Europese topambtenaren en wetenschappers laten zich fêteren door tabaksindustrie
Dossier: De geldpotten van Philip Morris
dinsdag 19 december 2017
Tal van internationale lobbyisten, wetenschappers en beleidsmakers kwamen eind september bijeen op een conferentie in Londen om over illegale handel te praten. De organisatoren waren The Financial Times en PMI Impact, een naar eigen zeggen onafhankelijk fonds van tabaksgigant Philip Morris. Overheidsvertegenwoordigers stonden daarbij bloot aan lobby van de tabaksindustrie en overtraden daarmee het FCTC, een internationaal anti-rookverdrag dat door meer dan 180 landen is geratificeerd. TabakNee keek en luisterde mee tijdens de conferentie.
Door Ivo van Woerden
27 september 2017. Mannen en vrouwen in business suits spoeden zich door de regen naar de ingang van een conferentiecentrum dat zich naast de London Eye aan de Thames bevindt. Binnen krijgen ze naambordjes opgespeld. Er zijn vertegenwoordigers van de Europese Commissie, medewerkers van universiteiten (waaronder ook van de Universiteit Utrecht) en personeel van Philip Morris, producent van ’s werelds populairste merk Marlboro. Ze pakken muffins en koekjes en staan in de rij voor koffie en thee.
Conferentie
The Financial Times en PMI Impact, een fonds van Philip Morris dat subsidies verstrekt aan onderzoeksgroepen met voorstellen voor studies naar illegale handel, organiseren samen een tweedaagse conferentie. Geïnteresseerden hebben zich aangemeld en mogen na goedkeuring gratis aan de conferentie deelnemen. Het ontbreekt de deelnemers aan niets. Warme en koude maaltijden, hapjes, cocktails, wijntjes, koek, snoep, koffie en thee.
In de uitnodiging die naar allerhande professionals is gestuurd, wordt kond gedaan van de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de Verenigde Naties, de Wereldhandelsorganisatie WTO, de Europese Ontwikkelingsbank, de NAVO, Europol, banken, universiteiten, danktanks en instituten van over de hele wereld.
Opvallend, omdat een uitnodiging voor een bijeenkomst die (gedeeltelijk) wordt betaald én bijgewoond door de tabaksfabrikant doorgaans naar de prullenbak wordt verwezen door ambtenaren en politici. Maar dat lijkt hier geen rol te spelen, althans niet voor iedereen. Sommigen Britse professionals hebben de uitnodiging wel degelijk direct naast zich neergelegd, weet de Britse onderzoeksjournalist Andy Rowell, die dat hoorde van verschillende mensen die een uitnodiging ontvingen. “Omdat ze niet geassocieerd willen worden met de tabaksindustrie,” legt hij telefonisch uit.
FCTC
Het internationale anti-rookverdrag FCTC werd onder de vlag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) opgesteld. Er is in vastgelegd dat overheden de tabaksindustrie (of een van haar vertegenwoordigers) op afstand moet houden als ze antirookmaatregelen ontwikkelt. In Nederland is daar een verduidelijking voor gemaakt, nadat Stichting Rookpreventie Jeugd in 2014 een rechtszaak aanspande om de overheid dat verdrag voortdurend leek te overtreden. “Voor het ministerie van VWS is het contact met de tabaksindustrie gericht op uitvoeringstechnische kwesties die rijzen bij vastgesteld beleid of vastgestelde regelgeving,” licht de Nederlandse overheid bijvoorbeeld toe in de door staatssecretaris Van Rijn in 2015 ondertekende uitwerking van de richtlijn.
Het FCTC-verdrag geldt niet alleen voor het ministerie van Volksgezondheid, maar ook voor alle andere lagen van de overheid. Er is daarom in Nederland zelfs een protocol voor ambtenaren opgesteld, waarin staat hoe ze om dienen te gaan als ze benaderd worden door de tabaksindustrie. Voor zover TabakNee kon nagaan tijdens de conferentie waren er geen Nederlandse ambtenaren aanwezig.
Illegale handel en anti-rookbeleid
De regel over het vermijden van contact met de industrie geldt als er sprake is van het vormen van anti-rookbeleid en de illegale handel van tabak lijkt daar niet toe te behoren. Toch is dat niet helemaal waar.
Desgevraagd verduidelijkt een woordvoerder van het Secretariaat van het FCTC-Verdrag in Genève: “In artikel 15 van het verdrag staat dat actie om het elimineren van illegale handel wel degelijk onderdeel uitmaakt van anti-rookbeleid en daarom beschermd moet worden tegen de inmenging van de tabaksindustrie.”
In dat betreffende artikel staat zelfs dat alle partijen die het verdrag ondertekend hebben (dat zijn meer dan 180 landen waaronder Nederland en de hele EU) het ermee eens zijn dat de eliminatie van alle vormen van illegale handel inclusief smokkel, het illegaal vervaardigen en namaken van tabaksproducten ‘essentiële componenten’ van tabakshandhaving zijn.
