. Toch gebeurt dat niet. Waarom verschuilen politici zich achter halfbakken argumenten?
Door Frits van Dam
Roken in de auto als er kinderen aan boord zijn? Volgens een opiniepeiling van Kantar in opdracht van het KWF in mei dit jaar vindt 88 procent van de Nederlandse bevolking dat geen goed idee. Er mag wat hen betreft een rookverbod in de auto komen. Een mooi initiatief om ervoor te zorgen dat kinderen niet in een afgesloten ruimte worden blootgesteld aan sigarettenrook.
Het kabinet heeft zich ten doel gesteld om het aantal rokers in Nederland in 2040 terug te brengen tot minder dan 5 procent van de bevolking en te zorgen dat er dan een rookvrije generatie is ontstaan. Een rookverbod in de auto zou ervoor zorgen dat kinderen niet worden blootgesteld aan rook én dat ze niet het idee krijgen dat het een ‘normale’ gewoonte is. Gek genoeg is dat verbod er niet gekomen en wordt het niet genoemd in het onlangs door staatssecretaris Blokhuis gepresenteerde Nationaal Preventieakkoord.
Wel in andere landen
Op 12 december berichtte nieuwssite HLN dat er binnenkort zo’n rookverbod in Vlaanderen wordt ingesteld. Wie wordt betrapt, krijgt een boete van 1000 euro. En Vlaanderen is niet alleen. Ook in Frankrijk, Engeland, Wales, Australië, delen van de Verenigde Staten en Canada geldt zo’n verbod.
Uit een analyse van de NOS waarin werd onderzocht of zo’n verbod ook een kans van slagen heeft in Nederland, blijkt dat Ab Klink (toenmalig minister Volksgezondheid) tien jaar terug al onderzoek heeft laten doen naar de gevolgen van roken in de auto voor kinderen. Ondanks de schadelijke effecten vond de minister een rookverbod “in het privédomein van mensen” niet passend en bovendien niet proportioneel omdat de verwachting was dat niet-roken in Nederland steeds meer de sociale norm zou worden, zo schrijft de NOS.
Te grote ingreep
Het huidige kabinet houdt aan het standpunt vast dat het een te grote ingreep in de privésfeer van mensen is. Oppositiepartijen PVV en SP sluiten zich daarbij aan.
GroenLinks-Kamerlid Wim-Jan Renkema stelt dat een autorookverbod moeilijk te handhaven is. Hij zegt tegen de NOS dat een confronterende bewustwordingscampagne wat hem betreft een beter een idee is. “Dat mag best een stevige campagne zijn. Bijvoorbeeld een foto van een baby met een sigaret. Als bepaald gedrag not done wordt, gaan anderen ook sneller corrigeren. Dat zie je ook bij rijden onder invloed.”
Kinderen beschermen
Het is vreemd dat de politiek zich verschuilt achter de privésfeer en de handhaving, terwijl een grote meerderheid van de bevolking zo’n verbod wel ziet zitten. Waar is men bang voor? Volksvertegenwoordigers zouden zich juist gesteund moeten voelen door de maatschappelijke opinie voor het invoeren van zo’n verbod. Ook al omdat kinderen en jongeren beschermd zouden moeten worden tegen de gevolgen van meeroken, dat ernstige nadelen kan hebben voor hun gezondheid (denk aan flinke astma-aanvallen, luchtweg- en oorinfecties en zelfs wiegendood).
Uit onderzoek blijkt dat ouders die roken dat ook blijven doen in de auto. Het voeren van publiekscampagnes zou hand in hand moeten gaan met een rookverbod in de auto, zodat ze elkaar versterken en het daadwerkelijk not done wordt om met kinderen aan boord een peuk op te steken.