Relatie tussen smokkel en tabaksaccijnzen
De illegale smokkel van tabak is gelieerd aan accijnzen. Volgens de tabaksindustrie neemt de smokkel toe als er een accijnsverhoging wordt ingevoerd in een land. Doordat sigaretten duurder worden, gaan rokers op zoek naar goedkopere alternatieven en dat werkt volgens de tabaksindustrie smokkel en namaak in de hand.
Het schakelpunt tussen illegale tabakshandel én anti-rookbeleid zit hem precies in die accijnsverhoging. Volgens de WHO is een flinke accijnsverhoging op tabaksproducten de meest effectieve methode om roken te ontmoedigen. Doordat sigaretten in één klap veel duurder worden neemt de aantrekkelijkheid ervan af, vooral voor jongeren die er wel eens mee zouden willen experimenten.
Doorgaans gaan ministeries van financiën over accijnsverhogingen en de ministeries van volksgezondheid over het invoeren van anti-rookmaatregelen. Dat maakt de relatie tussen tabakssmokkel en anti-rookbeleid ingewikkeld. Het FCTC-verdrag geldt wel voor alle lagen van de overheid, dus ook voor de ambtenaren op Financiën.
Sprekers
Hoewel het FCTC-verdrag ook door de Europese Unie en al haar lidstaten is geratificeerd, was een van de belangrijkste sprekers tijdens de conferentie in Londen Urmas Reinsalu, minister van Justitie van Estland (ook ondertekenaar van het verdrag). Hij opende de conferentie met een speech en zinspeelde op een ontmoeting later op de dag met het Britse ministerie van justitie waarin hij direct de problematiek rond illegale handel op tafel zou leggen. Herhaalde interviewverzoeken van TabakNee om de keuze voor deelname aan de conferentie te verduidelijken, werden door Reinsalu niet beantwoord.
De tweede dag werd geopend door Ute Stiegel, vicevoorzitter van de afdeling Organised Crime and Drug Policy van de Europese Commissie. Zij zette uiteen welke mogelijkheden de Europese Unie biedt om illegale handel tegen te gaan én verwees daarbij naar potjes waarmee projecten gefinancierd kunnen worden. Ook zij had gezien het FCTC verdrag daar helemaal niet mogen staan. Ook Stiegel reageerde niet op interviewverzoeken. Bij het (per ongeluk, zo leek het) opnemen van haar telefoon, moet TabakNee haar uitleggen wat het FCTC-verdrag is. Ze wil voordat ze verdere vragen beantwoordt eerst overleggen met de media-afdeling van de Europese Commissie. Daarna reageert ze helemaal niet meer.
Niet alleen over tabak
De conferentie was breed opgezet en ging, ondanks de sponsoring door Philip Morris, niet de hele tijd over de smokkel van tabak. Ook dieren-, drugs- en mensenhandel kwamen bijvoorbeeld aan bod. Dit versterkte de indruk dat dit een onschuldig samenzijn was, georganiseerd met de beste intenties. Wellicht hebben politici daarom gedacht dat het contact deze keer wel door de beugel kon.
Uiteindelijk was de conferentie wel degelijk een flinke reclame-uiting voor Philip Morris. Om te beginnen waren er twee gerenommeerde journalisten van The Financial Times aangesteld als moderator en die herhaalden voortdurend dat PMI Impact een onafhankelijke organisatie is. Dat daar van alles op af te dingen valt, blijkt uit het artikel dat morgen op TabakNee verschijnt. Bovendien werden er openingen geboden tot lobby, waarvan later enkele voorbeelden.
Zelfde lobby-strategie
De Key Note Speaker op de eerste dag was André Calantzopoulos, dé CEO van Philip Morris International. Hij kwam uiteraard over tabakssmokkel praten en legde uit dat het een groot probleem is en dat overheden zo een flinke bult accijns mislopen. Geen nieuwe tactiek: de tabaksindustrie gebruikt dit lobby-argument sinds jaar en dag. Zij beweren dat accijnsverhogingen leiden tot illegale handel, waardoor de overheid accijnsinkomsten misloopt en roepen overheden op om ze niet in te voeren.
In Nederland hebben tabaksverkopers, gesubsidieerd door de tabaksindustrie en gebaseerd op gegevens van diezelfde industrie, de website Accijnslek opgericht. Daar wordt ‘bijgehouden’ hoeveel de overheid aan accijns misloopt. Iedere maand komt er van Accijnslek een lobbybrief binnen op het ministerie van Financiën met de mededeling dat de overheid wéér accijnsgelden is misgelopen. Dit blijkt uit de lobbybrieven van de tabaksindustrie die de overheid op haar website publiceert.
Samenwerken?
Terug naar de Key Note Speech van Philip Morris-CEO Calantzopoulos. Hij benadrukt dat het geweldig zou zijn als bedrijven en overheden samen zouden werken om de consumenten te bewegen om geen illegale waar te kopen: “Campagnes om mensen te overtuigen zijn een van de effectiefste tools, als er medewerking van de overheid is.”
Dezelfde overheid die eigenlijk geen contact met de tabaksindustrie zou mogen hebben, zou volgens Calantzopoulos dus weer met hem samen moeten gaan werken. “Wij hebben naar oplossingen gekeken en manieren om de aandacht van overheden te trekken, omdat het voor hen geen prioriteit is, omdat ze andere dingen te doen hebben,” gaat Calantzopoulos verder. “Net als de handhavingsautoriteiten.”
Reclame
Calantzopoulos eindigt zijn speech met reclame voor zijn nieuwste tabaksproduct: de IQOS. Dit is een apparaatje waarin speciaal daarvoor ontwikkelde sigaretten moeten worden geplaatst die niet verbrand worden zoals gewone sigaretten maar worden verhit. Philip Morris beweert dat ze daardoor minder schadelijk zijn voor de gezondheid, maar die claim kan niet worden bewezen voor gebruik op de lange termijn. Er worden überhaupt nog volop vraagtekens bij gezet.
Calantzopoulos benadrukt dat het belangrijk is dat zowel het apparaatje als de speciale sigaretten authentiek gemaakt zijn, dus door Philip Morris zelf. “Iedere illegale activiteit hierin is niet alleen problematisch voor ons, het kan ook gevaarlijk zijn voor rokers.” Bijzonder, want er is nergens nog bewijs gevonden dat er überhaupt illegale IQOS-producten in omloop zijn. Navraag van TabakNee bij Philip Morris naar bewijs voor deze claim, wordt niet beantwoord.
“Dank voor uw aandacht. Er zal geen Q&A plaatsvinden,” zegt Calantzopoulos waarna hij het podium af hupt, geflankeerd door een assistente die ervoor zorgt dat alleen de juiste mensen met hem in gesprek kunnen gaan.
Meer reclame
De volgende dag is Calantzopoulos nergens te bekennen; het zijn anderen die reclame voor Philip Morris blijven maken. Ute Stiegel van de Europese Commissie zit aan een van de voorste tafels en luistert aandachtig.
De dag bestaat, net als op de openingsdag, voornamelijk uit paneldiscussies waarbij experts van alle rangen en standen mogen aanzitten. Bij welhaast elk panel is een van de panelleden afkomstig van het PMI Impact Expert Council. Philip Morris heeft 100 miljoen dollar in PMI Impact gestopt. Leden van de Expert Council mogen dat geld verdelen onder studiegroepen. Men beoordeelt de projectvoorstellen en wijst al dan niet subsidie toe.
Het panel van deskundigen is gevuld met klinkende namen: Susan Hayden, voormalig aanklager bij het Amerikaanse Hof en expert op het gebied van het witwassen van geld, een expertise waarvoor PMI haar ook eerder heeft ingehuurd; Alain Juillet, voormalig hoofd van de Franse variant van de FIOD, Paul Makin voormalig vertegenwoordiger van de UN Industrial Development Organisation, Luis Moreno O’Campo, voormalig hoofdaanklager van het International Criminal Court, Navi Pillay, Voormalig UN High Commissioner for Human Rights, Jürgen Storbeck, voormalig directeur van Europol en Cherif Bassiouni, Emeritus hoogleraar strafrecht aan de DePaul Univeristy (bij aanvang van de conferentie werd meegedeeld dat Bassiouni twee dagen ervoor was overleden).
Reclame door deskundigen
Tijdens de paneldiscussies maken deze experts voortdurend reclame voor Philip Morris en PMI Impact.
Susan Hayden: “Er zijn nagemaakte sigaretten gevonden in Noord-Korea: Philip Morris identificeerde het probleem en in plaats van niets te doen, zeiden ze ‘dit is interessant, we kunnen hier beter wél wat aan doen!’”
Luis Moreno O’Campo, geeft Philip Morris een compliment als wordt aangehaald dat landen niet buiten hun eigen jurisdictie kunnen handelen, terwijl bedrijven (multinationals) dat wel kunnen: “Met PMI Impact gaat Philip Morris voorbij haar normale bedrijfsdoelstellingen door hier een panel neer te zetten dat discussieert over een oplossing.”
En even later valt O’Campo weer in: “Wat Philip Morris hier doet is anders. Het creëert een platform voor ons om in discussie te treden.”
En weer even later: “Er zijn hier meer dan honderd mensen uitgenodigd door PMI Impact om verandering te bewerkstelligen.”
Alain Juillet haalt aan dat “als de prijs op tabak 25 procent wordt verhoogd (door accijns), de smokkel ook met 25% toeneemt.” Navraag door TabakNee bij Philip Morris naar de bron van deze claim wordt ook niet beantwoord.
Daarna legt Juillet een link naar de terroristische aanslagen in zijn land Frankrijk, die gedeeltelijk zouden zijn gefinancierd met geld uit de tabakssmokkel. Geen nieuwe informatie, want inderdaad zijn er links gelegd tussen smokkel en terroristische organisaties. Maar Juillet gebruikt deze informatie voor zijn boodschap: verhoog de accijns niet, want dan neemt de smokkel toe en daarmee verdienen criminele organisaties geld om terroristische aanslagen te kunnen plegen.
Samenwerken met andere bedrijven
“We zouden meer samen moeten werken,” zegt Paul Makin. “Daar staat PMI Impact voor. We moeten PMI Impact groter maken, zodat het zichzelf ontstijgt.” Hij bedoelt dat meer bedrijven geld zouden moeten doneren aan het fonds, zodat er meer onderzoek gedaan kan worden en bedrijven samen met Philip Morris aan een oplossing kunnen werken voor illegale handel.
Zijn oproep wordt niet veel later beantwoordt door Alvise Giustiniani, Vice-President Illicit Trade Strategy & Prevention van Philip Morris. Die mag tijdens een van de paneldiscussies aanzitten, maar reageert ook regelmatig vanaf de voorste rij op wat er bij een discussie gezegd wordt. Vanaf die plek kopt hij de voorzet van Makin in: “Ik zou iedere private of publieke partij verwelkomen die deel wil nemen aan dit initiatief. Ze zouden meer dan welkom zijn. We zullen samen een manier voorwaarts vinden. We zullen een samenwerkingsverband opzetten, een groep. Uw voorstel (van Makin – red.) is erg welkom, het is de droom van wat we hier proberen te doen.”
Publiek-private samenwerking
Tijdens het panel waar Giustiniani mocht aanschuiven (en waarbij hij vlak naast O’Campo zat toen die zijn complimenten aan Philip Morris uitdeelde) zei hij: “Publieke-private samenwerking, dat is de weg voorwaarts.”
Door de brede opzet van de conferentie en de uiteenlopende thema’s (mensenrechten, drugshandel, geld witwassen) zijn er weinig paneldiscussies waarin het echt komt tot oplossingen. Aan het einde van deze discussies klinkt nagenoeg zonder uitzondering een herhaling van Giustiniani’s oproep: wat zou het toch fijn zijn als overheden en de private sector beter met elkaar zouden gaan samenwerken om alle illegale handel aan te pakken.
Dat de vertegenwoordigers van de verschillende overheden die in de zaal zitten, het maar goed in hun oren mogen knopen: mochten ze zo’n samenwerking aangaan, overtreden ze het FCTC-verdrag dat ze hebben geratificeerd om ervoor te zorgen dat de tabaksindustrie zo min mogelijk invloed kan uitoefenen op haar beleid. Die industrie heeft immers een lange en bezwaarde geschiedenis van lobbyen tegen anti-rookmaatregelen, zodat ze haar eigen kas kon blijven spekken ten koste van verslaafde rokers.
Bloot staan aan lobby
Het blijft niet bij deelname aan discussie-panels. Na afloop van de bijeenkomst waar PMI vice-directeur Giustiniani heeft aangezeten (hier te bekijken) en waarin hij zijn hoop op samenwerking met overheden heeft uitgesproken, is het tijd voor een lunch. Giustiniani loopt het podium af en spreekt Ute Stiegel aan Ze staan een minuut of tien geanimeerd te praten en dan lopen ze naar de zaal waar het lunchbuffet voor hen klaarstaat. Waar dat gesprek precies over ging en of ze elkaar al langer kennen, kon niet bevestigd worden omdat Stiegel niet op ons interviewverzoek inging.
Overtreding
Het is natuurlijk niet gezegd dat overheden, alleen omdat ze naar de conferentie zijn gekomen, op het samenwerkingsverzoek van Philip-Morris in zullen gaan. Maar door de conferentie te bezoeken, stonden ze in ieder geval wel bloot aan de verleidingen van de gesmeerde tabakslobby, die zonder verdere bronvermelding cijfers en claims langs lieten komen. Door hun deelname lieten zij zich fêteren door de tabaksindustrie en zij overtraden daarmee het internationale FCTC-verdrag, dat er juist voor moet zorgen dat de industrie op afstand wordt gehouden.
Morgen verschijnt op TabakNee deel twee van deze serie, waarin nader wordt ingegaan op het fonds PMI Impact en de link met het moederbedrijf Philip Morris.
tags: sponsoren | Philip Morris | Europa | tabaksindustrie